Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gelijk zich een vader ontfermt

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gelijk zich een vader ontfermt

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

9-

"Een mens moet eens niet meer door kurmen", zei dominee onlangs, gaat het door haar heen.

Ze is in gedachten weer bij moeder. Die was ook altijd ijverig, maar andeis dan zij, Vaak genoeg las ze een stuk uit een goed boek en altijd had ze tijd voor iedereen.

Ze moet weer aan de slag, maar ze kan de gang niet te pakken krijgen,

"Eén cüng is nodig", zei dominee.

Voelde ze dat maar eens recht! Ze is al zestig jaar.

Zo wij sterk zijn, zeventig jaar en zeer sterk tachtig jaar, gaat het door haar heen.

De klok tikt de minuten weg en nog steeds zit Thonia op haar stoel.

Ze ziet op het moment moeder weer voor zich. Gebogen over een boek. Haar lippen bewegen. Zo verdiept is zij in de stof.

Moeder heeft het huis goed ondeihouden, maar ze wist, dat ze hier niet zou blijven. Dat drukte haar meer,

Thonia staat op. Ze loopt even naar buiten. Ze tourt over de weilanden, waar de blauwe lucht strak overheen gespannen staat. Nietig voelt zij zich en opeens heeft ze behoefte eens met iemand over moeder te spreken.

Ze stopt vandaag met de schoonmaak. Vanmiddag gaat ze naar tante Maria, moeders jongste zuster.

Het grote bejaardenhuis hgt verscholen achter hoge bomen. Vooraan sluit een smeedijzeren hek de laan af van de weg. Voorzichtig duwt Thonia het hek open. Het piept vervaarlijk. Dan stapt ze weer op haar fiets.

Een lange laan voert naar het huis toe. Hoge bomen staan aan weerszijden van het pad. De fietsband maakt een geultje in het witte grind. Ze moet oppassen, dat ze niet valt. Ze zou zich geen raad weten, als ze iets brak.

Voor het huis ligt een prachtige min, verdeeld in perkjes. Hoogbenige rode en gele mlpen wiegen zacht heen en neer. Er is ook een perkje met vergeet-mij-nietjes. Thonia moet er even naar kijken.

Vlak bij het huis staan violen. Gele, paarse en witte met donkere gezichtjes, die haar hjken aan te kijken. Zou tante daar ook wat van zien, of zou ze amper buiten komen?

Thonia pakt een doosje chocolaatjes uit haar fietstas. Dan duvrt ze de deur van het bejaardenhuis open. Tante heeft haar kamer op de derde verdieping. Thonia houdt niet van de hft. Ze neemt de trappen. Het trappenhuis ziet er oud uit. De stenen trappen zijn uitgesleten.

Op de gang kijkt ze naar de nummers op de deuren. De derde deur links is het. Zacht klopt ze op de deur,

"Binnen", klinkt een zachte vrouwenstem.

"Kijk nu eens, Thonia!" zegt de oude dame blij verwonderd.

Thonia hoort de blijdschap in haar stem en ze schaamt zich. Tante Maria is al tachtig jaar en ze komt er bijna nooit. Toen Diederick nog leefde, gingen ze bijna elke week. Nu is ze er al maanden niet geweest. Ze is altijd maar met het huis bezig. Diederick remde haar vroeger vaak af. Die vond dat helemaal niet zo belangrijk.

"Gaat het een beetje met je, kind?" vraagt tante. Dat kind verbreekt haar hart,

"Niet zo, zeker?" vraagt tante, "Ik weet wat het is, als je je geliefde moet missen. Jullie hadden ook geen kinderen net als wij. Dan valt het helemaal met mee,"

"Nee", antwoordt Thonia, maar dan ziet ze opeens hoe oud tante de laatste tijd geworden is. Of valt dat extra op, omdat ze haar zo lang niet gezien heeft'^

"Hoe gaat het met u?" vraagt ze daarom vriendelijk en ze probeert haar eigen verdriet weg te duwen,

"Dat gaat wel, hoor", antwoordt tante.

