Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

'Hopelijk werkt streekarchief als honingpot op onderzoekers'

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

'Hopelijk werkt streekarchief als honingpot op onderzoekers'

* * Jan Both over zijn geboorteplaats, zijn loopbaan, het toenemend archießezoek en de 'witte vlekken' in de streekgeschiedenis

15 minuten leestijd

Jan Both woont vanaf zijn eerste levensdag in Middelharnis. Zo verwonderlijk was het dus niet dat hij onlangs een intrigerend boek afscheidde, waarin met teksten en foto's de - soms weemoedig stemmende - veranderingen worden geregistreerd die zich in de voorbije 20e eeuw hebben voltrokken in zijn geboortedorp. Maar ofschoon hij met elke vezel verknocht is aan Middelharnis, als archivaris van die gemeente valt hij niet op eenkennigheid te betrappen. Zijn horizon omspant het ganse eiland. Elk historisch gegeven over Goeree-Overflakkee interesseert hem in gelijke mate. In zijn naspeuringen en talrijke publicaties betoont hij zich een heraut van de streekgeschiedenis. Reikhalzend kijkt Jan Both dan ook uit naar het streekarchief, dat begin volgend jaar aan de rand van Middelharnis wordt gevestigd. Zodra alle archieven van alle voormalige gemeenten, plus dat van het waterschap, daarin zijn ondergebracht, zullen misschien eindelijk die versnipperde, verstopte lokale geschiedenissen ontgonnen kunnen worden, hoopt hij. Welke witte vlekken kent de historie van Goeree- Overflakkee nog? Hoe bracht J.C. Both het van bodehulp tot heuse gemeentearchivaris, de enige nog wel op het eiland. En wie is hijzelf? Een portretterend interview.

Jan Comelis Both (1968) is de behulpzaamheid zelve. Wie hem in het gemeentehuis bedremmeld een onprecieze vraag stelt over een pietluttig lokaal feitje, merkt dat hij uiterst bereidwillig en vriendelijk gezwind allerlei dozen en dossiers te voorschijn haalt. Hij wijst aan, hij legt uit, hij begeleidt de bezoeker naar een leeshoekje, hij haalt zo nodig koffie, is desgevraagd niet te beroerd om naar andere archiefstukken te speuren en óók nog om kopietjes te maken. Het is een verademing, vergeleken met archieven elders waar een archivaris zich meestal niet eens verwaardigt om bezoekers persoonlijk ter wille te zijn; daar zijn medewerkers voor, die op al te gretige verzoeken doorgaans nors reageren. Zo zit Jan Both niet in elkaar. Zijn aanblik

Zo zit Jan Both niet in elkaar. Zijn aanblik verraadt dat al: gemoedelijke, ontspannen ogen boven een forse baard en een lichaamstaal die bescheidenheid uitdrukt. Jan Both is zichtbaar wars van gewichtigdoenerij en zo formuleert hij ook: in kalme, feitelijke, onopgesmukte zinnen. Hij is geen man van grote, ronkende woorden.

Tekenaar

Jan Both was niet voorbestemd om archivaris te worden. "Ik wilde iets van tekenaar worden, bij een architectenbureau", spoelt hij in gedachten terug naar zijn jeugdjaren. "Ik vind het leuk om iets te ontwerpen, en dan voornamelijk gebouwen." Het was geen logisch verlangen. Zijn familie heeft geen technische achtergrond. Maar het sluimerde, die voorliefde voor techniek, en hij trof het als twaalfjarige dat er in MiddelhiU"- nis zojuist een vernieuwde technische school was geopend. "Als je jong bent, weet je niet zo goed wat

"Als je jong bent, weet je niet zo goed wat je wilt. Maar de technische school was gevestigd in een meuw gebouw en bijna de hele klas ging er naar toe, dus ik ook. Dat is nu wel minder. Toen ik er zat, telde de school ruim zevenhonderd leerlingen. Nu nog maar zo'n dnehonderd." Hoewel het een beetje een keuze uit het ongerijmde was geweest, beviel de school. Zozeer dat Jan Both op 16-jarige leeftijd koos voor de MTS in Rotterdam. Hij was nu gedecideerd. Nadrukkelijk wilde hij zich bekwamen in de bouwkunde. Zijn leven leek zich in een beslissende plooi te gaan leggen. Maar hij voltooide zijn studie niet, door volstrekt toevallige omstandigheden. Both: "Mijn vader was gemeentebode in Middelharnis. Op een gegeven moment vroegen ze er vakantiehulp." Een paar zomermaanden lang werkte Jan Both er op de afdeling post- en archiefzaken, waar ook het gemeentelijke archief onder viel. "Ik moest stukken kopiëren en stukken wegbrengen: bodetaken." Toen de gemeente na de zomervakantie op diezelfde afdeling een vacature had voor een schoolverlater, solliciteerde Jan Both. "Ze zochten iemand die net van school was, niet echt iemand met diploma's." Voor hem ging geen van beide op, maar hij werd aangenomen, per 1 december 1985. Hij was 17 jaar.

