Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gelijk zich een vader ontfermt

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gelijk zich een vader ontfermt

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

-13-

Tombo luistert feilloos. Dat verbaast Willem elke keer weer. Met zijn grote kop ligt hij over de mand naar Willem te kijken. "We kunnen vandaag niet uit, Tombo", praat WiUem tegen

"We kunnen vandaag niet uit, Tombo", praat WiUem tegen hem.

Bij het woord 'uit' komt de hond overeind.

"Af', maant Frederik hem.

Dan legt de hond zich weer neer.

Buiten begint het lichter te worden. De zon komt voomchtig door de wolken.

"Misschien wordt het toch nog weer om te wandelen, Willem", zegt Toke.

Ze schenkt een tweede kopje koffie in. Er komt een auto de hof oprijden.

"Dat zal de vertegenwoordiger zijn", zegt Frederik. "Hij zal ook wel een kop koffie lusten."

Toke haalt alvast een kopje uit het hoekkastje. De deur gaat open en er komt een blonde man de keuken binnenstappen. Het üjkt of het bloed uit Willem zijn lichaam wegtrekt Die man hjkt op haar! gaat het door hem heen. Maar meteen roept hij zichzelf tot de orde. Hij ziet dingen, die er niet zijn Tenminste niet hier...

"Mijn broer", stelt Frederik hem aan de vreemdeling voor. De jonge man noemt zijn naam. Willem luistert naar de gesprekken, die over het voer van het vee gaan. Wat is het behaagüjk nu zijn gedachten eens ergens anders bij te kunnen houden, bedenkt hij opeens, zodat hij niet steeds aan vroeger hoeft te denken. Hij merkt niet, dat er een zucht uit zijn borst ontsnapt.

"Een zucht geeft lucht aan een hart vol smart", zegt Toke zacht.

Haar blauwe ogen kijken hem vriendelijk aan. Haar zacht, blond, krullend haar omlijst haar gezicht en geeft er iets teers aan. Iets moederhjks. Als hij aan één mensenkind zijn hart zou willen luchten, zou het aan deze vrouw zijn, weet hij opeens. Maar dan zal de tijd er voor moeten zijn en de gelegenheid.

Soms zou hij het willen: de zware last, die hem drukt, eens aan een ander voor te leggen. Maar het zal immers niet helpen. Het zal alleen wat verlichting geven. Eén is er maar. Die hem helpen kan en daar heeft hij geen recht op!

Stil zit hij weer voor zich uit te staren. Zijn gedachten gaan terug naar een zonnige lentedag in dat verre land. Hij ziet zichzelf lopen op de smalle bosweg. Ver van huis, ver van moeder.

Hij hoort in de verte de stemmen van Frederik en de verte­ ziet hem tobben. Daar kan ze slecht tegen. genwoordiger, maar zijn aandacht is er niet meer bij. Toke

"Het wordt nog mooi weer, Willem", onderbreekt ze zijn gepieker.

Haar blauwe ogen houden even zijn bruine vast. Ze schrikt van de wereld van ellende die ze daarin bespeurt. Willem heeft wat. Willem is geen patiënt. Hij draagt een last. Een last, die hem dreigt te verpletteren. Niet alleen deze laatste tijd is dat zo. Al jaren drukt die hem. Eigenüjk al zolang ze hem kent. Hij is nooit echt rustig van binnen. Hij is... een . gedrevene.

Een stroom van medelijden welt op m haar hart. Het breekt baan in haar ogen. Snel draait ze zich om. Ze wü niet, dat de mannen haar ontroenng zullen zien.

Bij de granieten aanrecht maakt ze nog een kop koffie voor de vertegenwoordiger klaar.

"Je moet vanmiddag de buitenlucht in, Willem", zegt ze zacht, als ze het kopje neergezet heeft.

Het üjkt wel of hij nog smaller geworden is, gaat het door haar heen. Als je hem vergehjkt met Frederik, die daar breedgeschouderd aan tafel zit, valt het helemaal op.

"Eigenüjk moetje op Belford lerenrijden",fluistertze.

Ze wil Frederik en de vertegenwoordiger niet storen in hun gesprek.

