Tolle Lege
De cactus bloeit
"Hij stond daar maar langs de weg te staan, meer dood dan levend, en met gevaarlijk uitziende doornige stekels. Al jarenlang was deze cactus een herkenningspunt voor mij op de weg van Phnom Penh naar Kompong Cham. Hij deed me aan het land denken waar ik nu woonde, Cambodja. Een land dat na decennia van oorlogen en conflicten nog net leefde. Of beter gezegd: overleefde. In je contacten ermee kon je je lelijk verwonden. Pas jaren later kwamen er voor het eerst bloemen aan de cactus. Fragiel en kortdurend. Als de zon achter de wolken verdween, gingen de bloemen weer dicht. En toch: er kwamen steeds meer bloemen. Ook in Cambodja zag ik na jaren van moeizaam werken meer bloemen komen. En ze werden ook steeds sterker. De cactus kwam in bloei. Later kreeg die cactus voor mij een dubbele betekenis. Niet alleen het land Cambodja, maar ook de nieuwe ramp van de aids-epidemie zag ik erin terug. Aids, een dodelijke ziekte, die de patiënt, zijn gezin, de economie en de maatschappij ruïneert. Weer een stekelige cactus, nu zelfs zonder hoop op overleven. Maar ook nu kwamen er weer bloemen. Cambodjanen zetten zich in voor elkaar om samen deze ramp aan te kunnen en om een weg naar de toekomst open te houden... ”
Op een betere wijze dan door middel van dit aansprekende beeld had Diny van Bruggen haar boek niet kunnen introduceren. Sinds begin jaren tachtig werkt zij als kinderarts vóór en mét de Cambodjanen, aanvankelijk in vluchtelingenkampen, later op andere wijze, vooral via allerlei kleinschalige projecten in dit door oorlogen en andere calamiteiten geteisterde land. Haar nieuwste boek geeft een bewerking van haar dagboekaantekeningen over de periode september 1999 tot mei 2003. He^is een boek dat aangrijpende 'rampspoed en nood, leed en tranen beschrijft, maar daarnaast ook onbaatzuchtige hulp. Over pijnlijke stekels dus, maar ook over bloemen van hoop.
Velen zullen zich de naam van dokter Diny van Bruggen herinneren als degene die vele jaren het gezicht was van de Stichting Zuid Oost Azië. Hoewel zij - ook in dit boek - telkens weer van zichzelf afwijst, was en is zij de stimulerende factor achter veel hulpverleningsprojecten in het Verre Oosten. Een vrouw met een kloppend hart voor de nood van anderen.
Cambodja heeft een lange periode geleden onder het verschrikkelijke terreurbewind van Pol Pot en de Rode Khmer. Aan het begin van de jaren negentig werd dat bewind verdreven en kwam de tijd om het geruïneerde land op te bouwen. Maar het duurde niet lang. Er kwam een nieuwe vijand. Voor het eerst uit het naburige Thailand meegebracht door de soldaten van de VN-vredesmacht: de ziekte aids. In twee jaar tijd nam het aantal met HIV besmette prostituees toe van 0 tot 40 procent. In 2002 waren er al 80.000 Cambodjanen aan aids overleden. Naar verwachting zullen er nog vele honderdduizenden volgende voordat de epidemie is uitgewoed. Natuurlijk is in de strijd tegen aids de preventie van groot belang. Maar niet minder nodig is de verzorging van en de aandacht voor de patiënten. En vooral de zorg voor de talloze weeskinderen, van wie een groot deel ook zelf - voor de geboorte al - besmet is met hetzelfde virus. Mevrouw Van Bruggen doet haar werk via
Mevrouw Van Bruggen doet haar werk via de Cambodjaanse hulpverleningsorganisatie Spie-en, samen met de Nederlandse stichting De Brug. In Cambodja is maar een kleine christelijke minderheid. Daarom werken daar christenen en boeddhisten samen aan de opbouw van het land en aan de hulp voor zieken en stervenden. Diny van Bruggen schroomt niet om te vertellen wat haar daartoe beweegt: haar geloof in de God van de Bijbel.
Ik geef nog enkele fragmenten uit dit uiterst aangrijpende boek.
“Vandaag weer huisbezoeken met de aidsvrijwilligers in Prey Chhor. (...) Even verderop vraag ik iemand wat zijn grootste zorg is. Ik had het antwoord kunnen weten, het is steeds hetzelfde: ‘We huilen om onze kinderen. Wie zal straks voor hen zorgen? Ze worden verkocht of verhandeld of ze moeten gaan bedelen in Phnom Penh. Onze familie is arm, heeft zelf honger en opa en oma hebben zelf nauwelijks te eten, laat staan dat ze een kleinkind kunnen voeden'. ” (61).
“De volgende dag zie ik tweemaal harstochtelijk huilende patiënten. Ik huil mee, van verdriet maar ook van blijdschap. De eerste is een jonge vrouw, besmet door haar reeds overleden man. Haar hele lichaam is bedekt met zwarte plekken, ze heeft grote zwellingen onder de oksels en is dodelijk vermoeid. Met haar zeer mooie 8- jarige dochtertje zit ze op een houten bed onder haar huis: ‘Als ik gestorven ben, zal mijn dochter geen leven meer hebben. Ze heeft niemand die voor haar zorgt. Ze zullen haar misbruiken en verhandelen in de seksindustrie in Phnom Penh.' Ze huilt hartstochtelijk en wij huilen met haar mee. Toch kunnen we ook hoop geven en een belofte doen: ‘Wij zoeken een tweede gezin voor je kind en zorgen ervoor dat ze naar school kan en te eten heeft. ’ De vrouw is echter zo wanhopig dat dit goede nieuws niet meer tot haar lijkt door te dringen. ” (105).
“Als laatste persoonlijke herinnering aan deze reis noem ik hier de bijbelstudie in de kerk in Prey Chhor: mensen van alle leeftijden die in groepjes bij elkaar op de grond zitten en zeer geïnteresseerd Gods woord bestuderen. ” (75).
Een hartelijke aanbeveling van dit boek. En vooral van het werk van de stichting De Brug. Nadere informatie vindt u op de website www.stichtingdebrug.nl.
N.a.v.: Diny van Bruggen, De cactus bloeit. Dagboek over aidszorg in Cambodja. Uitgeverij Kok te Kampen. Paperback. Geïllustreerd. ISBN 90-435-0829-2. 199 pag. Prijs € 17,90. J.M.J. Kieviet
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 30 december 2003
Eilanden-Nieuws | 24 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 30 december 2003
Eilanden-Nieuws | 24 Pagina's