Als het goede slechte mensen treft

Het was in Nederland in 1984 en 1985 het best verkochte non­fictieboek. Veel jaren achtereen had het een plaats in de toptien. Ik doel op het in het Nederlands vertaalde boek van de Amerikaanse rabbijn Harold Kusher dat de titel heeft 'Als 'kwaad goede mensen treft'. In nog geen vier jaar waren er meer dan 100.000 exemplaren van verkocht. En nog steeds heeft de uitgever dit boek in zijn fonds.

Kusher schreef zijn boek na een bittere ervaring in het leven van hem en zijn vrouw. Toen hun zoontje Aaron drie jaar was, kregen zij te horen dat deze leed aan een ongeneeslijke ziekte tengevolge waarvan hij voor zijn vijftiende jaar zou sterven. Kusher publiceerde zijn boek na de dood van hun jongen. Het is een boek over het thema 'God en het lijden'. Hij verwerpt de almacht van God met het argument dat zo'n idee het lijden alleen maar verzwaart. Het is niet God, aldus Kusher, die het kwade zendt. Het kwaad overkomt de mens. Het behoort tot de toevalligheden van het menselijke bestaan. God kan het ook niet helpen wanneer het kwaad goede mensen treft. Maar God wil in het leed dat mensen treft, wel helpen... Het boekje dat een enkele week geleden bij

Het boekje dat een enkele week geleden bij uitgeverij De Banier te Utrecht verscheen, heeft een tegengestelde titel. 'Als het goede slechte mensen treft'. Ook dit werkje is door een theoloog geschreven. Ook uit de Engelstalige wereld. Dr. John H. Gerstner leefde van 1915 tot 1996 en was meer dan 30 jaar als hoogleraar kerkgeschiedenis verbonden aan het Pittsburgh Theological Seminary. Hij was een groot kenner van het werk van Jonathan Edwards en publiceerde diverse geschriften over de theologie van Edwards. Gerstner laat zich in dit kleine maar diepborende boekje kennen als een origineel en pnkkelend schrijver. Het thema 'God en het lijden' dat hij aansnijdt, is op zichzelf niet nieuw, maar wel zijn aanpak en analyse van dit thema. Hij durft de stelling aan dat met zozeer het verdriet en het lijden het echte probleem vormen. Hij doet deze bewering aan het begin van zijn iDoekje. Daarmee prikkelt hij zijn lezers tot de vraag wat dan wel het echte probleem onder de mensen zou zijn. Maar voordat hij daarop antwoord geeft, zet hij eerst iets uiteen over onze godsbeelden. "Verdriet en lijden brengen een dilemma met zich mee. Filosofen beweren doorgaans: Als God goed is, dan is Hij nietalmachtig en als Hij almachtig is, dan is Hij. geen goede God. Lijden, zo stellen zij, is niet; te verenigen met een almachtige, ons goed­; gezinde godheid. Ais God zowel goed alsi almachtig was, zou Hij het lijden nooit toe­! staan. En omdat lijden en verdnet daadwer­; kelijk voorkomen, is Hij of met goedwillend, of met almachtig." '. In antwoord daarop brengt Gersmer het ele­;

In antwoord daarop brengt Gersmer het ele­; ment van de zonde ter sprake. Evenals lijdei> en verdriet in de wereld voorkomen, zoi bestaat ook de zonde. Zonde is het schenden; van de morele wet van God. Het is een misdaad. En een misdaad moet gestraft wordenJ God straft ook de misdaad van de zonde. Hi^ doet dat om te beginnen hier en nu. Het lijden en het verdriet dat mensen overkomt« heeft met die straf op de zonde te maken; "Waren er geen zonden, dan waren er geen wonden." Deze laatste uitdrukking is wel niet in dit boekje te vinden, maar de gedach­; te erachter des te meer. Gerstner poneert nu zijn stelling dat niet

Gerstner poneert nu zijn stelling dat niet zozeer verdriet en lijden het eigenlijke probleem van de mensheid vormen, maar de vreugde en het genieten. Immers, hoe is het eigenlijk mogelijk dat God ons nog doet genieten en dat hij vreugde geeft in deze zondige wereld? Wie meent dat lijden en verdriet een probleem zijn, beweert dat we ze eigenlijk niet verdienen. Zo wordt gedacht "door de van God losgeraakte mens." Daartegenover zegt Gerstner dat hef lijden in deze tegenwoordige tijd niet eens een voldoende vergelding is voor wat we verkeerd doen. We kunnen ons volgens hem zelfs afvragen: waarom zo weinig lijden? Waarom genieten we nog zoveel? Natuurlijk is er wel de aanvechting van de

mate van het lijden en de verdeling van het lijden over het geheel van de mensheid. Ook in de Bijbel zelf horen we klagen door godvrezende mensen als Asaf en Job. Maar voor degenen die de Heere vrezen, is het lijden niet langer een bestraffing, het is eerder een kastijding. De Heere kastijdt degenen die Hij liefheeft. Hij bedoelt ermee dat ze zich oefenen in de onderwerping aan Hem. Nadruk legt de schrijver op de gave van de

genadetijd. God wil dat we ons afkeren van onze zonden en dat we ons naar God wenden. Met dat doel legt Hij lijden en verdriet in het leven van de goddelozen. De Heere is heilig en machtig. Maar Hij is ook genadig, zo beklemtoont de schrijver tenslotte. God is tot het betonen van die genade niet verplicht. Tot het handhaven van Zijn rechtvaardigheid is Hij wel gehouden. Dat is Hij verplicht aan Zijn eigen God­zijn. Maar nu is er bij God een weg om absolute rechtvaardigheid en oneindige genade met elkaar te verenigen. Het is door Zijn Zoon, de Heere Jezus Christus. Wie in Hem gelooft, zal leven. Dat leven, het eeuwige leven, is alle lijden en verdriet te boven! Dr. Gerstner schreef een beknopt maar veel

zeggend boekje. Ik beweer met dat in dit korte bestek alle vragen worden beantwoord. Maar wel dat er een bijbelse, eerlijke en troostvolle boodschap wordt verwoord. Een betere boodschap dan Kusher in zijn aangrijpende maar troosteloze boek geeft...

N.a.v.: Dr. John H. Gerstner, Als het goede slechte mensen treft. Uitgeverij De Banier, Utrecht. Brochure. 31 pag. ISBN 90­336­0560­0. Prijs €3,95.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen