Daar ruist langs de wolken; Geen andere Naam waardoor wij zalig kunnen worden!
Wat is de naam van Het Kerstkind? Zijn naam brengt hoop aan ‘t bange hart, Vol twijfel, vrees en pijn, Hij brengt er vreugd in plaats van smart, Een hemelvreugd zo rein.
Het licht van Christus’ geboorte is een nieuwe schakel tussen hemel en aarde. Hier de zegening, daar de heerlijkheid. Aan het eind van Zijn aardse loopbaan zegent Hij met opgeheven handen Zijn discipelen, laat de mens vrede en welbehagen na en daarna vaart Hij op tot God in de hoge. Van dat ogenblik af vangt het belangrijkste feit in de geschiedenis aan - de krachtigste factor tot maatschappelijk herstel, de machtigste invloed van geestelijke ervaring, welke haar opheft en veredelt tot ten laatste het Christendom zijn eigen getuige geworden is - sterker dan al zijn wonderen, het wonder der eeuwen, getuigend van Jezus als de Zoon van God en van Zijn Woord als de kracht eens overvloedigen levens.
Een klein meisje van een jaar of vijf met een opgewekt gezicht sprong op zekere warme zomerdag de eetkamer in, strohoedje op, bal in de hand, vervuld met haar spel. Terwijl zij weer naar buiten wilde hollen, hield haar moeder haar vast met de woorden: ‘Zou je niet liever in de kamer spelen? De zon is te warm vandaag. ’ ‘O nee, moeder - toe, mag ik in de tuin, ik
‘O nee, moeder - toe, mag ik in de tuin, ik vind het er nu juist nog veel fijner’ ‘Waarom?’ vroeg haar vader, die bij het raam zat, terwijl hij zijn dochtertje op zijn knie trok.
‘k Hou van de tuin, ’ zei ze en toen, wat verlegen, en haart krullekopje wat gebogen, liet zij volgen, ‘omdat er daar geen zoldering is tussen Jezus en mij. ’
O, wondere liefde van een kind voor Hem, die eens het heilig Kind van Bethlehem was! Er mag daar ‘niets tussen’ zijn, tussen Zijn hart en het onze, als wij nog eenmaal vol eerbied ons nederbuigen voor de kribbe van Christus en nogmaals overdenken de naam van het Kind in de kribbe. ‘Gij zult Zijn naam heten Jezus. ’ Matth. 22. Geen andere naam, waardoor wij zalig kunnen worden!
‘Redder’
en zendeling vertelde mij eens: ‘Toen ik naar Afrika ging, was daar geen geschreven taal. Daarom werd ik genoodzaakt hier wat en daar wat op te vangen uit de gesprekken der inlanders. Eén woord begeerde ik te vernemen - maar nimmer hoorde ik het. Twee en een halfjaar gingen voorbij en het scheen wel of ik nooit zou opschieten, als ik dat woord niet vond. Eens op een avond hoorde ik de mannen allerlei avontuurlijke verhalen vertellen. Een vertelde hoe zijn meester hem gered had van een leeuw. Ik luisterde met gespannen aandacht, hopende het woord, waar ik zo lang naar zocht, eindelijk op te zullen vangen. Het verhaal was uit - en het woord niet gebruikt. Droef werd mijn hart; ijdel bleek mijn hoop. Nadat wij uit elkaar gegaan waren, riep ik de man en vroeg hem: ‘Hoe noemde je je meester, toen hij je van die leeuw redde?' Dadelijk gebruikte hij het verlangde woord -Redder, en ik was in staat, voor de eerste maal, hun duidelijk te maken, wat de Heiland voor hen wilde zijn. Met blijdschap op zijn gelaat vernam hij de boodschap en riep uit: ‘‘Is dat dan wat gij ons al die tijd probeert te vertellen?’
Vier jaar bracht de zendeling in Afrika door. Gedurende veertien maanden zag hij geen brood, maanden lang teerde hij op Afrikaanse bonen en verzuurde melk. Van alles heeft hij gegeten, van mieren af tot rhinoceros toe. Dertig maal overviel hem de koorts. Hij werd aangevallen door een bende inlanders; drie maal had hij zich tegen een leeuw verdedigd, maar dat alles zou hij wel nogmaals willen doorstaan, voor de overstelpende
vreugde van dat ogenblik, toen hij het woord ‘Redder’ hoorde en hij de glans zag op het gelaat van de man, die door dat ene woord de boodschap begreep.
Jezus, uw naam zij' de eer!
In het midden van donker China werd een man in de kracht van zijn leven, wiens verstand door het opiumkruid verzwakt en waardoor zijn geest gebroken was, zijn humeur ondraaglijk was geworden de kamer ingebracht van een christen. Hij zag daar op tafel een boek liggen, opende het op goed geluk, het eerste woord waarop zijn ogen vielen was Jezus. Nog een blad sloeg hij om en nog een en op iedere bladzijde verscheen die wonderbare naam. ‘Ik wil iets weten van die Jezus, ’ zei de met zonden beladen ziel tot zichzelf. Hij vroeg naar Hem, luisterde, geloofde, opende zijn hart voor Jezus en legde aan zijn voeten zijn ganse liefde neer. De Heilige Geest nam bezit van die ziel en zo verwonderlijk wist hij die tempel te vernieuwen, verrijken en versieren, dat deze man in latere jaren als een naarstig zielenwinner voor zijn Jezus door het leven ging. Door zijn liefde en geloof - als van Christus - werd hij het middel om in één stad tweehonderd zielen te winnen uit de duisternis en ontaarding van het heiligdom.
