Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Laat dat nooit meer gebeuren!

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Laat dat nooit meer gebeuren!

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een volk dat zijn geschiedenis vergeet, is gedoemd haar opnieuw te beleven. Daarom willen we de jaren van verschrikking, speciaal wat betreft het Joodse volk, nog eens onder de aandacht brengen van hen, die dat alles niet hebben meegemaakt.Hier is sprake van een drama, in feite een proces, een opeenvolging van steeds erger wordende kwellingen; een drama van vernedering, honger, angst en dood. Bergen-Belsen, Dachau, Auschwitz en Treblinka, het zijn slechts enkele van de vele namen, die in heel de wereld tot in lengte van jaren zullen blijven voortleven.

Het gaat hier niet om wat toevallige, ongeorganiseerde, op zichzelf staande daden. We hebben hier te maken met een systematisch, groot opgezette, uitvoerig beraamde en nauwkeurig berekende vorm van met elkaar samenhangende misdaden. Verschrikkingen die hun weerga in de geschiedenis niet vinden.

En het was allemaal nog vele malen erger dan we hier beschrijven konden. Ongetwijfeld kent u de foto's, gemaakt door officieel aangestelde persfotografen, bestemd voor de archieven van het Derde Rijk, voor de grote Himmler en de talloze kleine Himmlers, ter herinnering aan volbrachte heldendaden' waarvoor niet alleen extra rantsoenen jenever en sigaretten werden verstrekt, maar ook ridderorden werden verleend. Stelt U zich eens voor: zij, die een wisse dood tegemoet gingen, zagen de camera van de vijand op zich gericht. Je ziet de blikken van hoopvolle verwachting, van hopeloze vertwijfeling, van diepe ontsteltenis en stille berusting. Er zijn er op wier gezichten een glimlach van angst te bespeuren valt, kennelijk om de heren Duitsers genadig te stemmen. Anderen vallen op hun knieën voor die mannen in het Totenkopf-uniform en smeken om genade, omdat ze in deze beesten nog steeds mensen zien.

Maar niets vermocht hen te vermurwen. Ze zagen in deze angstige, gekwelde, dodelijk vermoeide smekelingen slechts ongedierte en ze voerden stipt de bevelen van hun opdrachtgevers uit

Laat het daarom een mené-tekel voor alle komende geslachten zijn! Pas als de Joden tot het uiterste gedreven werden, kwamen ze tot verzet. Dat gebeurde onder meer in Warschau.

Het getto van Warschau

De Duitsers lieten rond het getto van Warschau een muur bouwen. De Joodse Raad — een raad gevormd uit Joden die tot taak had Duitse bevelen uit te voeren - moest ervoor zorgen dat het geld voor de bouw ervan bijeenkwam. Het cement werd vermengd met puntige glasscherven. Van de huizen, die op de grens stonden, moesten de ramen en deuren - door Joden - worden dichtgemetseld. In het begin mochten de mensen nog naar hun werk, maar al spoedig werd het getto van de buitenwereld afgesloten en werden de poorten streng bewaakt. Meer dan 500.000 Poolse Joden zaten in een reusachtige kooi opgesloten en werden bedreigd door een wisse hongerdood. Steeds meer mensen werden aangevoerd in het toch al overvolle getto, het doorgangshuis op weg naar de dood.

Martelingen en openbare terechtstellingen waren aan de orde van de dag. Maar de grootste plaag was de honger. Een kilo brood, een half pond suiker, 1 ons jam en een half ons vet was het maandrantsoen. En de levensmiddelen, die ze kregen, waren ook nog van zeer slechte kwaliteit: afgekeurde partijen vet, minderwaardige meelproducten.