Beetje helpen

Nóg bevroedde Jan Both niet dat in hem een archivaris zou ontstaan, alhoewel hij zich al van jongs af aan inliet met historie. "Dat komt door mijn vader. Hij was buitengewoon geïnteresseerd in lokale geschiedenis. Samen verzamelden wij oude foto's van Middelharnis." Op de afdeling post- en archiefzaken werd die belangsteüing ongemerkt aangewakkerd.

"We waren met z'n dneën. Wij moesten de ingekomen post inboeken en die vervolgens verdelen over de afdelingen. Ook moesten we het lopende archief, de dossiers, opbergen. Intussen kwamen op het archief steeds meer mensen voor historisch onderzoek. Die ging ik dan een beetje helpen." Hij begon te schrijven voor het Eilanden-

Hij begon te schrijven voor het Eilanden- Nieuws. Over historische zaken, die zich eerst voornamelijk afspeelden in Middelharnis en Sommelsdijk, maar later het hele eiland bestreken. In het hoofd van Jan Both begon zich langzaam een archivarisschap af te tekenen. Hij wist dat aan het archief van Middelharnis "nog een hoop geïnventariseerd moest worden". Toen de gemeente hem de kans bood om een archiefopleiding te volgen, aarzelde hij dan ook niet. Eerst in Etten-Leur en daarna in Tilburg, steeds gedurende een jaar, liet hij zich kneden in post- en archiefzaken, officieel 'documentaire informatievoorziening' geheten. Hij mocht zich na afloop medewerker

Hij mocht zich na afloop medewerker archiefzaken noemen. Maar hij studeerde verder. In de jaren '92 en '93 reisde hij een jaar lang naar Den Haag voor de gespecialiseerde opleiding tot archivaris. Toen hij die had afgerond, beschikte Middelharnis daarmee als eerste en enige gemeente op Goeree-Overflakkee over een officiële archivaris. Bevreemdde het hem niet dat het er tóen pas van kwam? "Nee", reageert Jan Both. "In tegenstelling tot de grotere zijn kleinere gemeenten bij wet niet verphcht om een archivaris te hebben."

Trend

In de tien jaar die sindsdien zijn verstreken ("Ik zit al meer dan m'n halve leven hier", realiseert hij zich), is het bezoek aan het archief verveelvoudigd. Dit is overeenkomstig de landelijke trend. De beschoeiing die lang rond geschiedenis stond, is weggehaald. Boeken over geschiedkundige onderwerpen springen van de winkelplanken, historische tijdschriften beleven groei na groei, deze herfst was er een Week van de Geschiedenis, pleidooien klinken er voor de oprichting van een 'Huis der historie', geschiedenisleraren hoeven zich niet meer te schamen, de Grootste Nederlander Aller Tijden is gekozen - kortom, Nederland lijkt collectief bezig zijn droevige historische kennis aan te vullen. Stoffige archieven zijn hip geworden. Jan Both zegt dat Goeree-Overflakkee in

Jan Both zegt dat Goeree-Overflakkee in deze omslag geen uitzondering is. "Het bezoek is flink toegenomen. Geschiedenis leeft hier steeds meer " Hij wijst op de historische publicaties die gestaag over het eiland verschijnen. "Daar is steeds voldoende vraag naar." Hij wijst op 'De Motte', de Historische Vereniging voor Goeree-Overflakkee, die is opgencht in 1969 en waarvan hij bestuurslid is. Sinds 2001 geeft 'De Motte' een historisch tijdschrift uit: 'De Ouwe Waerelt'. Volgens Both is het vooral daaraan te danken dat het ledental in nog geen drie jaar is gestegen van 300 naar 430. En de lezingen van 'De Motte" trekken tegenwoordig zo'n zeventig mensen; vroeger slechts zo'n dertig.

