Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gelijk zich een vader ontfermt

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gelijk zich een vader ontfermt

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hij moet meer aan anderen denken dan aan zijn eigen zorgen. Maar dat lukt hem niet.

Het kind is van de stoel afgegleden. Ze loopt nu haar het dressoir. Hij ziet Thonia angstig naar haar snuisterijen kijken. Dat begrijpt hij niet.

"Laat haar alles toch bekijken", zou hij willen zeggen. Maar hij doet het niet. Hij is hier immers maar te gast.

Heel voorzichtig aait het kind over het kopje van de opgezette eekhoorn. Thonia kijkt argwanend toe, maar ze zegt niets. Alleen drukt ze haar hoornen bril weer stevig op zijn plaats. Hij hoopt zo, dat Thonia het kind haar gang laat gaan. Dan is het stenen hondje aan de beurt.

"Eh..., doet Thonia haar mond open, maar ze gaat niet verder.

Het kind heeft het zeker niet gehoord. Ze bekijkt het hondje aandacht van alle kanten. Daama zet ze het voorzichtig terug op zijn plaats.

"Oh, wat mooi!" zegt ze dan.

Nu wordt het Thonia toch te erg. Er mogen geen vingertjes op haar pas gepoetste koper komen.

"Laat dat maar staan", zegt ze vriendeUjk, doch beslist. Het kind zet het koperen hokje, waarin een klein, wit, stenen hondje ligt, terag. Haar ogen kijken teleurgesteld.

Ziet Thonia dat nu niet? vraagt de man zich af. Als het meisje nu maar niet weggaat denkt hij angstig.

Zijn vrees is echter ongegrond. Het bhjkt, dat de kleine niet zo bang uitgevallen is. Ze hij st zich weer op de stoel en vertelt een heel verhaal over de school, die ze bezoekt. Over de juffrouw, die zo mooi vertellen kan en over de andere kinderen uit de klas. De man ziet aUes als het ware voor zich. Er schmlt een goede vertelster in het kind.

Om zo'n kind te bezitten... Wat moet dat eenrijkdomzijn, denkt hij en er tiekt een scherpe pijn door zijn hart. Hij drukt erop, maar dat helpt niet. Deze pijn is niet üchamehjk. Deze gaat dieper. "Ik moet om zeven uur thuis zijn", zegt de heldere kinderstem opeens.

Dan blijft ze nog maar een halfuur, gaat het door hem heen. Daama zal hij weer alleen zijn met Thonia.

De koekoeksklok laat het halve uur horen.

"Een vogeltje!" roept het kind verrast en wipt meteen van haar stoel.

"Vind je het mooi?" vraagt Thonia.

Tot zijn verbazing loopt ze naar de klok toe en dan weet hij helemaal niet meer wat hem overkomt. Ze tUt het kind zomaar op haar beste rode, pluchen stoelen!

"Goed kijken, hoor!" waarschuwt ze het meisje.

Daama draait ze de wijzers door naar zeven uur.

Het kind kijkt met open mond naar het vogeltje, dat uit het hokje zijn roep laat horen. 'Ktiekoek, koekoek', klinkt het. Zeven keer achter elkaar klinkt de roep door de kamer.

"Wat IS dat mooi!" zegt het meisje ademloos.

Weer draait Thonia de klok een half uur verder.

"Kijken", sommeert ze het kind.

Dat hoeft ze niet te zeggen. De kleine is één en al aandacht. "Nog één keer. Dan stop ik emiee", zegt Thonia.

Nu laat de vogel acht keer zijn stem horen.

De oude man zit perplex in zijn stoel. Dit heeft hij nooit achter zijn zuster gezocht. Maar het doet zijn hart goed. De klok wordt stügezet en Thonia beurt het meisje met een zwaai op de grond. De kleine kijkt nog vemikt naar de prachtige koekoeksklok.

"Ik wou, dat vidj zo'n klok met zo'n hef vogeltje hadden", zegt ze verlangend. Haar blonde krullen glinsteren m het lamphcht. De blauwe

Haar blonde krullen glinsteren m het lamphcht. De blauwe ogen kijken afwachtend naar het deurtje waar het vogeltje zich achter bevmdt. Maar dat komt nu niet meer tevoorschijn.

"Misschien vraag ik er wel één voor mijn verjaardag", zegt ze dan.

Wat een aardig kind is dat, denkt de man. Hoe veizint ze het zo snel.