En zo namen armoede, honger en wanhoop toe, zonder dat er ook maar een enkele hoop op redding was. Toen in de winter de riolen dichtvroren, brak er tot overmaat van ramp in de volgepropte woningen ook nog vlektyfus uit. Dagelijks werden er zo'n 5000 uitgehongerden dood van de straat opgeraapt, op voorbijkomende handkarren geladen en naar massagraven afgevoerd. En wie hier de dood niet vond, wachtte een nog triester eind. In juli 1942 begon de afvoer van mannen,

vrouwen en kinderen naar het vernietigingskamp Treblinka, waar de gaskamers voor ontvangst klaar stonden. S.S.-ers drongen met hun schreeuwerige stemmen en stampend met hun met ijzer beslagen laarzen in groepjes van vier a zes man de huizen binnen en sommeerden de bewoners binnen vijf minuten de panden te ontruimen. Bij mensen, die niet snel genoeg opendeden, werden de ruiten ingeslagen en deuren ingetrapt. Met zweepslagen en geweerkolven werden de slachtoffers naar buiten gedreven. Veelal verschenen ze in nachtgewaad op straat. Het ging allemaal zo vlug, dat kleine kinderen in bed moesten achterblijven. Gesmeek van moeders mocht niet baten.

Ze werden in looppas door de straten van het getto voortgejaagd naar de goederentreinen die klaar stonden. Meer dan 400.000 mensen werden in drie maanden afgevoerd. Iedere dag vertrok er een trein met 5000 Joden naar Treblinka en tweemaal per week ging er één met 5000 Joden naar Belzee. De Joodse Raad moest voor de deportatielijsten zorgen. Ziekenhuizen en kindertehuizen werden het

Ziekenhuizen en kindertehuizen werden het eerst ontruimd. Daarna kwamen zij, die niet aan het arbeidsproces deelnamen, aan de beurt. Dagelijks vonden er klopjachten plaats op mensen, die vervolgens met 150 tegelijk in een wagon werden gestouwd waarvan de bodem bedekt was met een laag kalk en chloor waarover water was gegoten. Velen stierven onderweg.

Toen in Treblinka te veel mensen tegelijk aankwamen - men kon vier a vijf transporten van duizend Joden tegelijk opnemen - liet men de verzegelde wagons dagenlang staan. Zij, die het concentratiekamp binnenkwamen, werden in twee groepen gesplitst.

De ene groep bestond uit mensen die nog tot dwangarbeid in staat waren, de andere groep werd rechtstreeks naar de gaskamers en ovens afgevoerd. Ook de dwangarbeiders moesten vroeg of laat de gang naar de fusilleringskuilen of gaskamers maken. Iedereen, die zich ‘schuldig gemaakt’ had door van geboorte Jood te zijn, was een ter dood veroordeelde.

Na de grote deportaties keerde de rust in het ontvolkte getto van Warschau tijdelijk terug. Het bericht aan de achtergeblevenen dat alle weggevoerden waren omgebracht, leek te krankzinnig om waar te zijn. Het duurde lang, voordat ze begrepen wat ook hun te wachten stond. Ook hier opstand

Ook hier opstand

Himmler had het bevel gegeven het getto systematisch uit te roeien. Toen de deportaties na verloop van tijd dan ook opnieuw begonnen, vond de eerste gewapende ontsnapping plaats. Er was een Joodse verzetsorganisatie in het leven geroepen, die de bewoners opriep tot de strijd.

In het holst van de nacht werden onder de grond diepe gangen gegraven, waarvan er een paar buiten de muur van het getto uitkwamen. Hierdoor wist men de voor de strijd noodzakelijke wapens binnen te smokkelen. Ook waren er mensen, die op deze wijze probeerden te ontsnappen. In een koortsachtig tempo werden onderaardse bunkers gebouwd, waar vrouwen en kinderen beschutting zouden kunnen vinden. Op 19 april 1943 stormden de S.S.-troepen met tanks en artillerie het getto binnen. Ze stuitten daarbij op een onverwachte, heftige tegenstand.

Onophoudelijk klonken vanuit het getto kanongebulder en hevige ontploffingen. Met de moed der wanhoop vochten de Joden om iedere straat, ieder huis en iedere kelder. Het ging hen alleen om de eer. Ze wisten maar al te goed dat hun toestand hopeloos was. Het einde was voor vrijwel iedereen.... de dood! Stoottroepen werden ingezet, toen de Joden zich in de bunkers en de riolen hadden teruggetrokken. De riolen werden onder water gezet, zodat het verblijf ook daar onmogelijk gemaakt werd. Huizenblokken, waar nog Joden zaten, werden met vlammenwerpers in brand geschoten. De door het vuur bedreigde Joden sprongen in groten getale, soms met hele gezinnen tegelijk, uit de ramen of probeerden door middel van aaneengeknoopte beddenlakens beneden te komen. Er waren maatregelen getroffen om ook deze mensen onmiddellijk te liquideren. Een stoottroep ontdekte dat in een hoofdriool een niet te tellen aantal lijken dreef. Van de 42 bunkers, die de Duitsers aantroffen, waren sommige zó zwaar afgegrendeld, dat alleen een grote lading springstof de inzittenden kon vernietigen.

tenden kon vernietigen. Soms kwamen de Joden op het kritieke moment, vurend met in elke hand een wapen, te voorschijn.