Wat zoeken bezoekers in het archief, wat voor soort geschiedenis vragen ze op? "Ze oriënteren zich vooral op hun eigen achtergrond", reageert hij. "Ze willen weten van wie ze afstammen, waar ze vandaan komen. Met name mensen die met de vut zijn, vinden stamboomonderzoek een leuke hobby." Vroeger bleef de farmliestamboom onaangeroerd. "Daar sprak je niet over. Er waren immers nogal wat onechte kinderen en zo. Dat werd doodgezwegen." Nu is genealogie niet alleen in de archieven, ook op internet het populairste zoekonderwerp. Both: "Daar staan soms hele stambomen op, met aftakkingen die jij weer zélf kan onderzoeken of die je kunt proberen te koppelen aan andere stambomen." Een andere grote groep toont veel interesse

Een andere grote groep toont veel interesse in tekeningen van het eigen huis. "Óf omdat ze willen verbouwen, óf men wil gewoon weten hoe het er vroeger heeft uitgezien." De derde categorie bezoekers zijn mensen die zich willen verdiepen in de lokale geschiedenis. "Weliswaar", zegt Both, "zijn daar al verschillende (foto)boeken over verschenen, maar er is nog zó veel uit te zoeken."

Hij geeft het direct toe: er zijn ook mensen die nooit een archief zullen betreden. "Het zal ze een zorg zijn; dat heb je in de grote steden ook. Ik constateer dat vooral de conservatieven, de gelovigen, een redelijk gevoel voor geschiedenis hebben. Dat zijn ook al gauw degenen die lid worden van een historische vereniging. En dan zijn er de mensen van de overkant. Ze zijn hier niet geboren, maar hun omgeving fascineert hen; ze willen er meer van weten. De mensen die van het eiland zijn vertrokken, blijken juist grote belangstelling te blijven houden voor het reilen en zeilen en de geschiedenis van het eiland. Ook dat zijn mensen die lid worden van 'De Motte', en trouw het Eilanden-Nieuws blijven lezen."

Verouderd

Jan Both gaf het al aan: nog lang niet alle streekgeschiedenis is beschreven. Al die eilandelijke boeken wassen niet weg dat er tal van hiaten zijn. Both noemt wat voorbeelden. "Er is geen actuele, gezaghebbende geschiedenis van Goeree-Overflakkee. Het laatste boek daarover dateert van 1895; dat is hopeloos verouderd. Bovendien heeft de één veel overgeschreven van de ander. De oorzaak is versnippering: eUc dorp heeft zijn eigen geschiedenis, zijn eigen sores. Samenwerken deed men eigenlijk pas na de aanleg van de tramlijn. Al die archieven zijn nooit goed onderzocht. Niemand heeft zich er ooit mee beziggehouden." Hij zou zo'n allesomvattend standaardwerk

Hij zou zo'n allesomvattend standaardwerk over het eiland uitbundig verwelkomen, maar weet dat hiervoor meerdere auteurs nodig zijn, die ieder een team van researchmedewerkers op een deelonderwerp kunnen zetten. Dat is niet zo vlot te organiseren. De kerkelijke geschiedenis van Goeree- Overflakkee is evenmin behoorlijk geboekstaafd. "In het verleden zijn daar best wel hiefstuk" publicaties over verschenen, maar die zijn absoluut niet toegankelijk. Ze staan in kranten of rapporten die je niet meer kunt opvragen." Toch pleit er veel voor zo'n stadie, vindt hij. "Het geloof speelt een belangrijke rol op dit eiland. Het is onderdeel van de Bible Belt. Na de afscheiding van 1834 ontstond er alom versnippering en scheuring, terwijl daarvoor alles koek en ei was. Dit is nooit vastgelegd. Veel interessants is er ook te melden over de verschillende stromingen op het eiland - met hervormden en gereformeerden aan de westkant en katholieken aan de oostkant."

De bebouwing in de afzonderlijke dorpen is nog zo'n lacune in de geschiedenis. Both bedoelt zowel de huidige als de verdwenen bebouwing. 'De Motte' bracht afgelopen september een themanummer uit over de jongere bouwkunst op Goeree-Overflakkee, en voor de VVV schreef Both een brochure over die jonge bouwkunst (1800-1950). Maar dit zijn slechts "aanzetten". Wat ontbreekt, is een volledige, inventarisatie. "Niemand heeft daartoe ooit het initiatief genomen en dat is jammer. Bouwwerken op dit eiland zijn opgetrokken in alle bouwstijlen die in de encyclopedie over bouwkunst voorkomen, maar die architectonische waarde, dat tastbare cultureel-historische erfgoed, is niet beschreven." Dat geldt als laatste ook voor de landbouw,

Dat geldt als laatste ook voor de landbouw, eeuwenlang de voornaamste bestaansreden op het eiland. "De laatste honderd jaar zijn redelijk gedocumenteerd. We hebben landbouwverslagen die per dorp vertellen hoe groot de veestapel was, hoeveel hectaren suikerbieten en meekrap er werden geoogst. Ook kun je aan de hand ervan misoogsten en veeziekten aflezen, en of arbeiders een beroep moesten doen op de armenzorg. Er is dus het nodige over te vinden. Maar alles van vóór die tijd is onontgonnen gebied."