Ze weet zelf hoe rustgevend het is met het paard op pad te gaan. Als ze op de zachte, deinende paardenrug in de weidse natuurrijdt,komt ze echt totrast.De laatste tijd gaat ze steeds vaker een poosje op Belford de natuur in. Dat moest Willem ook kunnen. Frederik moet het hem leren. Ze zal het er vanavond met hem over hebben, neemt ze zich voor. Na drie kwartier stapt de vertegenwoordiger op. Fredenk vergezelt hem naar de auto. Daar praten ze nog een poosje na. Buiten schijnt de zon, al zijn haar stralen niet uitbundig. Toke gaat de was ophangen. Willem bhjft alleen in de keuken achter.

Plotseling staat hij op. Hij moet wat doen. Hij kan het bmnen niet langer uithouden. De herinnering is weer zo sterk. In de grote schuur zoekt hij de borstel van Belford op. Het duurt even, voordat hij hem gevonden heeft. Dan neemt hij een halster van de haak en een touw om Belford vast te kunnen binden. Buiten komt Tombo hem bhj tegemoet spongen. Willem klopt hem op zijn brede kop.

"De heb nu geen tijd voor je", zegt hij. "Misschien vanmiddag."

Tombo schijnt hem te begrijpen. Met zijn staart tussen zijn poten druipt hij af.

"Je mag wel mee", zegt Willem, die medeüjden met het dier heeft. "Kom maar, ik ga Belford borstelen."

Nu maakt het dier geen verslagen mdruk meer. Hij loopt parmantig naast Willem naar de wei.

"Belford", roept Willem en hij duvrt het houten hek open, dat het weiland afsluit van het smalle pad. Tombo gaat mee de wei in. Secuur sluit.Willem het hek achter zich toe. Belford heft zijn glanzende hoofd omhoog. Hij hinnikt en komt naar Wdlem toe lopen.

"Best beest. Ik zal je eens flink borstelen", praat Wülem tegen het dier en klopt hem op zijn nek.

Een duw met de natte neus tegen zijn arm is de belomng. Hij doet het paard het halster om en bindt daaraan het touw. Nu kan hij het paard aan het hek vast zetten. Dan borstelt hij het dier heel nauwkeurig. Hij begint met het hoofd. De fluwelen ogen kijken hem vol vertrouwen aan. Hij kent mij, denkt Willem. Hij streek Belford over zijn hals. Tombo kan dat niet goed hebben. Die duwt zijn zware kop meteen tegen Willems broekspijp.

"Ja, jij bent ook een braaf beesf', praat Willem.

Je kunt merken, dat Fredenk en Toke veel van hun dieren houden. Dat ze er heel betrokken mee omgaan.

Tombo knjgt met gauw genoeg van het aanhalen, maar dan duwt Willem hem resoluut aan de kant.

"Ik moet verder, Tombo, anders kom ik niet klaar", zegt hij. Tombo loopt nu om het paard heen.

"Af, Tombo", zegtWiUem die merkt, dat Belford daar onrastig van wordt.

Tombo strekt zijn logge hjf uit m het malse gras. Hij knippert eens met zijn ogen en laat dan zijn kop gelaten op zijn poten zakken. In de verte klinkt het geluid van de tractor van Frederik. Die gaat weer aan de slag.

Willem borstelt het dier, totdat het glanst als een spiegel. Wel denkt hij aan de waarschuwing, die Frederik hem gaf. "Pas op, dat je niet vlak achter hem gaat staan. Dan kan hij achteruit slaan."

Daar let hij goed op. Op een afstand bekijkt hij een tijd later het resultaat. Hij is tevreden. Het dier ziet er schitterend uit. Tombo begint ongeduldig te worden. Hij wil nu zeker een eind gaan lopen. Dat kan eigenüjk nog best, ziet WiUem, als hij zijn horloge raadpleegt. Hij bekijkt Belford nog eens nauwkeurig. Dan haalt hij het halster van de paardenhals. Tombo springt meteen overemd.

"Het heeft zeker lang genoeg geduurd naar je zm. Kom, we gaan", zegt WiUem.

De hond springt luid blaffend voor hem uit. Met een klap valt het hek achter Wülem dicht. Belford steekt zijn lange hals over het hek naar Wülem uit. Hij wü nog eens aangehaald worden. Wülem streelt hem.

(wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 24 juni 2003

Eilanden-Nieuws | 6 Pagina's

Gelijk zich een vader ontfermt

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 24 juni 2003

Eilanden-Nieuws | 6 Pagina's