Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Verwoestend Water

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Verwoestend Water

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

26-

"Nee dank je Rietje", antwoordt ze zacht en Johan kijkt haar ineens bezorgd aan.

"Je moet wel genoeg eten hoor, je bent zo mager als een lat."

Marieke forceert een glimlachje, want aan zijn ogen kan ze zien dat hij het toch goed met haar meent.

"Ik heb niet zoveel trek", antwoordt ze zacht.

Johan knikt. "Je hebt vandaag ook niet zo'n leuk bericht gehad", zegt hij ernstig en kijkt haar onderzoekend aan.

"Johan, lieverd, hoe staat het met je Frans?" De schrille stem van mevrouw Ladage klinkt scherp en Johan kijkt verschrikt naar zijn moeder, wetend dat ze nu begint te zeuren over zijn slechtste schoolvak.

Marieke zucht diep. Het ontgaat haar niet dat mevrouw Ladage haar zoon telkens weer belet om vriendschap met haar te sluiten. In haar hart weet ze wel waarom. Wat moeten deze rijke mensen ook met arme boerenlui van Flakkee? Nee, het is haar overduidelijk, dat in de ogen van mevrouw Ladage de meisjes uit Johans lyceumklas alleen goed genoeg voor hem zijn. Toch kwetst het haar dat de doktersvrouw haar te min vindt, al zit ze niet verlegen om Johans vriendschap.

Die nacht kan Marieke weer niet in slaap komen. De gruwelijke beelden spelen zich opnieuw als een film voor haar ogen af. Telkens ziet ze haar vader en moeder voor zich, worstelend in de golven. Ineens verschijnt dan haar broertje Wim, die zijn armen naar haar uitstrekt, schreeuwend om hulp.

"Marieke, zorg goed voor ze... ik zal altijd bij jullie zijn", klinkt dan plotseling de lieve stem van haar moeder. Haar gezicht is zo dichtbij, dat Marieke het bijna kan aanraken, maar dan verandert het gezicht in een doodshoofd en gillend vliegt Marieke overeind.

Ze ademt moeilijk en beeft over haar hele lichaam. De stem, het gezicht... het leek alsof alles echt was en toen... Marieke probeert rustig te worden. Het was gewoon weer zo'n nare droom, waarin alles akelig echt leek.

Met wijd opengesperde ogen staart ze door het kleine zolderraampje naar de sterten. Wazige stralen maanlicht schijnen precies op haar bed en ze is blij dat ze alleen op zolder slaapt. Sinds haar broers en Cor weg zijn, heeft ze het zolderkamertje gekregen en daar kan ze rustig huilen, zonder zich te schamen voor haar verdriet. Marieke laat zich weer achterover zakken en rillend trekt ze de dekens over zich heen. Het is fris op het kamertje, maar lang niet zo koud als toen op dat dijkje. Weer dwalen haar gedachten af en verlangend denkt ze aan Cor. Waar zou hij slapen, zou hij het ook koud hebben? Zou hij nu aan haar denken? "O, Cor", zucht ze zacht, "was jij maar hier. ik wil zo graag dat je terugkomt."

Krampachtig probeert ze zijn lieve gezicht voor de geest te halen. Wie had kunnen denken, dat ze verliefd zou kuimen worden, na die afschuwelijke ramp! Als ze aan Cor denkt, hjkt alle verdriet iets makkeUjker te dragen, maar zal ze zich ooit nog echt gelukkig voelen, na alles wat haar famiUe is overkomen?

HOOFDSTUK 12

Elske en Aimechien hebben het erg naar de zin op hun nieuwe school. De regelmaat in hun leven doet hen zichtbaar goed en Marieke luistert opgewekt naar hun verhalen, als ze 's middags thuiskomen. Toch merkt Marieke ook, dat de meisjes net als zij, nog steeds worstelen met hun verdriet. Soms komen ze 's avonds op haar zolderkamertje en praten . dan met elkaar over hun overleden ouders, broertjes en zusjes. Zachtjes, zonder dat de familie Ladage hen kan horen, huilen ze samen om het grote verlies, om hun familie die ze nooit meer terug zullen zien.

