Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De wettelijke kruisweg

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De wettelijke kruisweg

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

"De Joden antwoordden hem: Wij hebben een Wet en naar onze Wet moet Hij sterven, want Hij heeft Zichzelven Gods Zoon gemaakt". (Johannes 19:7)

Mensenwerk

Gemene spot. Terwijl de onschuld uitgesproken is, toch gegeseld. Bar-abbas ontloopt zijn verdiende straf en gaat ten koste van Jezus vrijuit. Een spotkoning, een ellendig mens die zou worden uitgebracht, is Zelf uitgekomen en naar buiten getreden. Een geslagen Man staat 'op het bordes'. Dit gezicht zal het kwaad keren.

Pilatus neemt het woord: ziet, de Mens.

De eerste Adam en de tweede Adam. De mens uit Gods handen: naar Zijn beeld en gelijkenis, en ziet hel was zeer goed. En dan hier de Mens onder mensenhanden ... De Geest overtuigt van de waarheid: deze Mens Jezus is uw beeld, is uw staan voor God, is uw zijn onder de toom van God.

De lasterende Mens

De hoorders reageren op Pilatus' woorden. Zij vallen hem bij en stellen vast: inderdaad is Hij een mens, maar Hij heeft Zichzelf tol Zoon van God gemaakt. Zijn pretenties zijn godslasterlijk. Zijn uitspraak is niet te dulden. Omdat deze Mens Zichzelf Gods Zoon genaamd heeft moet Hij sterven. Dat is de eis van dé wet.

De aanklacht ligt er: Hij heeft Zichzelf Gods Zoon gemaakt. Heeft Hij een poosje geleden niet voor Kajafas zelfs bij de levende God bezworen dat Hij de Christus is? Is dat dan niet genoeg? Daarmee heeft Hij Zichzelf het oordeel op de hals gehaald: want wie de Naam lastert, móet sterven. Derhalve aan het kruis!

Gods Wet

Ten diepste tillen de Joden de kwestie Hogerop. Pilatus, luister, wij hebben een Wet. Een Wet die boven de Romeinse wetgeving uitgaat. Gods Wet. En daar houden wij ons aan. Naar die Wet rest Hem gratie meer. Die Wet oordeelt Hem: Hij móet sterven.

Alsof het ronselen van valse getuigen overeenkomstig Gods Wet is. Alsof zij, zwaaiend met die Wet, zelf vrijuit gaan. De godsdienst neemt de Wet van God ter hand om de Rechtvaardige weg te vloeken.

De Wet in de hand van de eigengerechtigheid! In een onuitsprekelijk diepe zin móet Hij sterven. Waar met de Wet van God rechtvaardigheid bij God wil worden ver- "kregen, daar blijft er voor de Heere Jezus geen ander vonnis over dan het Kruis, de vloekdood.

Onder de Wet

De Geest brengt Christus uit naar Gods gerechtigheid: hier is de Zoon van God, geworden uit een vrouw, geworden onder de Wet.

Het 'wij hebben een Wet' is, goed begrepen en Geestelijk verstaan, ons probleem\ God handhaaft Zijn Wet tegenover ons! Naar de Wet moeten wij sterven. Door de Wet is de kennis der zonde. Of niet soms? Dat we het weten! De Wet doet ü en mij onverbiddelijk de dood aan. Zonder pardon. De Wet kent geen genade. De Wet oordeelt ongenadig! De Wet staat maar één weg toe: wij moeten sterven. De Wet en ik, neen: de Wet en mij: ik ben lijdend voorwerp. Het door God gevloekte onderwerp. Gods eis en mijn leven: de dood. De rechtvaardig aanklagende Wet zet ons in Gods beklaagdenbank én vloekt ons weg.

Uit de werken der Wet zal geen vlees gerechtvaardigd worden! Met de Wet halen wij het bij God niet en hebben wij op genade niet te rekenen!

Het doel van Zijn komst

Daarom .... zie, de Mens, Zie, de tweede Adam. Daarom moet die Wet van God in het rechtsgeding gebracht worden. Dat is de zaak, Gods zaak. Onze halszaak. Deze Jezus weet de eis der Wet. Hij kent het oordeel van de Wet. Hij komt het vonnis van die Wet dragen. De apostel Paulus mag er inzien als het om de

De apostel Paulus mag er inzien als het om de Kerk gaat. Ieder gelovige voelt de verschrikkelijke werkelijkheid: vervloekt is een iegelijk die niet blijft in al hetgeen geschreven is in het boek der Wet om dat te doen.

Daarom heeft - om de heilszaak - God Zijn Zoon uitgezonden, geworden uit een vrouw, geworden onder de Wet; opdat Hij degenen die onder de Wet waren verlossen zou en opdat wij de aanneming tot kinderen verkrijgen zouden!