Telkens gingen nieuwe wijken en straten in de vlammen op. In het getto hing voortdurend een dichte, bijtende walm. Een speciaal commando kreeg ten slotte de

Een speciaal commando kreeg ten slotte de opdracht de laatste nog overgebleven straten te vernietigen. Op de voorlaatste dag van het verzet werden de kapel, de lijkenhal en de bijgebouwen van het Joodse kerkhof opgeblazen. Als op 16 mei de synagoge in brand gestoken wordt, is de strijd gestreden.

S.S.-generaal Jürgen Stroop slaat het schouwspel met voldoening gade. Hij kan zijn superieuren meedelen dat minsten 56.000 “bandieten” in de strijd zijn omgéko men. De overigen zijn op de trein naar Treblinka gezet. Generaal Stroop kreeg het Ijzeren Kruis eerste klasse! Het boek "Mila” 18 van Leon Uris geeft een ontroerende beschrijving van deze opstand in het getto van Warschau.

Dat nooit meer!?

Als we geschokt door alles wat we gehoord en gezien hebben het museum verlaten, vragen we ons af: Hoeveel mensen waren er die niet zulk afgrijselijk werk als Eichmann hebben gedaan, maar die wél blindelings de wil van de Führer hebben uitgevoerd? De mensen van Lohamei Haghetteot wilden met hun museum voorkomen dat dit alles ooit nog eens gebeuren zal.

Nu, na 55 jaar

Maar dat is gebleken een illusie te zijn. Eigenlijk heeft Israël vanaf het moment van zijn onafhankelijkheid geen rustig ogenblik gekend. Het land is geen moment buiten gevaar. Oorlog en oorlogsdreiging zijn aan de orde van de dag. Afgezien van de oorlog in Libanon werd het tot viermaal toe gedwongen naar de wapens te grijpen. Twee intifada’s brachten het land enorme schade toe.

De haat van de Arabieren kent - al vanaf 1948 en eerder - geen grenzen. De bevolking wordt door zelfmoordenaars bedreigd. Het aankweken van haat is een onderdeel van de Palestijnse opvoeding. Islamitische imams roepen de moslims op alle Joden te vermoorden. De P.L.O. en El Fatah hebben maar één doel: Israël moet de zee in! Ismaël zal niet rusten voordat Izak uit de tent van Abraham verdreven is.

Saddam Hoessein stelde $ 25.000 beschikbaar voor het gezin van elke zelfmoordenaar. De media richten zich tegen Israël. Ze stellen zich zeer eenzijdig en negatief op, komen met halve waarheden en leugens. Telkens weer steekt er een storm van verontwaardiging op als Israël uit zelfverdediging maatregelen neemt. Opnieuw worden bij demonstraties nazileu

Opnieuw worden bij demonstraties nazileuzen geuit en hakenkruisen meegetorst. Weer worden synagogen vernield en Joodse graven beklad.

De Verenigde Naties, de Europese Unie en Rusland schrijven Israël de wet voor. Pax Christi, het Interkerkelijk Vredesberaad en de Wereldraad van Kerken doen eveneens een duit in het zakje.

Sharon doet er goed aan ook maar niet al te veel op de Verenigde Staten te vertrouwen. Als de oorlog met Irak is afgelopen - en die oorlog zal bij het plaatsen van dit artikel al wel ten einde zijn - wil president Bush zich gaan inzetten voor een Palestijnse staat, heeft hij Blair beloofd. Een Palestijnse staat: een staat binnen de staat; een rechtstreekse bedreiging; een uitvalsbasis voor de vernietiging van Israël. Het is naïef om te denken dat daarmee het Midden-Oosten-probleem wel zal zijn opgelost. De terroristische aanslagen op Israël zullen doorgaan. Het gevaar is niet denkbeeldig dat Sharon Amerikaanse steun nodig heeft om ten gevolge van een economische crisis aan een staatsbankroet te ontkomen. Hij zal dan om dollars te krijgen aan de eisen van Bush moeten toegeven. O, die politiek!