Nog een waar gebeurd verhaal over de naam van het kerstkindje (Jezus)
Op een brug in Londen las een arme blinde man met zijn vingers een Bijbel in brailleschrift. Een onbekeerde man, die daar bij kwam, sloeg hem gade, terwijl hij las. De blinde was de plaats, waar hij gebleven was, kwijt en terwijl hij met zijn vingers over het papier streek, herhaalde hij de juist gelezen woorden ‘geen andere naam - geen andere naam.’ De voorbijgangers lachten, maar deze man vervolgde zijn weg, peinzend over de woorden ‘geen andere naam. ’ Hij wist, dat hij een zondaar was en hij had getracht beter te worden, maar bij goede voornemens was het gebleven. En ook goede werken hadden hem geen vrede kunnen brengen. De woorden van de blinde bleven als heerlijke muziek in zijn herinnering weerklinken. Thuis gekomen hoorde hij ‘s avonds in het klokkenspel van de kerktoren van het naburig dorpskerkje, dat in het groen geboomte schuil ging ‘‘Geen andere naam, geen andere naam. ’ En ook de volgende morgen klonk deze lieflijke klokkenzang ‘geen andere naam. ’
Ten slotte kon hij het niet meer houden en riep op zijn knieën ‘Ja, ik heb getracht gered te worden door mijn eigen werken, maar door Zijn naam alleen kan ik het heil ontvangen, door geen andere.’ En hij geloofde in de kracht van Jezus’ naam.
Jezus, Jezus, Uw naam zij de eer. Want Gij zijt der mensen en engelen Heer!
Geen naam is er zoeter en beter voor ’t hart; Gij balsemt de wonden en heelt alle smart.
Kent gij, kent gij die naam nog niet? Die naam draagt mijn Heiland mijn Lust en mijn Liedl
De naam van het Kindje klonk in de velden van Efratha
Keizer Augustus, de heerser der wereld, volvoerde onbewust het goddelijk besluit. God gaat over alles en allen. Al wat betrekking heeft op Christus’ eerste komst werd vervuld en zo zal ook eens wat met Zijn wederkomst in verband staat, vervuld worden. God komt nimmer te vroeg noch te laat; altijd te rechter tijd. Gij die dit leest, aanvaardt deze Waarheid voor uw eigen hart, leven en arbeid. God is boven alles en over allen en Hij doet alles uitlopen tot uw bestwil en Zijn eer. Veel is wellicht geschied in het jaar dat bijna ten einde snelt, het stemt u misschien ook wel onzeker, maar het is in orde: Hij staat aan ’t roer van het nieuwe jaar. Ik kan nog veel over de naam van het Kindje in de kribbe schrijven. Bijvoorbeeld over de vijanden van het Kindje - koning Herodes; ook over de vrienden van het Kindje - de herders en de de Wijzen. Even als over de ster, die ons naar het Kindje van Bethlehem leidde. Het was een heldere ster - Zijn ster in het Oosten, niet slechts een heldere ster was het, maar een leidende ster en een ster die vreugde bracht. Ook zouden we kunnen spreken over het Koningschap van het Kindje. ‘Wij zijn gekomen om Het te aanbidden, ’ zeiden de Wijzen en zij aanbaden het en brachten hun gaven aan de voeten van het Kindje. Mogen wij nu, juist nu, Hem alles bieden wat wij bezitten, zonder voorbehoud en zeggen, voortdurend, bij iedere handeling ' van iedere dag:
Neem mijn leven, ‘t zij altijd U, o Heiland, toegewijd.
En hoe staat het met de beloning van het Kindje? ‘Zij vertrokken door een andere weg weder naar hun land. ’ Dit is altijd waar van allen, die tot Christus komen. Ik liep eens op die brede weg en was een zondaar; maar ik sloeg die andere smalle weg in - Gered!
Ik kwam ook wel eens op de weg van opstand; ik ging een andere weg terug - die van Vrede. Ik kwam de weg van tranen, door de ingeboren zonde; ik ging een andere weg terug - de Weg van het reinigend bloed van Jezus Christus. Ik kwam de weg van wanhoop door mislukking; ik ging een andere weg terug - de Weg van vreugde en overwinning van gejuich!
Ik kwam de weg van droefheid; ik ging een andere weg terug - de Weg van blijdschap. Ik kwam, mijn offer (mijn zondig leven aan de voet van het Kindje) brengen, ik ging een andere weg terug - met rijker gaven dan die, welke ik bracht. Halleluja! Daarom wens ik u ook in 2004 gezegende kerstdagen toe!
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 22 december 2004
Eilanden-Nieuws | 50 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 22 december 2004
Eilanden-Nieuws | 50 Pagina's