Daarom: 'wij hebben een Wet'. De Heere is daarvoor beshst naar buiten gekomen: 'Ik ben geworden onder de Wet. Hij komt naar buiten om ten overstaan van de Joden het vonnis van de Wet te aanvaarden. Hij gaat ónder de Wet naar het Kruis. Hij draagt die Wet in Zijn binnenste. Hij neemt die Wet goddelijk serieus. Bloedemstig, zoenbloedemstig. Hij weet wat Hem te doen staat!

De Wet en de kruisdood

De eigengerechtigheid neemt de Wet: Kruis Hem, kruis Hem. De Wet geheven: dan Gods Zoon verheven. Gods Zoon wordt weg gevloekt. Weg van de aarde, de hemel gesloten.

Kruis Hem ...! Paulus die we aanhaalden, vervolgt: Vervloekt is een iegelijk die aan het hout hangt. Een verschrikkelijk einde voor Hem Die alleen maar goed deed. Die altijd weer Zijn armen uitstrekte en de helpende Middelaarshanden bood. Een vrijdag vol haat en bitterheid, een vrijdag waarop het echt zwart werd voor de Zoon van God. Het licht werd Hem in de ogen niet gegund. Een vrijdag ... als het gaat om onze daden ... de zwartste dag in de mensengeschiedenis. Met de Wet van God in de hand aan de Zoon van God vergrepen, Die boven de Wet was. Die de Wet in Zijn binnenste droeg en Die de Wet nooit overtrad. Een vrijdag om nooit te vergeten.

Maar overtuigt van zonde, overtuigt van oordeel, overtuigt van gerechtigheid werkt de Heilige Geest een jubelzang: Mijn Veriosser hangt aan het kruis! Een Schriftuurlijk apostolisch geluid: Chrisms heeft ons verlost van de vloek der Wet, een vloek geworden zijnde voor ons!

Schril contrast: onze wandaad en schanddaad, Gods heilsdaad. Een vrijdag ... als het gaat om Gods daad ... de betaaldag voor de Kerk. Een vrijdag om te gedenken. Dé duisternis wijkt] Met de Wet van God in de hand gaat de Mens de aangewezen weg van Zijn Vader. Door de Geest van Christus krijgen we een andere kijk op de dingen: de Wet spreekt de vloek over ons uit, Christus neemt de vloek op Zich en haalt onder die vloek uit.

Goede Vrijdag

De vrijdag vóór Pasen is aUeen goed te noemen als we de Gave uit Gods Hand zien. Wie is goed dan God alleen? Hij, de HEERE, zal het goede niet onthouden degenen die Hem aanroepen in de nood van de Wet: HEERE, wees mij de zondaar genadig; HEERE, ga niet in het gericht met uw dienstknecht / dienstmaagd!

God geeft het Beste. Het Liefste. Zijn Eniggeborene. Het enige Kind! Däär is de Rechtvaardige. Met de Wet. Jawel! Hij heeft de Wet bij Zich. Niet vormelijk maar inhoudelijk! Hij draagt Gods Wet namelijk in Zijn binnenste. Hij is het doel en de vervulling van de Wet. Tot volkomen rechtvaardigheid een iegelijk die gelooft! Dat betekent: mét Christus ónder de Wet: sterven. De HEERE heeft het woord: die met Hem sterven zullen ook met Hem leven. Met Hem leven in der eeuwigheid. Met Hem leven door genade. Met Hem leven door de Geest. Door de Geest leven naar de Wet van God.

Op de Goede Vrijdag: Mijn gedachten zijn niet uliedÈr gedachten en Mijn wegen zijn niet uw wegen! Wie op de gedachten van God te-rechi- komt erkent maar al te zeer: de Goede Vrijdag is de gedenk-waardige vrijdag. 'Ik zal gedenken hoe voor dezen ons de HEERE gunst heeft bewezen!'

Allesbeslissend antwoord

Tenslotte een laatste vraag. Met het oog op een helse toekomst ó/het zalig hemelleven. Het eerste is een verschrikking, het tweede een verrukking. Tot het tweede bidden wij met de schrik des Heeren in onze beenderen en met de liefde des Heeren in het hart: 'wij bidden u van Christus' wege laat u met God verzoenen. Daarom: antwoord eens op welke vari de twee vragen w ja' mag zeggen. Zegt u 'ja' op de vraag dat u Gods Wet in de hand hebt tengevolge waarvan de vloek op uw leven ligt? Of beantwoordt u de vraag bevestigend dat de Heilige Geest u met de Wet onder handen heeft genomen en Christus' kruisdood u vrede heeft gebracht? Wanneer de Heilige Geest ons het vonnis van Gods Wet thuisbezorgd en wij die gewillig en van harte bevestigen, komt het ontwijfelbaar bij Christus uit. Het is de Geest van Christusl Dat is heerlijk. De heerlijkheid is aan geen Ander gegeven! Die eer is voor de tweede Adam Die tot een levendmakende Geest ig geworden.'

ds. J. W. van Estrik

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 april 2003

Eilanden-Nieuws | 28 Pagina's

De wettelijke kruisweg

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 april 2003

Eilanden-Nieuws | 28 Pagina's