Wat voor een Palestijnse staat staan Bush en de westerse landen nu eigenlijk voor ogen? Zij krijgen te maken met een bevolking die is opgevoed bij het zaaien van dood en verderf. Als de beschaafde wereld nu werkelijk het terrorisme bestrijden wil (Afghanistan, Irak) waarom beijvert ze zich dan een nieuwe terroristenstaat te stichten?

Is het niet te begrijpen dat er Joden zijn die zich, gelet op alle bedreigingen, vertwijfeld afvragen of ze nu in het grootste getto aller tijden opgesloten leven? Iedereen keert zich tegen Israël. De Joden gaan nog steeds gebukt onder het juk dat het volk alle eeuwen door heeft moeten dragen. De moord op zes miljoen Joden heeft daarin geen enkele verandering gebracht! Het appèl dat de bewoners van de kibboets Lahomei Haghettaot met hun museum deden op mensen die de oorlog niet hebben meegemaakt, is gebleken een tevergeefs appèl te zijn.

En toch, het wordt anders

Maar Goddank, we hoeven niet in het negatieve te blijven steken. Dat zou zo zijn als Israël bestond bij de gratie van de Verenigde Naties, de Verenigde Staten of wie dan ook. Nee, de beslissingen vallen niet in Washington of waar dan ook, maar bij Hem Die op de troon zit.

De Joden zijn het volk waaraan God Zich - ondanks alles - verbonden heeft. En op die belofte komt Hij niet terug. Hij gaat daarbij wegen die wij niet voorzien hebben. Hij laat Zich niet narekenen. Hij komt bij alles wat er in deze wereld gebeurt tot Zijn doel. Hij schrijft de geschiedenis: “Zie Ik zal Jeruzalem stellen tot een lastige steen alle volken: alle, die zich daarmee beladen, zullen gewis doorstoken worden; en al de volken der aarde zullen zich tegen haar verzamelen” (Zacharia 12:3). De eerste tekenen daarvan ziijn al duidelijk waarneembaar.

Wie het voor zijn overleving vechtende Joodse staatje veroordeelt is een antisemiet. En het antisemitisme is niet anders dan een ‘’nee” zeggen tegen het plan van God met Israël.

Als we nog in de leiding van God in het grote wereldgebeuren geloven, dan moet ons toch wel opvallen dat de gebeurtenissen zich toespitsen op dat kleine volkje, dat daar ligt te midden van de volken op het kruispunt van drie werelddelen. Jeruzalem zal onder de heidenen vertrapt worden, maar er volgt een Goddelijk “totdat”.

Israël wacht een glorieuze toekomst, ook al zullen daar nog vreselijke dingen aan voorafgaan

Israël staat in Gods heilsplan centraal. God noemt Israël Zijn oogappel, Zijn knecht, Zijn erfdeel, Zijn eerstgeborene. Hij is bezig het volk uit Abraham gesproten te herstellen. De beloften van een nationaal herstel zijn vervuld, het geestelijk herstel komt ook. Alle pogingen die satan hiertegen zal ondernemen, lopen stuk op Gods eeuwig en onveranderlijk plan met Zijn volk.

Nu ligt er nog een deksel op het aangezicht van dat volk, maar als het deksel zal zijn weggenomen, zullen de Joden zien dat de Gekruisigde en de Opgestane de spil is waaromheen de eeuwen zich wentelen.

De wereldgeschiedenis nadert zijn laatste climax in de strijd tussen God en satan, tussen Christus en de antichrist, een strijd waarbij Israël op het allernauwst betrokken zal zijn. De uitslag is niet onzeker.

De dag nadert, dat tien mannen de slip van een Joodse man zullen grijpen en zeggen: “Wij zullen met u gaan, want wij hebben gehoord, dat God met U is” (Zacharia 8:23). En daar zal vast en zeker ook wel een Arabier bij zijn. En dan zal het voor Jood en voor heiden zijn: Eén kudde en één Herder (Johannes 10:16). v.H.

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 mei 2003

Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's

Laat dat nooit meer gebeuren!

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 mei 2003

Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's