Patatkraam op Brouwersdam krijgt nationale faam
Eerbetoon in Rotterdamse Kunsthal voor een frietkot dat gesloopt is; foto blijkt al in 1984 gemaakt
OUDDORP/ELLEMEET/ROTTERDAM — Een eenzame patatkraam op de Brouwersdam is deze zomer ongewild ineens in het volle licht van de publiciteit gekomen door een fototentoonstelling in de Rotterdamse Kunsthal. Verschillende kranten drukten de foto af van dit frietkot en schonken daarmee de eigenaar, ene Rinus, landelijk tijdelijk enige beroemdheid. Punt is alleen: zijn kraam is allang gesloopt. De foto suggereert dat hier sprake is van een frietkraam die nog in functie is, maar deze snacktent is vijftien jaar geleden al afgevoerd en op de puinhoop beland.
De Kunsthal wijdt tot en met zondag 11 september een kleine expositie aan het fenomeen frietkot — de Belgische benaming van die dikwijls onaanzienlijke, gammele huisjes of caravans waar mensen hun snelle, vette hap halen. Zeven fotografen tonen er vijftig foto's van deze bouwsels, die uit het straatbeeld dreigen te verdwijnen door allerlei scherpe (Europese) regelgeving en door de internationalisering: de opmars van McDonald's en soortgelijke hamburgertenten. De tentoonstelling is nadrukkelijk bedoeld
De tentoonstelling is nadrukkelijk bedoeld als "een ode" aan het frietkot, aan die "kleurrijke constructies waar we vaak achteloos aan voorbij gaan", zoals de Kunsthal observeert. Maar redding is misschien nabij, althans in België. Daar wordt het frietkot beschouwd als nationaal erfgoed en klinkt volgens de Kunsthal inmiddels het pleidooi om frietkramen op een monumentenlijst te plaatsen. Zulke voornemens leven in Nederland niet;
gemeenten plegen frietkotten eerder op te ruimen omdat ze de straten maar rommelig maken. Maar met de expositie, die als titel heeft: 'Het frietkot, architectuur van de snelle trek', wil de Kunsthal, en wil zeker Kunsthaldirecteur Wim Pijbes, het bestaan van de kraam bejubelen. Voor deze gelegenheid noemt de Kunsthal Rotterdam dubbelzinnig "de vetste stad van Nederland", "ledereen kent de patatkraam", zo wordt de
tentoonstelling in een persbericht toegelicht, "en haalt er wel eens zijn gefntuurde maaltijd. Met name in België, het vaderland van de patates, maakt het frietkot een belangnjk deel uit van de volkscultuur Maar ook in Duitsland, Finland en Nederland zijn de mobiele cafetana's een opmerkelijk onderdeel in het istadsbeeld of fungeren ze als anarchistische 'objecten langs provinciale wegen en dijken. '"Het frietkot is een ontmoetingsplek voor de nachtelijke uren of juist op zomerse dagen, maar staat er op druilerige dagen meestal troosteloos bij."
Snackcultuur
De Kunsthal toont deze beide gezichten van het frietkot: populair en desolaat. Zij zocht vijftig foto's bij elkaar van internationale fotografen, die zich hebben laten inspireren door de patatkraam, door "deze Europese vorm van snackcultuur en geïmproviseerde architectuur" die nu dreigt te bezwijken. In het gezelschap bevindt zich slechts één Nederlander, Martin Kers. De overigen zijn: Christoph Buckstegen (Duitsland), Marina Cox, Marc Ots, Raoul van den Bomm en Paul Ilegems (allen uit België) en Marko Hämäläinen (Finland). Deze laatste gaf in NRC Handelsblad overigens een prachtige omschrijving van frietkotten: "Ze zijn een beetje als vuurvliegjes: verlicht en vol leven in het donker, maar in het grauwe ochtendücht geeft niemand er meer om." Martin Kers maakte de kenmerkende foto op
Martin Kers maakte de kenmerkende foto op de Brouwersdam. 'Patat van Rinus' wordt er volgens het opschrift verkocht. Op een oranje kuipstoeltje zit een klant in leren jasje. Vlakbij staat een (wel erg oud model) brommer geparkeerd. Vlaggen wapperen lusteloos en op de achtergrond kabbelt het Grevelingenmeer: de kraam staat met zijn rug naar het water. Nog net valt, leunend op de toonbank, een man te zien, die duidelijk in gesprek is met die ene klant. De zon houdt zich afzijdig vandaag. De foto oogt een beetje mistroostig en verlaten. De Brouwersdam kent drukkere dagen, met name in het hoogseizoen. Dan is het er vergeven van horden recreanten.