Nu weet Thonia nog niets. Ze is echt een zuster van moeder, denkt ze. Die kunnen hun innerlijk zo moeilijk blootgeven. Maar och, zij kan dat zelf immers ook niet. Alleen tegen Diederick kon ze dat, maar die had ook zo'n tact om iemand aan het praten Ie krijgen. Dat kwam voornamelijk, omdat hijzelf zo goed luisteren kon,

"Wat staan de bloemen er in de tuin van het huis prachtig bij, tante", gaat ze op een veUiger onderwerp over.

Het is immers zo moeilijk om eerlijk met elkaar te spreken, "Het gaat wel", zei tante, toen ze vroeg hoe het met haar ging-

Thonia denkt aan hetgeen dominee onlangs zei,

"Er wordt vaak gezegd: het gaat goed. Maar weet u wanneer het goed gaat?" vroeg hij, "Als een mens een geiedde ziel heeft in een gezond Uchaam."

Ze denkt eraan, maar ze durft het niet te zeggen.

Het is een gezellig uur bij tante in het knusse kamertje. Tante lijkt er ook door opgeknapt. Zou zij zich vaak eenzaam voelen? Dat zal vast wel. TTionia neemt zich voor om voortaan elke week een poosje naar tante toe te gaan.

Als ze temg fietst heeft ze een voldaan gevoel, Fredenk heeft gelijk, moet ze toegeven. Er zijn veel belangrijker dingen dan werken. Maar ze kent zichzelf. Het zal vaak toch niet gaan, zoals het hoort.

Als ze thuiskomt, ziet ze op haar horloge, dat het half vijf is. De hele avond ligt nog voor haar. Die moet ze alleen doorbrengen. Opeens benauwt het haar en mist ze Willem. Ze zet de fiets in het schuurtje achter het huis.

"Buurvrouw", klinkt een heldere stem.

De blonde krullenbol van het buurmeisje verschijnt door de poort.

"Da-ag", groet ze het kind.

Het meisje drentelt achter haar aan naar binnen. Samen drinken ze een glas vruchtensap. Het kind maakt geen aanstalten om weg te gaan,

"We eten pannenkoeken", vertrouwt ze de vrouw tegenover haar toe,

"Heerhjk", antwoordt Thonia.

"Vindt u die lekker?" vraagt het meisje verrast.

Ze glijdt van haar stoel en is verdwenen, Thonia begrijpt er niets van. Maar het komt haar goed uit. Ze verkleedt zich en bindt een schort voor. Ze wil toch de keuken verder afrnaken. Ze heeft de hele avond de djd. Als ze nu het porselein wast, kan ze morgen de rest doen. Ze is zo druk in de weer, dat ze de achterdeur niet open hoort gaan,

"Buurvrouw,"

Ze kijkt verschrikt om. Dan ontwaart ze de kleine krullenbol. Ze staat voor haar met een rieten mand.

"Dit is voor u", zegt ze bhj,

Thonia gaat even zitten. Ze pakt de mand op haar schoot. Over de mand hangt een geblokte theedoek. Als ze die wegneemt ziet ze een schaaltje. Daarin liggen vier knapperige panneiikoeken,

"Die zijn voor u en voor de buurman", zegt het kind.

"Dat is aardig van je moeder. Dank je wel, hoor. Die zullen lekker smaken", zegt ze.

Het gebaar doet haar goed.

"U moet ze nu opeten", zegt de kleine. "Ze zijn net gebakken."

Ze blijft aandachtig wachten, totdat Thonia eraan begint. "Wil je ook een pannenkoek?" vraagt Thonia.

"De heb er al twee op. Heel dikke", zegt ze parmantig.

Thonia vouwt haar handen. Het kind wacht stil.

'Wat bidt u allemaal?" vraagt het later. "U praat zo lang tegen de Heere."

De vraag ontroert haar.

"Om een zegen voor het eten", antwoordt ze, "en ook om een nieuw hart."

"Dat doe ik ook altijd", zegt de kleine. "Lekker zijn ze, hè?' vraagt ze blij afwachtend aan Thonia.

Ze stapt zo op een ander onderwerp over. Zo'n kleintje toch, denkt Thonia vertederd.

"Ja, ze zijn heerlijk", antwoordt ze.

"Is de buurman er niet?" vraagt de kleine. "Zijn pannenkoeken worden helemaal koud."

"Nee, die is een paar dagen logeren." (wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 juni 2003

Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's

Gelijk zich een vader ontfermt

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 juni 2003

Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's