Witte vlekken

Hij kan zo nog wel tien onderwerpen opsommen, allemaal witte vlekken. Jan Both hoopt dat ze met de komst van het streekarchief verdwijnen. Dat dit centrale archief als "een honingpot" op onderzoekers gaat werken. Hij wordt enthousiast van de gedachte: "Een archief is een databank met gegevens. Je kunt er op verschillende manieren vragen op loslaten. Voor iedere onderzoeker is er wel iets te vinden. Het streekarchief maakt zoeken makkelijker. Het grote voordeel ervan is dat je er voor het eerst alle gegevens bij elkaar hebt, over een eiland dat bovendien een mooi afgebakend geheel is. Hopelijk stimuleert dat mensen om méér onderzoek te doen." Het streekarchief wordt per 1 januari 2005 gehuisvest in het leeggekomen waterschapsgebouw aan de Dwarsweg in Middelharnis. Het is daartoe gekocht door het Intergemeentelijke Samenwerkingsverband Goeree-Overflakkee. De archieven van alle gemeenten op het eiland worden er ondergebracht, evenals het archief van het opgeheven waterschap. Eerst worden er de archieven afgeleverd van alle dertien gemeenten van vóór de henndeling in 1966; eenjaar later komen de archieven van de vier overgebleven gemeenten, althans van 1966 tot 1985. Jan Both wordt de streekarchivaris, samen met archivaris Jans Hoving van het waterschap en Maarten Bos van de gemeente Oostflakkee. Both is intens verheugd over het samenvoegen van de losse archieven. "Want nu nog liggen die weggeborgen bij vier gemeenten en ze voldoen niet allemaal aan vereisten van de Archiefwet, voor klimaatbeheersing en kluisopslag. Als je daar per gemeente aan wilt voldoen, vergt dat hoge investeringen. Zo'n kluis moet in dikke muren worden ingebouwd. Nu komen er m het nieuwe gebouw twee grote archiefbewaarplaatsen. Dat is al een groot voordeel, maar nog handiger is het dat je straks alle gegevens over het eiland op één locatie kunt vinden." Een streekarchief biedt onderzoekers veelzijdiger materiaal. Both: "Een gemeentearchief gaat over de gemeente. Daar gebeurt ook van alles, maar niettemin is een gemeentearchief beperkter dan een streekarchief. Op dit eiland heeft elk dorp zijn eigen kenmerk en die schat aan gevarieerde informatie is er allemaal te vinden." Hij geeft korte karakterschetsen van de gemeenten. "Oude-Tonge: half om half katholiek en protestant. Nieuwe-Tonge: zwart of rood, er lijkt geen tussenweg te zijn. Ooltgensplaat: miUtair-strategisch van belang. Dirksland: beetje deftig. Stellendam: kustvisserij. Goedereede: een stadje, met stadsmuren en een prachtig archief. Ouddorp: uitgestrekt, slechte grond, toeristenoord. Middelharnis en Sommelsdijk: even grote dorpen. Middelharnis had visserij, Sommelsdijk was tot 1805 Zeeuws. Melissant: lang een gehucht, met een oude geschiedenis. Stad; heeft een goed gedocumenteerde geschiedenis. Den Bommel: zelfstandig geworden in de 19e eeuw." "Al die typische eigenschappen hebben hun weerslag gekregen in archiefstukken", zegt hij, "en dät maakt het streekarchief zo rijk."

Detective

Jan Both werkt intussen alweer bijna twintig jaar in het archief van Middelharnis. Maar vervelen doet hij zich er met, integendeel, het archief verrast en verbaast hem keer op keer. "Soms kom je dingen van lang geleden tegen", vertelt hij, "en denk ik: 'Er is nog niet veel veranderd.' Maar minstens zo leuk aan archiefonderzoek is datje nieuwe dingen vindt, dingen die nog niemand weet. Dan heb je het gevoel dat je detectivewerk vemcht. Dat is bijvoorbeeld het geval als je« een doos opent, die misschien al honderd of tweehonderd jaar niet open is geweest..."

Archiefonderzoek stelt hem soms in staat vaststaande feiten te comgeren, "van die dingen waarvan iedereen altijd heeft gedacht dat het zo en zo zat, maar dan blijkt het helemaal anders te zijn". "In elk boekje bijvoorbeeld staat dat het gemeentehuis van Sommelsdijk in 1772 op de Voorstraat is gebouwd. Maar ik heb het kunnen dateren op 1690. Toen stond het er al. Zo zijn er tal van dingen te noemen."

