Bijenhouden, hoe doe je dat?
Van ei tot bij
Een bij begint haar leven als een paar millimeter groot eitje. De koning of moer legt deze eitjes, soms wel 1500 per dag, in de zeshoekige cellen van bijenwas. Na drie dagen kruipt er uit het eitje een klein wit rupsje: de larve. Deze larve ligt opgerold op de bodem van de cel. En, zoals de meeste rup.sen, doet deze larve ook niet veel meer dan eten, eten en eten. Vele keren per dag krijgt ze een mengsel van nectar en stuifmeel. De eerste drie dagen alleen voedersap. Dit laatste maken de voedsterbijen in hun kopklieren. Nectar en stuifmeel worden door haalbijen uit bloemen gehaald. Als de larve na zes dagen zo groot is geworden, dat ze klem komt te liggen op de bodem van de cel, gaat ze zich 'strekken', dat wil zeggen in de lengte van de cel liggen. Dan wordt het tijd om te verpoppen. De volwassen bijen maken de cel met een luchtdoorlatend dekseltje dicht en in 21 dagen vindt de metamorfose (gedaanteverandering) plaats: de larve veipopt zich tot een volwassen bij. Met moeite knaagt de bij het dekseltje door en kruipt uit de cel: een vrouwtjesbij of werkster is geboren.
Koninginnen en darren
Mannetjesbijen zijn er ook: de darren. Zij maken dezelfde ontwikkeling van ei tot bij door als de werksters, maar doen er langer over: 25 in plaats van 21 dagen. Het bijzondere van darren is dat zij uit onbevruchte eitjes worden geboren, een zeldzaam verschijnsel in de natuur. De cellen waaruit de darren komen, zijn wat groter dan de cellen van de werksters. De deksels op de cellen waaruit werkbijen worden geboren, zijn vlak, die van darrencellen zijn bol.
Een cel waaruit een nieuwe koningin zal kruipen, is goed te herkennen aan de bijzondere vorm: de cel (moerdop) lijkt wat op een pinda. En, hoewel zij het grootst zijn, doen koninginnen het kortst over hun ontwikkeling: 16 dagen. Maar ze krijgen dan ook aldoor een overvloed aan zeer speciaal voedsel: koninginnengelei. Er bestaan dus twee soorten eitjes, waaruit drie soorten bijen kunnen komen; uit bevruchte eitjes komt een werkbij of een koningin (moer), uit onbevruchte eitjes komen darren.
Werk
Darren hebben een lekker lui leventje. Ze hebben weinig taken en worden gevoed door de werksters. Vroeger dacht men dat het bevruchten van de koningin de enige taak was van de darren. Nu is ook bekend dat ze meehelpen de temperatuur in de kast op peil te houden. Werksters heten niet voor niets zo: zij moeten al het werk doen.
1-10 dagen (voedsterbij)
De jonge bij begint haar leven als poetsbij, het poetsen van de cellen, voordat de koningin een eitje erin legt. Vanaf de derde dag mag ze de oudere larven voeren en na de zesde dag, als de voedersapklieren geheel tot ontwikkeling zijn gekomen, mag ze de jongste larven voeren.
11-20 dagen (bouwbij)
Deze periode besteedt de bij voornamelijk aan bouwen van de raten en het bewaken van de kast. Ook het afvoeren van dode bijen, wasdelen en voedselrestjes behoort nu tot haar taken. Het in ontvangst nemen van de nectar van de haalbijen doet ze vanaf ongeveer de tiende dag.
Vanaf 21 dagen (vliegbij)
Oriëntatievluchten beginnen al op de vijfde dag en duren tot ongeveer de vijftiende dag. Hoewel de bijen pas vanaf de derde week officieel haalbij zijn, vinden de eerste haalvluchten soms al op de tiende dag plaats.
De werkbij wordt 's zomers ongeveer zes weken oud. 'Winterbijen' leven veel langer, de bijen die in augustus, september en oktober worden geboren, overwinteren, tot de jonge bijen hun taak in het voorjaar overnemen. Een koningin hoeft de hele dag niets anders te doen dan eitjes leggen, van enkele tientallen per dag in het voorjaar tot wel 1500 per dag in het midden van de zomer. Om de koningin vormt zich een groepje werkbijen, de hofstaat, die haar likken, haar wassen en haar voeden met voedersap, vandaar dat dit sap 'koninginnengelei' heet. Tijdens het likken geven ze 'feromoon' aan elkaar door, een geurstof die de andere bijen vertelt dat er een koningin in het volk is. Dat houdt de bijen rustig. Als er geen of weinig feromoon meer is, worden bijen onrustig en willen ze een nieuwe koningin.