"Is het al zeven uur?" vraagt het meisje opeens wat angsüg. "Nee hooi", antwoordt Thonia. "Dat duurt nog een kwartier."

"Een kwartier? Is dat lang?" vraagt het kind.

"Ja. Je krijgt eerst nog een beker chocolademelk. Als je die op hebt, is het tijd. Je lust toch wel chocolademelk?"

Het kind knikt.

"Alleen lust ik geen velletjes", zegt ze zacht.

De man schrikt. Wat zal Thonia zeggen? Hij heeft ook een hekel aan vellen, maar hij durft ze amper uit zijn koftïe te halen, als er één in zit. Thonia vindt dat overdreven. 'Ik zal de melk goed zeven", hoort hij zijn zuster tot zijn

'Ik zal de melk goed zeven", hoort hij zijn zuster tot zijn verbazing zeggen.

Hij kijkt Thonia verwonderd na, als ze naar de keuken loopt. Hij is nu samen met het kind in de kamer.

"U bent al heel oud, hè?" vraagt de heldere kinderstem opeens. 'T)an gaat u sterven. Net als mijn opa." Haar klare ogen kijken hem medelijdend aan.

Haar klare ogen kijken hem medelijdend aan.

"Maar als u een nieuw hart hebt, is dat niet erg, hoor. Dan krijgt u een wit kleed en mag u bij de Heere wonen."

Hij kan niet antwoorden. Zo raakt het hem. Een wit kleed... Een wat kleed... voor een vuUe zondaar! gaat het door hem heen. Och, meisje, dat kan voor mij niet! kermt het in zijn ziel. Maar er komt geen woord over zijn Uppen. "Opa shep in een kist en toen is hij begraven, maar zijn ziel is bij de Heere", praat de kleine verder.

Hij wil wat zeggen. Maar er komt geen geluid uit zijn mond.

"Nu is oma alleen. Dat is wel zieüg", zegt het kind en haar lip trilt een beetje.

Als hij dat verdriet ziet, kan hij opeens wel praten.

"Dan moet jij er maar vaak naar toe gaan", zegt hij. "Dat zal omafijnvinden."

"Ja", knikt de kleine en haar ogen kijken al weer opgewekt. Hij voelt eens in zijn broekzak. Daar zit zijn portemonnee. Met trillende handen zoekt hij er een paar guldens uit.

"Alsjebheft. Daar mag jij morgen wat lekkers voorkopen", zegt hij.

Hij stopt de portemonnee weer temg in zijn zak.

"Dank u wel. De koop er misschien wel drop vooi", zegt het kind. "Of een ijsje of een kaneelstok."

Ze is in gedachten bij al de heerhjke dingen, die ze ervoor kan kopen. Thonia komt binnen met een blad, waarop drie kopjes staan. Eén kopje is versierd met allemaal kleine bloemetjes.

"Dit kopje is voor jou", zegt ze tegen het meisje.

"Dat is een mooi kopje", antwoordt het meisje. "Er staan vergeet-mij-nietjes op."

"Ja, die hebben net zo'n kleur als jouw ogen", zegt Thonia. Dus dat heeft ze ook gezien, gaat het door de man heen. Hij begrijpt vanavond niets van zijn zuster. Ze is zo anders dan normaal. Nu is ze helemaal niet zo streng. Een kind... had van Thoma een andere vrouw gemaakt, weet hij opeens met zekerheid. Wie weet wat voor verdriet Diederick en zij om het gemis daarvan gehad hebben. In deze korte tijd ziet hij hoeveel hefde Thonia kan schenken aan een klein mensenkind.

De kleine handen houden het mooie kopje angstvaUig vast. Eerst kijkt ze of er geen velletje in drijft, ziet hij. Dan geniet ze met kleine teugen van de chocolademelk. Hij vergeet zijn koffie te drinken, zo neemt hij de kleine op. Met een zucht zet ze een poosje later het kopje neer.

"Het was lekker", zegt ze en veegt dan met haar mouw langs haar mond.

Thonia ziet het, maar ze zegt niets.

"Nu is het bijna zeven uur", zegt ze enkel. "Het is bedtijd. Geef de buurman maar een handje."

Weer mst het handje in zijn grote hand. Even houdt hij het vast. Iets langer dan de eerste keer.

(wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 mei 2003

Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's

Gelijk zich een vader ontfermt

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 mei 2003

Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's