U kent het archief na al die jaren door en door. Wat i.f voor u het zeldzaamste archiefstuk?

"Alle stukken zijn zeldzaam, want er is er maar één van. Het mooiste stuk is het Memorieboek van de katholieke kerk in Middelharnis, nog van vóór de Reformatie." (Both staat op en gaat het halen). "Middelharnis", zegt hij, verrukt bladerend in het boek, "is in 1465 ingepolderd en als dorp gesticht. Dit boek loopt van 1470 tot 1570, dus het is vrij kort erna in gebruik genomen Het is een soort agenda. De pastoor heeft precies opgeschreven welke missen hij heeft gehouden voor overledenen. "Het was destijds de gewoonte dat een overledene een stukje land vermaakte aan de kerk. Dat land werd veipacht en van de opbrengst werd jaarlijks een mis gehouden. De rest was bestemd voor de armenzorg. Wat het boek zo waardevol maakt, is dat al die stukjes land nauwgezet zijn genoteerd. Het is daardoor een soort kadastraal register geworden."

Zijn er archiefstukken waarvan u het bestaan beroepshalve kent, maar die niet voorkomen in het archief? Wat mist u ' "Het klooster van Antwerpen heeft te maken met de stichtingsgeschiedenis van Middelharnis. In het rijksarchief van België zitten stukken die daar over gaan. Die krijg je niet; die maken onderdeel uit van het kloosterarchief. Hooguit kun je een kopie opvragen. In andere archieven buiten Goeree-Overflakkee zitten ook stukken die over dit eiland gaan. Die hebben bijvoorbeeld betrekking op eigendommen die families hier bezaten. Ambachtsheren met stukken grond bijvoorbeeld. Ik zou die papieren graag willen hebben, maar dat lukt niet omdat je dan een stuk hakt uit een compleet familiearchief."

Nieuwkomers

Tot slot: een archief is een collectief geheugen van een gemeenschap. Daar horen ook nieuwkomers hij. Wordt de geschiedenis van de allochtonen al door u een beetje in kaart gebracht?

Hij schudt zijn hoofd. "Er zijn er niet zo gek veel. Ik schat dat het er verspreid over de dorpen zo'n twee- tot driehonderd zijn. Ik heb al wel asielzoekers over de vloer gehad, die een inburgeringscursus volgen. Aan de hand van archiefstukken vertel ik ze hoe het hier honderd jaar geleden was - over de klederdrachten, de slechte woonomstandigheden, de kindersterftes. "Er zijn meer vreemdelingen hier terecht gekomen, eeuwen geleden al, en dat ondanks de geïsoleerde ligging van het eiland. Je staat er versteld van, ze kwamen uit alle windstreken - uit de Balkanlanden, uit Schotland, uit héél Europa. Je vindt het terug in de namen. LeComte is Frans, Delier ook, Grinwis is Engels. De aanwezigheid van buitenlanders is voor een deel te verklaren uit economische oorzaken. 'Tussen 1600 en 1700 vormden Holland en Zeeland het luilekkerland van Europa. Hier werd het geld verdiend. Maar er zijn hier ook Hongaarse vluchtelingen neergestreken. Ik bedoel maar: de nieuwkomers komen vanzelf in het archief, door hier te zijn. De bevolkingsregisters zijn nu nog niet openbaar, maar het nageslacht kan ermee aan de slag."

De middag is bijna voorbij. Jan Both gaat zo weer op huis aan, naar zijn woning aan de Hoflaan. Middelharnis is zijn natuurlijke habitat, dat is bekend, maar waarom heeft hij nooit de behoefte gevoeld om zich elders te vestigen? Wat heeft hij met Middelharnis dat hij er zo aard- en nagelvast blijft wonen? Hij kijkt oprecht verbaasd, alsof hem een

Hij kijkt oprecht verbaasd, alsof hem een inpertinente vraag is gesteld. "Het is vertrouwd, een bekende omgeving. Ik ben er geboren, getogen en heb er altijd gewerkt. Het is een veelzijdige gemeente, met een oude kern en de haven: zo mooi. Ik zal niet graag ergens anders willen wonen."

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 29 december 2004

Eilanden-Nieuws | 28 Pagina's

'Hopelijk werkt streekarchief als honingpot op onderzoekers'

Bekijk de hele uitgave van woensdag 29 december 2004

Eilanden-Nieuws | 28 Pagina's