Zwermen
Bijen zijn sociaal levende insecten: ze 'wonen' met zeer velen in kasten. Een bijenvolk telt in de winter gemiddeld zo'n tienduizend bijen. In het voorjaar worden er steeds meer bijen geboren, het volk groeit tot zo'n 50.000 tot 60.000 bijen. Ook worden er nu een paar honderd darren geboren. Als de kast overbevolkt dreigt te raken door teveel bijen, gaan de bijen ook moerdoppen bouwen. Wanneer de eerste moerdoppen gesloten worden, gaat het volk zwermen. Als je op zo'n moment bij een bijenwoning staat, lijkt het wel of er een waterval van bijen uit het vlieggat komt. De helft van het aantal bijen vliet haastig naar buiten. Zo'n 30.000 bijen persen zich in enkele minuten door de opening bij de vliegplank. In elke kast kan maar 1 koningin zijn en de
In elke kast kan maar 1 koningin zijn en de oude koningin gaat mee naar buiten. Door ferornonen (lokstoffen) in de lucht te spuiten, weten de bijen waar ze is. Na een minuut of vijf gaan de koningin en de bijen dicht bij elkaar zitten. Zo vormen een 'tros' of 'zwerm'. Zo'n zwerm kan aan een boomtak of dakrand hangen, maar ook in een struik of in een schoorsteen.
Enkele bijen vliegen er op uit om een nieuwe woning te zoeken. Deze moet groot genoeg zijn, droog en niet tochtig: een holle boom of spleet in de muur.
Voordat de zwerm daarheen trekt, wordt zo'n zwerm door een imker (bijenhouder) 'geschept'. Door een schepkorf onder de zwerm te houden en even aan de tak te schudden, vallen de bijen in de korf. De imker kan de korf 'opdoeken' (dicht maken met een doek) en in de avond de bijen een nieuw huis geven. Hierna gaan ze opnieuw raten met cellen van bijenwas maken.
De jonge koningin
In de kast waaruit de zwerm is gekomen, wordt een paar dagen later een nieuwe koningin geboren. Om de andere koninginnen te waarschuwen dat ze er is, maakt ze een geluid als een bezettoon van de telefoon: tuut, tuut, tuut. De andere koninginnen in hun nog gesloten cellen, antwoorden: kwaak, kwaak, kwaak. Als de imker geen maatregelen neemt, zullen de overgebleven jonge koninginnen met de rest van het volk ook gaan zwermen. In de namiddag breekt de imker alle overgebleven moerdoppen weg en laat een aantal jonge koninginnen in het volk lopen. Er vinden nu gevechten plaats op leven en dood. De sterkste koningin blijft over. Nu moet de jonge koningin nog op bruidsvlucht. Bij goed weer verlaat ze de kast en vliegt dan ver van de kast weg. Ze spuit wat feromoon de lucht in. Darren, die zich in de lucht hebben verzameld, ruiken deze geurstof en vliegen zo snel als ze kunnen, achter de koningin aan. Acht tot tien darren paren met haar en vallen daarna dood naar beneden. De koningin heeft nu zaadcellen genoeg om de rest van haar leven eitjes te kunnen leggen.
Kennismakingscursus bijenhouden
Imkersvereniging Goeree-Overflakkee organiseert een kennismakingscursus over het houden van bijen. Deze cursus omvat een 3- tal lessen. De cursus is bestemd voor iedereen die graag wat meer wil weten over de fascinerende wereld van de honingbij. De geplande data voor de cursus zijn: 23 maart. 6 april en een nog nader te bepalen datum. De aanvang van de lessen is 19.30 uur. De cursusplaats is Dirksland. Ter ondersteuning in de kosten geldt per deelnemer een éénmalige bijdrage van € 10. Nadere inlichtingen kunnen worden verkregen bij Thijs Wiegel, telefoon (0187) 601490 (na 18.00 uur), Arie de Lint, telefoon 06-21245944 of Nout van den Braak, telefoon (0187) 486369. Geïnteresseerden kunnen zich tot uiterlijk 18 maart a.s. bij één van hen aanmelden voor deelname.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 augustus 2005
Eilanden-Nieuws | 16 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 augustus 2005
Eilanden-Nieuws | 16 Pagina's