Boegbeeld
Meerdere kranten pubhceerden juist deze foto in hun artikelen over de tentoonstelling. De Volkskrant in zwartwit. Trouw en het Rotterdams Dagblad in kleur De foto werd zo een soort boegbeeld, een veelzeggende illustratie van zo'n karakteristiek frietkot dat op het punt staat te verdwijnen. Maar in geen van de betrokken dagbladen werd gesignaleerd dat uitgerekend deze prototypische kraam van Rmus niet meer bestaat. Hoe ironisch en wrang: de Kunsthal brengt een ode aan een frietkraani</ie al weg is. De brommer verraadt dat al: dit model is uit roulatie, zo worden ze niet meer gemaakt. De waarneming klopt: Martin Kers fotogra
De waarneming klopt: Martin Kers fotografeerde de kraam in 1984. Hoewel de Kunsthal zelf eerUjk meldt dat de foto's zijn genomen "vanaf de jaren tachtig tot heden", is de suggestie een andere namelijk dat Rmus' kot nog gered kan worden. Het Rotterdams Dagblad viel ook in die kuil: het plaatste dwars over de desbetreffende foto de forse kop 'Patat van Rinus op monumentenlijst', niet wetend dat de kraam al in puin ligt. Maar wie was Rinus nu eigenlijk? Hoe rea
Maar wie was Rinus nu eigenlijk? Hoe reageert hij op de faam die zijn kraam via de foto heeft gekregen? En bakt hij nog steeds patat? Het Eilanden-Nieuws ondernam een bescheiden speurtocht.
Zwaailicht
Wie met de toegestane snelheid over de Brouwersdam raast, ziet aan weerszijden van deze N57 geen enkel frietkot: struiken en duinen ontnemen het zicht. Maar wie opnieuw begint en bij Ouddorp de rustiger parallelweg naar Scharendijke opnjdt, ziet bijna aan het einde van de Brouwersdam de heugUjke tekst opdoemen: 'Patat en div. snacks van Rinus'. Rinus van Eijk (62), zoals hij zich voorstelt, serveert nog steeds patat aan de binnenzijde van de Brouwersdam, zij het vanuit een gans andere, want langere en modernere kraam. Het is welbeschouwd een soort SRVwagen. Voorzien van witblauwe luifel en oranje zwaailicht Vlaggen ontbreken opzichtig. Het regent deze zomerdag. Het weer is net zo herfstachlig als toen Martin Kers zijn foto maakte. Rinus van Eijk, althans zijn zoon Ronny, herinnert het zich wel dat de fotograaf, staande op de autoweg, de kraam in het vizier nam. Want Ronny bediende die dag de passerende klanten. Zijn zoon dacht nog wantrouwend: "Zou die man soms van de belasting zijn?", vertelt Rinus gekscherend. Hetzelfde dacht hij zelf kennelijk ook toen de verslaggever zich voorstelde. "De ben zo arm als een kerkrat," verklaart hij al bij voorbaat Later blijkt dat Van Eijk met deze en andere grapjes alleen maar zijn verlegenheid probeert te maskeren.
Vaste stek
M.W. van Eijk, zoals hij officieel heet, woont in Ellemeet, maar is afkomstig uit Rotterdam. Hij begon 28 jaar geleden op de Brouwersdam patat te verkopen. Het hele jaar door is hij present, van 11 tot 20 uur, zij het niet doorlopend dagelijks. Van apnl tot half september reist hij elke dag met zijn kraam heenenweer naar zijn vaste stek, buiten het seizoen doet hij dat alleen in de weekeinden. Aanvankelijk werd Van Eijk geassisteerd door zijn zoon. "Het is ook zijn brommer die op die foto staat, ik geloof een Suzuki." Helpt hij nu niet meer? "Nee, die is met gek", grapt Van Eijk, die trots vertelt dat zijn zoon inmiddels werkzaam is als sleepbootkapitem. Hij kent de foto die Martin Kers destijds maak
Hij kent de foto die Martin Kers destijds maakte. "De fotograaf zelf heb ik nooit gesproken of ontmoet." Van die foto is namelijk een ansichtkaart gemaakt, en van wel twintig klanten heeft hij in de afgelopen jaren zo'n kaart gekregen." Hij opent zijn portemonnee en toont de kleingeknipte ansichtkaart die hij als een kostbaar kleinood bewaart. (Het tamelijk populaire werk van Martin Kers is nogal druk verspreid via boeken, affiches en ansichtkaarten.) Vervolgens haalt hij een artikel uit een Amerikaans tijdschrift te voorschijn, waarin zijp patatkraam ook al staat afgebeeld, evenals de recente pubücatie in het Rotterdams Dagblad. Dat artikel is hem aangereikt door wéér een andere klant. U bent nogal beroemd geworden door de foto. "Dat was ik al", reageert Van Eijk, doelend op de ansichtkaarten die al van zijn frietkot in omloop waren. Hij vervolgt: "De vind al die aandacht best wel leuk. Ook voor de klanten is het leuk, want ze praten erover. Verder kan ik er niets aan doen. De weet ik ook niet wat ik verder ervan moet zeggen." Hij is ronduit trots, geeft hij toe. De kraam die Martin Kers toentertijd vastlegde, is de kraam waarmee Van Eijk zijn nering begon. En nu hangt die "kar" van hem toch maar in een museum, in de Kunsthal. Vijftien jaar geleden heeft hij deze oude kraam vervangen door een nieuwe, die zes jaar geleden ook alweer moest worden afgedankt. Zijn huidige kraam is zijn derde. Hij staat nu iets meer naar het Grevelingenmeer toe.
