Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Overdenking uit de Heilige Schrift

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Overdenking uit de Heilige Schrift

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Luk 22:47a En als Hij nog sprak, ziet daar een schare; en een van de twaalven die genaamd was Judas ging hun voor.

En als Hij nog sprak. De Heere Jezus is zojuist teruggekomen bij Zijn discipelen. Hij had hen een opdracht gegeven. Bidt; maar ze waren in slaap gevallen, overmand door verdriet. Misschien hadden ze een gevoel van pure onmacht. Hun Meester lijdt, hun Meester strijdt en ze staan erbuiten. Ze kunnen voor hun gevoel niets doen. Dat werkt verlammend. Ze volgen niet eens meer Zijn bevel op. Ze slapen.

Maar Hij wekt hen op, Hij vermaant ze wakker te blijven en opnieuw klinkt dat gebod. Bidt dat gij niet in verzoeking komt. Maar terwijl Hij nog spreekt volgen de gebeurtenissen elkaar snel op. Ziet, een schare. Een schare, en inderdaad, het gaat blijkbaar om een behoorlijke groep mensen. Overpriesters, hoofdmannen van de tempel, met hun tempelwacht, ouderlingen en, volgens de andere evangeliën, ook een deel van de Romeinse wacht. Het gaat dus om een grote groep.

Er is iemand die hen leidt. En één van de twaalven, die genaamd was Judas, ging hun voor. Eén van de twaalven, het gaat om één uit de discipelen. Het is de aanduiding van de leerlingen die het dichtst bij de Heere Jezus staan. Eén uit hen, uit hun eigen gelederen. Maar wie dan? Lukas geeft onverbloemd zijn naam. Het is Judas. Een man met een prachtige naam. Judas is de Griekse vorm van Juda. Hij is vernoemd naar de 4e zoon van Jacob. Zijn naam betekent ‘God lover’, of ‘om wie God geloofd wordt’. Het is de naam die een blijde Lea aan haar zoon gaf. Juda, stamvader van de stam waaruit ook de Heere Jezus geboren werd. Stamvader van de grootste groep die terugkeerden uit de ballingschap, die sinds die tijd Joden, een afgeleide van Juda, worden genoemd.

Voelen we hier de dubbele verwijzing? Eerst zegt Lukas; ‘één van de twaalven, één uit de eigen kring’. Maar dan ook nog de naam, Judas. Het is een prachtige naam, een verwijzing naar de stam van Juda, maar juist de man met deze prachtige naam leidt de schare naar de Heere Jezus. Deze man gaat hen voor, wijst ze de weg. Sterker nog, hij wijst zelfs Degene aan die ze moeten hebben. Zo tekent Lukas wat er gebeurt. Het is verschrikkelijk. Eén uit hun midden leidt de gevangenname en zijn naam staat symbolisch voor dit volk. Het volk waaruit de Heere Jezus voortkwam. Het volk wat Hem nu gaat uitspugen, wat hem nu gaat veroordelen en doden. Eén uit de twaalven die genaamd was Judas.

Zo komt het verraad uiteindelijk van binnenuit. Dat doet pijn. Dat maakt het verraad nog erger. Het is geen vreemde, geen man op afstand, maar één uit eigen kring. David kan daar ook over spreken. We lezen in Psalm 41; zelfs de man des vredes, op welke ik vertrouwde, die mijn brood at, heeft de verzenen grotelijks tegen mij verheven. Zelfs; in dat woord voel je de pijn. Was het niet Julius Ceasar die, toen hij stierf en zag dat ook Brutus, zijn aangenomen zoon, onder zijn moordenaars was, zei; ook gij, Brutus? Dat deed het meest pijn. Dat ook het object van je liefde je uiteindelijk verraadt. Je uiteindefijk ten val brengt.

Eén uit de twaalven. Hoe vreselijk het ook is, het is de realiteit. Een realiteit die ook vandaag de dag niet anders is. De reformator Calvijn zegt daarover; de kerk zal altijd verraders in haar boezem herbergen. Verraders, mensen die ogenschijnlijk erbij horen, misschien wel op vooraanstaande posities verkeren, maar toch niet met hart en ziel aan de Heere Jezus verbonden zijn. Mensen die uiteindelijk toch eigen doelen nastreven, ook in de kerk. Mensen die, als het er ooit op aankomt, voor zichzelf zullen kiezen en niet voor de Heere. Voor zichzelf en niet voor Zijn kerk, niet voor Zijn gemeente. Laten we niet te snel om ons heen kijken als we op zoek gaan naar ‘verraders’. . Ik weet niet wat er van binnen bij Judas leefde. Ik stel, me zo voor dat hij enthousiast begonnen was. Dat de Heere Jezus hem werkelijk aansprak. Dat hij bewust Hem navolgde. Maar ergens kwam er een omslag. Op een bepaald punt sprak het niet meer aan, kwam de wrevel in zijn hart, kwam zelfs de vijandschap. Toen kwam het moment dat hij Hem zelfs verraadde. En wie zichzelf heeft leren kennen, zal weten dat er ook in mij, een Judas schuil kan gaan. We zijn gevallen Adamskinderen. Wie dat door genade heeft ontdekt, weet ook dat ik er vanuit mezelf niet te goed voor ben. Dus, niet te snel om u heenkijken. Misschien past deze vraag beter, een vraag die ook de discipelen stelden; ben ik het HEERE? Eén uit de twaalven.

Tegelijk brengt dat ook veel verdriet. Het brengt de kerk veel schade. Want hoe erg is het voor de Heere dat wij, mensen die zijn opgenomen in het verbond, mensen die steeds Zijn woord horen, mensen die steeds de blijken van Zijn liefde ontvangen, dat wij dan Hem verraden. Dat we Hem verraden door Zijn kerk, Zijn lichaam los te laten. Dat we Hem verraden door Hemzelf los te laten. Dat we Hem verraden door Hem openlijk te schande te maken. Vaak zie je gebeuren dat mensen die de kerk hebben losgelaten het meest proberen de kerk en daarmee de Heere Jezus te beschadigen.

Dat geeft de Heere verdriet, zullen we dat niet vergeten? Hij schonk de Heere Jezus. Hij schonk het verbond. Hij schenkt telkens opnieuw Zijn Woord. Zo ontvangen we blijken van Zijn liefde. Laat het ons gebed zijn dat we Hem dan niet verraden. Laat het ons gebed zijn dat wij ons niet aan Hem ergeren. Immers, uiteindelijk leidde dit tot de dood van Judas. Deze actie bracht hem in het verderf. Nee, laten we dagelijks de Heere bidden dat we tot Hem komen. Dat we Hem aanhangen. Dat we Zijn liefde niet afwijzen, maar ons door Hem laten redden. Juda, zijn naam was ‘God lover’, we zouden zeggen; het kan beter ‘God verrader' zijn. Mijn naam is vanuit mezelf zondaar en verrader. Ga tot de Heere. Hij maakt ons tot ‘God lovers’, tot Juda’s in de ware betekenis van deze naam. Hij maakt ons tot mensen die Zijn Naam belijden, van nu aan tot in eeuwigheid.

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 april 2003

Eilanden-Nieuws | 18 Pagina's

Overdenking uit de Heilige Schrift

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 april 2003

Eilanden-Nieuws | 18 Pagina's