Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Verwoestend Water

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Verwoestend Water

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Vermoeid wrijft ze met beide handen door haar gezicht. Ze voelt zich vreselijk eenzaam, eenzamer dan ze ooit in haar leven geweest is.

Rietje heeft haar baan, na een ruzie met mevrouw, opgezegd en is gaan werken in de fabriek.

Verdrietig heeft Marieke afscheid van haar genomen, wetend dat het voor haar nu nog moeilijker zou zijn om in het huis van de Ladages te leven.

Met Eliza en Johan heeft ze maar weinig contact. Eliza gaat vaak uit met haar vriendinnen en Johan blokt keihard om over te gaan. Marieke betrapt zichzelf erop dat ze hem ontloopt, maar hij schijnt het niet bepaald erg te vinden. Beiden voelen ze dat het zo beter is, maar toch verlangt Marieke naar een leeftijdgenoot om mee te praten.

Op een mooie lentemiddag staan plotseling tante Bep en oom Gerard op de stoep.

Met een zuur gezicht leidt mevrouw Ladage hen naar de salon. “Er is bezoek voor jullie”, zegt ze afgemeten, tegen Marieke en de beide meisjes.

Marieke onderbreekt het spelletje ganzenbord met Annechien en Elske en sluit zielsgelukkig haar tante in haar armen.

“Dag lieverd”, zegt tante Bep met een warme stem, “hoe gaat het met je?”

“Goed hoor”, antwoordt Marieke zacht, maar tante Bep ziet wel aan haar gezicht dat dit niet de waarheid is.

Oom Gerard schudt haar uitbundig de hand en tilt dan kleine Henkie op, die zich kostelijk amuseert, terwijl de man hem hoog in de lucht gooit.

Elske en Annechien weten inmiddels wat er gebeurd is met de rest van het gezin van tante Bep. Marieke heeft hen op een avond alles verteld, omdat ze wilde voorkomen dat Elske dit per ongeluk van een ander zou horen. Haar zusje had verschrikkelijk gehuild, maar Marieke had hen geprobeerd te troosten.

De Ladages zijn nog steeds niet op de hoogte van het feit dat Cor en Annechien geen familie van haar zijn en eigenlijk wil Marieke dit ook liever zo houden. Annechien beschouwt hen tenslotte als familie en tante Bep en oom Gerard ziet ze ook als haar verwanten. Marieke moet er niet aan denken dat Annechien alsnog bij hen weg zou gaan. Het is een erg lief meisje en voor Elske is ze als een zusje.

Mevrouw Ladage serveert thee in de salon. Ze is niet gewend om anderen te bedienen en nors schenkt ze de kopjes vol. Gelukkig heeft ze het fatsoen zich hierna terug te trekken en wanneer ze de deur achter zich sluit, steekt tante Bep van wal.

“Wel kinderen, Gerard en ik zijn hier naartoe gekomen omdat wij een voorstel hebben.”

Nieuwsgierig kijkt Marieke hen aan.

“Ik heb jou verteld, Marieke, dat Gerard uit Stavenisse komt en zoals je weet zijn daar ook heel wat huizen door de ramp vernield.”

Marieke knikt, want dat heeft ze inderdaad al gehoord. “Jullie weten dat wij dolgraag terug willen naar Zeeland en zodra er ergens een woning beschikbaar is, zullen wij meteen terugkeren."

Ook dat heeft tante Bep haar al verteld en'zuchtend vraagt Marieke zich af waar haar tante nu eigenlijk naar toe wil.

“Liever wil ik niet meer wonen in Oosterland”, zegt tante zacht. “Ik heb daar zoveel verloren, ik zou daar nooit meer kunnen aarden."

Begrijpend knikt Marieke en ademloos wacht ze tot haar tante verder gaat met haar voorstel.

“Nu hebben wij gehoord dat er in Stavenisse snel nieu­ we huizen gereedkomen en Gerard en ik hadden gedacht om daar samen een woning te betrekken.”

“Maar”, onderbreekt Gerard haar verhaal, “wij zouden het heel fijn vinden als jullie ook bij ons willen komen wonen!”