Overdag, als Marieke alleen met Henkle thuis is, voelt ze zich eenzamer dan ooit. Het grote herenhuis is dan akelig stil en vertwijfeld denkt ze dikwijls aan het voorstel van de dokter. Zal ze nu wel of niet naar de Mulo gaan? Rietje heeft aangeboden om op Henkle te passen, maar Marieke blijft twijfelen. Ze verveelt zich in het deftige huis, maar er is ook die angst om als een vreemd boers meisje zomaar een Mulo in Rotterdam te bezoeken.

Als mevrouw Ladage thuis is, kan ze Rietje niet met het huishouden helpen en heimelijk trekt ze zich onopvallend terug op haar zolderkamertje, waar ze wat boekjes van EUza leest. Ze gaat dan alleen naar beneden om te kijken of de postbode al is geweest, hopend op een berichtje van haar broers of van Cor.

Wanneer Rietje haar op een morgen weer op een traptrede in de vestibule ziet zitten, starend naar de brievenbus, neemt ze Marieke kordaat bij de arm. "Jij moet er nodig eens uit meid", zegt ze besUst. Ik neem je dadelijk mee naar de markt, het is niet meer zo koud, dus niet tegensputteren."

Het meisje forceert een gUmlach. "Je hebt gelijk Rietje, als er post komt, dan loopt die niet weg."

Marieke trekt Henkle zijn nieuwe winterjasje aan en graait haar eigen versleten mantel van de kapstok. "Toch aardig van de dokter om voor Henkle een nieuwe jas te kopen", zegt ze zacht, terwijl ze haar broertje vertederd aanstaart.

"Ach, die dokter is niet zo'n kwaaie hoor", oppert Rietje en grijpt een boodschappentas. "Kom dame en heer, we gaan!"

Het is een zonnige maartse morgen en het is de eerste keer dat Marieke met Rietje naar de markt gaat. Als ze op het grote marktplein aankomen, kijkt ze haar ogen uit. Overal staan kramen en het ziet zwart van de mensen. Marieke houdt haar broertje stevig vast, terwijl ze probeert om Rietje bij te houden. Het dienstmeisje kent haar weg goed en doet snel haar inkopen, zigzaggend tussen de marktkramen door.

Ineens wordt Marieke bij haar schouders gegrepen. Ze schrikt en draait zich abrupt om. Ontzet staart ze naar een paar bekende ogen en dan herken ze tante Bep, de zus van haar moeder. Onmiddellijk vallen ze elkaar in de armen, zich niets aantrekkend van de starende mensen.

"O lieverd", snikt tante Bep, "ben jij nog in leven! Ik dacht dat jullie allemaal waren verdronken!"

Marieke kan nog steeds geen woord uitbrengen en klemt zich bevend vast aan haar tante. Zo staan ze een tijdje midden op de markt, hun omgeving vergetend.

Dan veegt Marieke haar tranen weg en haar stem klinkt schor als ze zachtjes zegt: "Moeder, vader. Kees, Wies en Joke zijn allemaal overleden, tante."

Tante Bep strijkt haar huilend over de haren. "O lieverd, wat afschuwelijk, onze Anna is er dus ook niet meer, samen met Teun en de kinderen, maar... de rest, zijn er nog overlevenden?"

"Wim is nog steeds vermist", snikt Marieke, "maar Elske en Henkle zijn hier bij mij in Rotterdam op een evacuatie-adres. Janus en Dirk waren eerst ook hier, maar zij zijn teruggegaan en helpen nu op Flakkee."

Haar tante bet haar ogen, maar ontdekt ineens kleine Henkle, die kraaiend aan Rietjes arm trekt.

"Och, lieve schat", snuift ze hoofdschuddend, terwijl ze het ventje optilt, "wat ben ik blij dat jij het tenminste hebt gered."

(wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 4 maart 2003

Eilanden-Nieuws | 8 Pagina's

Verwoestend Water

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 4 maart 2003

Eilanden-Nieuws | 8 Pagina's