Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Heen En Weer Geslingerd Geloof

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Heen En Weer Geslingerd Geloof

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

“En terstond de vader van het kind, roepende met tranen, zeide: "Ik geloof, Heere! kom mijn ongelovigheid te hulp. ” (Markus 9: 24)

Gelooft deze man nu wel of niet? Onwillekeurig rijst deze vraag als je bovenstaande woorden leest. Hij wordt in ieder geval heen en weer geslingerd tussen geloof en ongeloof. En het zou wel eens kunnen zijn dat u dit herkent in uw eigen leven. Het levende geloof is dikwijls een aangevochten geloof. Er is immers veel wat strijdt met Gods macht.

Neem nu de omstandigheden van deze man in Markus 9. We weten niet hoe hij heet. Hij wordt doorgaans aangeduid met de naam van de ziekte waar zijn kind aan lijdt: de vader van de maanzieke jongen. Het gaat om diepingrijpend leed. De verschijnselen doen op het eerste horen denken aan epileptische aanvallen. Maar er is meer aan de hand. Het kind is ook stom en doof (vers 25) zodat hij niet kan spreken of horen. Bovendien is er sprake van een boze geest die de jongen aangrijpt (vers 18) en hem zelfs in het vuur en in het water werpt (vers 22). Er is dus bezetenheid in het spel. Een ontstellend lijden voor deze jongen en ook voor zijn ouders die volgens Lukas maar één zoon hebben. Laten we deze "maanziekte" niet te gauw verbinden met ziekten die wij vandaag kennen. "Onze moderne ziektebeelden zijn niet toereikend om de kwaal van deze mens te beschrijven, vooral omdat de kwaal, het kwaad geduid wordt als een uiting van demonie", las ik ergens. Daarom verdiepen we ons niet te veel in de ziekte van deze jongen. Belangrijker is dat Jezus de werken van de duivel verbreekt.

Daarbij speelt het geloof van de vader een belangrijke rol. Hij zoekt zijn heil bij Jezus. Dat is het beste wat we kunnen doen, in welke omstandigheden we ons ook bevinden. Bij Hem zijn we op het goede Adres. En dan vraagt Jezus in vers 23 nadrukkelijk om geloof. Alle dingen zijn mogelijk voor wie

.... gelooft! Maar - dat is wel een opgave. We merken het aan de vader van de maanzieke jongen. Geloof en ongeloof strijden bij hem om de voorrang. En toch komt het tot een doorbraak. De man is hevig geëmotioneerd.

De tranen staan in zijn ogen. En zijn stem schiet uit als hij roept: "Ik geloof, Heere!

Kom mijn ongelovigheid te hulp." De Statenvertaling heeft ongelovigheid - dat klinkt wat verzachtend. Maar in het Grieks staat ongeloof. Deze vader wordt heen en weer geslingerd. Wat wilt u! Juist op dit moment wordt zijn zoon aangevallen door de boze geest. Om dan nochtans te geloven dat Jezus uitkomst kan geven - dat is in één woord een gevecht.

Wat kunnen bepaalde omstandigheden ons doen twijfelen aan de macht van de Heere. Zorgen die ons beklemmen. Of zonden die ons neerdrukken. De vader gelooft! Hij werpt zich als het ware in Jezus’ armen met al zijn nood. Maar - tegelijk wordt hij besprongen door ongeloof. Geloof en onge­loof kunnen zo dicht naast en zelfs door elkaar liggen. Herkennen we het? Hoe zou het komen dat de woorden van deze vader-innood zo dikwijls worden aangehaald? In gesprekken en ook in de prediking? Omdat ze inderdaad herkenning en instemming oproepen. Perfect geloof bestaat niet. Dat moeten we ook niet van elkaar of van onszelf eisen. Volgens Luther is het geloof een "onrustig ding". We komen diezelfde onrust in de psalmen tegen. Bestrijding en vertrouwen wisselen elkaar voortdurend af. Het levende geloof heeft iets van de branding. Golven van geloof en ongeloof botsen tegen elkaar aan met alle gevolgen van dien. Wat kan de spanning hoog oplopen!

Het mag ons troosten dat de Schrift daar eerlijk over spreekt en geen "modelgeiovigen” tekent. Gelukkig niet! Weet u wat de Heilige Geest ons door middel van deze geschiedenis wil leren? Om niet in ons eigen geloof te geloven maar alleen in de Heere op Wie het geloof zich richt. Dit laatste lijkt een subtiel verschil, maar het is wel van levensbelang.

Soms horen we mensen in moeilijke omstandigheden zeggen: "Gelukkig heb ik mijn geloof nog". Ik begrijp best wat ze daarmee bedoelen. En toch is het arm als je het van je eigen geloof moet hebben. Het is beter om te belijden: "Gelukkig heb ik mijn Gód op Wie ik bouw". De vastheid ligt in God en niet in mijn geloof. Daarom kan ik alleen op de Heere terugvallen en niet op mijn eigen geloof. Waag het met Hem. Zou onze nood (welke dan ook) groter zijn dan de Helper? U mag zelf het antwoord geven. Weet dat een ieder, die in Hem gelooft, niet beschaamd zal worden (Rom. 9:33). Ook niet als het om een heen en weer geslingerd geloof gaat. In Gods oog is bestreden geloof tóch voluit geloof! ‘Het rijkste is dat Hij het Zelf in stand houdt

‘Het rijkste is dat Hij het Zelf in stand houdt door de Heilige Geest.

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 juni 2003

Eilanden-Nieuws | 18 Pagina's

Heen En Weer Geslingerd Geloof

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 juni 2003

Eilanden-Nieuws | 18 Pagina's