Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Krijgslisten

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Krijgslisten

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Latijnse schrijvers

In de tweede en volgende klassen van het oude gymnasium moesten we als leerlingen onze kennis van het Latijn in toepassing brengen door het lezen van schrijvers als Caesar, Livius en Tacitus. Deze auteurs, genoemd in opklimmende graad van moeilijkheid, verhaalden vooral de geschiedenis van hun volk, in confrontatie met volken over en langs de grenzen. Er waren vooral bij Caesar nogal wat oorlogsverhalen bij. Daaronder moesten we dan ook de krijgslisten die werden toegepast, vertalen. De Romeinen blonken daarin uit.

Het is lang geleden dat ik leerling op het gymnasium was. Verleden week zag ik ineens het klassenlokaal, de intelligente en innemende docent weer voor me. Was dat een kwestie van de nostalgie van de ouderdom?

In Elsevier van 19 april staat een artikel onder de kop: De list van Rumsfeld. De met rood gemarkeerde openingspassage luidt als volgt: ‘Hoe het Amerikaanse leger de militaire deskundigen bedroog en de generaals van Saddam misleidde.’

Dan wordt verteld dat de Amerikanen deden alsof er problemen waren. Te lange aanvoerlijnen; troepen die niet via Turkije naar Irak konden, zodat de indruk werd gewekt dat men overhaast troepen moest aanvoeren om de slag om Bagdad te kunnen winnen. Als gevolg hiervan trok de Republikeinse Garde zich niet terug in Bagdad, maar ging de slag met de Amerikanen op weg naar Bagdad aan. Een strijd in Bagdad zou een nachtmerriescenario te zien geven. Gevechten van man tegen man in nauwe straten en oosters opgetrokken stadswijken. Een strijd waar de Amerikanen zich wel op voorbereid hadden, maar waarin ze zich toch niet hadden kunnen oefenen.

Bedrog?

Door geruchten te verspreiden over te lange aanvoerlijnen en gebrek aan tankdivisies werden de Irakezen (en ook de hele buitenwereld) in de waan gebracht dat de Garde aan het winnen was en de Amerikanen op verlies stonden.

Een brigade-generaal b.d. vermoedt dat het Pentagon de noodzaak van halt houden heeft geveinsd. Deze door afstand en gebrek aan mensen en materieel voorgewende pauze in de opmars kan bedrog zijn geweest. Als gevolg van deze berichten werd de Republikeinse Garde aan het front honderd kilometer ten zuiden van Bagdad gehouden. Daar vormden ze een tamelijk gemakkelijk te vernietigen object voor de Amerikaanse luchtstrijdkrachten en tanks. Zo lag na een doorbraak daar ten zuiden van Bagdad, de stad open voor de Amerikanen.

Deze hebben van deze misleiding een ‘briljant’ gebruik gemaakt, zoals een van de hoogste militairen het omschreef. Hiermee staan we voor de vraag: Is deze tactiek van misleiding en bedrog gerechtvaardigd? Of moet ze als leugen en bedrog afgekeurd worden?

Het antwoord kan niet bestaan in een verwijzing naar wat de eeuwen door in oorlogen is gedaan. Daarmee is deze misleiding niet gerechtvaardigd.

Geen verplichting tot informatie

Mijn antwoord is dat deze ‘misleiding’ ethisch niet te veroordelen is. Ik zet het woord misleiding met opzet tussen aanha­ lingstekens. Bovendien beperk ik haar tot deze vorm. Ik zeg niet dat elke vorm van misleiding gerechtvaardigd is.

Het is immers niet zo, dat de ene partij de andere informatie moet verschaffen over eigen voornemen, plannen, over sterkte aan manschappen en materiaal.

Integendeel. In een oorlog is het gebruikelijk zoveel mogelijk eigen wapens, manschappen, bedoeling en tactiek voor de vijand verborgen te houden. Geen partij is in een oorlog verplicht de tegenstander inzage te geven in eigen plannen, voorraden of militaire mogelijkheden. Men zou wel dwaas zijn, dat alles open en bloot aan de vijand voor te leggen. Opzettelijk laten lekken naar de andere partij zal altijd een andere bedoeling hebben dan zelf hem de waarheid in handen te spelen. Bovendien zijn de afluistermethoden en informatie verkrijging zo geperfectioneerd, dat men niet verplicht is - ter wille van de waarheid - de vijand een handje te helpen en zijn oor te gebruiken om geheime plannen hem te doen horen.

Informatie screenen

Wanneer men met een vijand vecht moet men voorbereid zijn op alle mogelijkheden van misleiding. Wat van de vijand komt, moet gechecked worden. Dat geldt in wederkerigheid. De andere partij kan immers evenzeer misleidend te werk gaan. Men zal nooit op berichten vanuit het andere kamp af kunnen gaan. Met zal ze moeten screenen.

Desinformatie hoort bij de gebruikelijke strijdmethoden. Wijst het niet op een enorme desorganisatie in het Irakese leger, dat het de afgegeven signalen als betrouwbare informatie heeft opgepikt en zijn strategie daarop heeft afgestemd.

Ik meen dat misleiding van de vijand behoort tot de gerechtvaardigde strijdmethoden. Tot de rechte oorlogsvoering behoort het onderzoeken van de juistheid van de berichten, zeker als ze van de vijand komen; maar overigens van welke kant ze ook komen. Ik herinner aan de krijgslist van David in zijn strijd tegen de Filistijnen, 2 Samuël 5:17-25.

Niemand is gehouden tegenover een tegenstander met vijandige, onrechtvaardige bedoelingen, tot zijn ondergang en tot diens ongerechtvaardigde overwinning de waarheid te spreken.

Ik besef dat deze uitspraak voor kritiek vatbaar is. Om de probleemstelling wat te verkleinen wijs ik op wat ik van nabij heb meegemaakt in de Tweede Wereldoorlog, namelijk de vraag van Duitsers of ter plaatse verzetslieden verborgen waren. De boer zei: Ik weet van niets. Hij bleef bij de herhaling van deze uitspraak. Die was echter even onwaar als wanneer hij zou gezegd hebben: Neen. Dit laatste kwam niet over zijn lippen. Het enig juiste antwoord echter evenmin. Ik weet van niets, was een leugen, maar werd door de aanwezigen - waartoe ik zelf als opgroeiende jongen bij de overval op de boerderij behoorde - ervaren als krijgslist.

Stel u voor dat hij deze krijgslist niet had toegepast. Dan zouden met het pistool op de rug van de boer gericht de Duitsers de weg naar de voor hen, buiten zijn aanwijzingen onvindbare schuilplaats geëist hebben.

Een krijgslist is geoorloofd, mits men van het goed recht van zijn zaak, dat is van de inzet van de strijd, overtuigd is. Zo gebroken is het leven in deze bedeling.

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 mei 2003

Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's

Krijgslisten

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 mei 2003

Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's