Marieke’s gezicht begint te stralen van blijdschap en ze vliegt op haar tante af. “O, wat lief van jullie, mogen wij allemaal bij jullie blijven wonen, ook Janus en Dirk, enne... zelfs Cor?”

Haar tante knikt en omarmt Marieke, Elske en Annechien beginnen allebei te huilen, maar deze keer zijn het geen tranen van verdriet, maar van vreugde.

Henkie snapt niets van het hele schouwspel en strekt zijn armpjes uit naar oom Gerard, die hem meteen op zijn schoot zet.

“We zullen samen weer een gezin vormen”, zegt hij zacht, terwijl hij onopvallend een traan wegveegt.

“Gerard en ik hebben veel verloren”, zucht tante Bep diep, “en we hebben ons vaak afgevraagd waarom God wilde dat we deze offers moesten brengen.”

De man kijkt haar liefdevol aan en knikt bevestigend. “Toch geloof ik dat God jullie heeft gespaard, met de bedoeling om jullie bij ons te brengen. Wij zullen voortaan proberen jullie ouders te zijn, al mogen we nooit vergeten dat jullie ooit eens geweldige ouders hadden.”

Na deze ontroerende woorden, kan Marieke haar emoties niet meer bedwingen en het opgekropte verdriet van de voorbije maanden, komt naar buiten.

“Moeder was zo’n goed mens en vader ook”, zegt ze snikkend, “waarom moesten ze sterven? Ze hebben nooit iets verkeerds gedaan!”

Tante Bep legt haar armen om het meisje en wiegt haar troostend heen en weer. “Mijn zus had een groot hart", mompelt ze voor zich uit, “ze was altijd vrolijk en werkte hard. Ik weet dat ze heel gelukkig was met Teun en dat ze alles voor jullie deed. Toch zijn Gods wegen ondoorgrondelijk, Marieke. We zullen op Hem moeten vertrouwen, al vinden wij dit nog zo moeilijk.”

Na deze ernstige woorden maakt Marieke zich los uit haar armen. Ze schaamt zich bijna voor haar verdriet, want haar tante heeft uiteindelijk veel meer verloren dan zij. Het moet voor de vrouw afschuwelijk zijn om de dood van haar man en al haar zeven kinderen te aanvaarden. Nog nasnikkend veegt het meisje haar tranen weg. Tante Bep heeft gelijk, ze moet dankbaar zijn dat zij de ramp hebben overleefd.

“Hier kind”, zegt oom Gerard vriendelijk, “drink maar wat, dan knap je een beetje op.”

Elske en Annechien vegen ook hun gezichten droog en Elske kruipt bij haar tante op schoot en nestelt zich dicht tegen haar aan.

“Wel”, zegt tante Bep, nadat ze haar neus eens goed heeft gesnoten, “het lijkt mij verstandig Marieke, datje de jongens spoedig op de hoogte brengt van ons plan.” Het meisje knikt, maar plotseling betrekt haar gezicht. “Maar tante, waar moeten we van leven in Stavenisse? We krijgen daar toch zeker geen boerderij?”

Oom Gerard schudt zijn hoofd. “We zullen waarschijnlijk een gewoon huis toegewezen krijgen, maar ik denk dat het Nationaal Rampenfonds alle slachtoffers behoorlijk wat geld zal geven om huisraad aan te schaffen en om in de eerste levensbehoeften te voorzien. De eerste tijd zullen we daar wel van kunnen leven en ondertussen zal ik overal op zoek gaan naar werk, desnoods in Noord-Brabant.”

“Als het Rampenfonds genoeg geld uitkeert kunnen we zelfs de jongens naar de ambachtsschool sturen”, mijmert tante zacht. “Jullie vader en moeder zouden dat prachtig hebben gevonden. Teun zei altijd dat hij graag zou zien dat zijn zoons geen arme boeren zouden worden, zoals hij. (wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 april 2003

Eilanden-Nieuws | 18 Pagina's

Verwoestend Water

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 april 2003

Eilanden-Nieuws | 18 Pagina's