Bent u al op de expositie geweest?
"Nee, want ik sta hier"
Maar wat vindt u er van dat de Kunsthal met die tentoonstelling de frietkotten wil eren? "Da's leuk om te zien. Dat vind ik wel mooi", zegt hij, om daarna omstandig de voordelen van het frietkot te bezingen. "Al dat luxe gedoe dat ze tegenwoordig doen (hij doelt op fastfoodrestaurants), vind ik niets. Een patatkraam is gewoon. Je stopt voor de deur, je eet wat en je bent weer weg. Als je alleen een blikje drinken wilt, ga je toch niet een supermarkt in? Met kinderen in de auto stop je sneller voor een frietkot dan dat je een duur restaurant mgaat, waar je je voeten moet vegen en een beetje beleefd moet doen. Of zo'n zelfbedieningsrestaurant er zit een
Of zo'n zelfbedieningsrestaurant er zit een kastje in en daar houdt het mee op. Een frietkraam is minder officieel Je stopt er, je stapt uit, en je bent er Terwijl, zo'n restaurant, het is allemaal anders. Een gebouw IS maar een gebouw; ik kan het ook met zo goed onder woorden brengen. De plaats van de frietkraam is al anders. Je vindt ze overal en vooral op plekken datje ze niet verwacht. Dat je denkt: wat doet ie hier? Ja, zelfs fle vraag het mezelf wel eens af."
Droevig
Dat is deels de charme van frietkotten: dat ze op onverwachte locaties aan te treffen zijn en een alledaagse gastvrijheid uitstralen. Behalve als het regent, geeft Van Eijk toe. Bij slecht weer kunnen frietkramen "een droevige zaak" zijn. "We blijven lachen, hoor", zegt hij, de situatie op zichzelf betrekkend, "maar omzet heb je dan niet." Het deert hem niet zo. "Soms verdien je maar tien of twintig euro. Dan kun je wel huilen, maar de volgende dag kan 't weer beter zijn, en dan kun je weer lachen."
Dat geldt zeker voor de Brouwersdam. "Zo gauw de zon schijnt, is het druk. Dan staat de dijk helemaal vol. Dan moet je eigenlijk met z'n tweeen of drieën zijn." Van Eijk is op hoogtijdagen niet de enige die aan de lopende band patat en snacks slijt aan hongerige dagjesmensen. Aan zowel de binnen als de buitenzijde van de Brouwersdam zijn dan wel in totaal zeven of acht patatkramen te vinden. De meeste van die patatverkopers komen uit Scharendijke, weet Van Eijk, en aan het eind van de dag rijden zij hun kotten weer naar huis. Net als hij. Maar er zijn er ook zo'n vier die op de buitenkant van de dam een container hebben staan, die bij stralend weer wordt geopend en dan deel uitmaakt van de tijdelijke kraam. "Hun stoelen staan erin en bij slecht weer kun je er schuilen "
Cluppie
Twee oude, trouwe klanten van Van Eijk breken in in het gesprek. Ze willen ook wel eens de lof zingen van de patatkraam. "Weet u wat het is, meneer?" vertelt een man die aan het tafeltje met zijn echtgenote een biertje drinkt. "Hier komt Jantje, Pietje en Klaasje, ledereen komt hier en je hoort hier alle dialecten. Wij zijn gewoon een cluppie, we hebben 't hier gewoon naar ons zin." Dat beaamt een andere, hevig knikkende man, bezig aan een frikadel. "Vroeger kwam ik hier met de kinderen, maar die zijn nu de deur uit. Nu kom ik hier alleen. Het is gezellig hier" Rinus van Eijk hoort de complimenten
Rinus van Eijk hoort de complimenten beduusd aan, en bevestigt het even later: de aantrekkingskracht van het frietkot is misschien wel bovenal dat je er "uiteenlopende figuren" ontmoet. En 's avonds, schreef de NRC, IS het meestal "de enige plek waar je nog mensen treft".
Legendansch mag zijn oorspronkelijke friettent dan inrmddels zijn geworden door de klassieke foto van Martin Kers, Rinus van Eijk is er geen cent wijzer van geworden. Scheelt het in de omzet nu via de foto belangstellmg voor uw patatkraam is ontstaan?, luidde de vraag. Hij lacht gul: "Nou, dat weet ik zo net nog niet."
Prijsvraag
De Kunsthal heeft een wedstrijd gekoppeld aan de tentoonstelling Wie de mooiste (architectuur)foto maakt van een frietkot, kan een weekend Antwerpen met onbeperkt friet eten winnen. Stuur de foto voor 1 september 2005 op naar de Kunsthal Rotterdam: communicatie@kunsthal.nl of: postbus 23077, 3001 'KB Rotterdam o.v.v. fnetkotfotowedstrijd. De prijswinnaar krijgt persoonlijk bericht. De pnjsuitreikmg vindt plaats op zondag 11 september m Rotterdam. De tien beste foto's worden op deze dag getoond in de Kunsthal.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 augustus 2005
Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 augustus 2005
Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's