Kustversterking Flaauwe werk: Burgers, laat van u horen!
OUDDORP - Voor de tweede maai werd woensdagavond in m.f.g. 'Dorpstienden' een bijeenliomst beiegd over de plannen rond de itustversterliing bij het Flaauwe Werlc. Het Flaauwe Werli vormt één van de zogenaamde zwakke schakels in de kustverdediging, die in de Visie Hollandse Kust 2050 als zodanig naar voren is gekomen. Naar verwachting zal deze over twintig jaar niet meer voldoen aan de veiligheidsnormen.
Hoewel het buiten tropisch warm was, had toch een redelijk aantal mensen de moeite genomen om de bijeenkomst bij te wonen. Deze tweede avond was bedoeld om informatie te geven over de huidige stand van zaken, de MER-procedure die nu gevolgd gaat worden en welke mogelijkheden er zijn om inspraak te hebben in de plannen. De toehchting werd verzorgd door vertegenwoordigers van het waterschap Hollandse Delta, de provincie Zuid-Holland en het ingenieursbureau DHV/H+N+S.
Zwakke schakels
Dijkgraaf Jan Geluk opende de bijeenkomst met een uitleg over het Raauwe Werk als zwakke schakel in de kustverdediging. Het Rijk gaat nu vele miljoenen euro beschikbaar stellen om de zwakke schakels in de Noorden Zuidhollandse kust aan te pakken. Het eerste project, de Hondsbossche zeewering, is inmiddels gereed. Vervolgens wordt nu een keuze gemaakt welk project het volgende wordt. "Wij staan vooraan in de rij", aldus de dijkgraaf. Na de eerste bijeenkomst, op 19 mei, is
Na de eerste bijeenkomst, op 19 mei, is inmiddels een startnotitie opgesteld waarin de reacties en opmerkingen van degenen die toen aanwezig waren, zijn betrokken. Projectleider Martin Schellevis van het Waterschap Hollandse Delta gaf een korte presentatie over de inhoud van de startnotitie, die deze avond voor iedere geïnteresseerde in de zaal verkrijgbaar was. Bovendien kan de startnotitie tussen 5 september en 3 oktober worden ingezien op het gemeentehuis van Goedereede, bij Rijkswaterstaat aan de Boompjes in Rotterdam of in het provinciehuis in Den Haag.
Ook is de notitie te lezen via het internet op www.kustvisiezuidholland.nl. De startnotitie is het begin van een milieu-effectrapportage (MER-procedure).
Mogelijkheden
Vervolgens lichtte Theo Klink van ingenieursbureau DHV/H+N+S toe welke alternatieven er zullen worden meegenomen in de MER procedure.
Van de acht mogeUjkheden die op 19 mei werden gepresenteerd, zijn er inmiddels vijf afgevallen. Redenen daarvoor waren o.a.: te duur, niet effectief genoeg of niet veilig genoeg. De drie geselecteerde alternatieven zijn nu het zeewaartse steunduin, dat wil zeggen zandsuppletie aan de zeezijde, het consolideren van de binnendijk, waarbij de dijk versterkt en verhoogd zal worden, en het landwaartse binnenduin. In het onderzoek worden zaken meegenomen als veiligheid, ruimtelijke kwaliteit en ruimtegebruik voor landbouw, recreatie en natuur, en uiteraard ook de kosten die hieraan verbonden zijn. Daarbij moet eveneens worden gedacht aan de directe en indirecte economische effecten op bijvoorbeeld de landbouw, de strandtenthouders en de kustvisserij. Wat betreft de opmerkingen die tijdens de
Wat betreft de opmerkingen die tijdens de bijeenkomst op 19 mei zijn gemaakt, kon Klink meedelen dat deze momenteel worden bekeken op mogelijke toepassing. Zo worden de strandopgangen beoordeeld op toegankelijkheid voor minder validen en is ook de veiligheid op de stranden tijdens en na de zandsuppletie een punt van aandacht. Ook de suggestie om een palenrij op de strekdanunen aan te brengen, zoals dat in Zeeland gebeurt en waardoor de zandbeweging wordt beperkt, zal worden meegenomen in het vervolgtraject, aldus Klink. Reacties
Reacties
Daarna was de zaal aan de beurt om vragen te stellen aan een forum, bestaande uit Schellevis, Klink en heemraad Klepper. De keuze van de drie alternatieven was niet voor iedereen even duideUjk. Zo meende Ludovic Den Hollander zich duidelijk te herinneren dat tijdens een bijeenkomst in februari 2003 over het Flaauwe Werk grote voorkeur werd uitgesproken voor de zeewaartse versterking van de dijk. Deze mogeUjkheid is nu afgevallen. Heemraad Klepper was het met Den Hollander eens. Echter, het Rijk verlangt drie alternatieven: 2 landinwaarts en 1 zeewaarts, zo legde Klepper uit. "In dit stadium hebben wij voor deze drie moeten kiezen, anders voldeden wij niet aan de eisen." Klepper beaamde dat er destijds inderdaad verwachtingen zijn gewekt. Namens de visserijsector vroeg Den Hollander zich af of de belangen van de visserij wel in een totaalvisie worden meegenomen. "De Kier, de Maasvlakte, de Brouwersdam, het zeereservaat, nu dit: allemaal zaken die de visserij aangaan. Worden al deze plannen gezien in zijn totaUteit of worden er steeds ad hoc beslissingen genomen?" vroeg hij zich af. Volgens Schellevis worden al deze plannen echter getoetst aan het Integraal Ontwikkelingsperspectief Kust, dat dient als toetsingskader. Ook het kostenplaatje gaf reden tot vragen:
Ook het kostenplaatje gaf reden tot vragen: Wie betaah nu eigenlijk wat? "Wie betaalt bijvoorbeeld de onderhoudskosten van de dijk?" was een vraag van Wim Leeuwenstein, die tijdens de eerste bijeenkomst ook al diverse kritische vragen had gesteld. Hij kreeg als antwoord dat het onderhoud onder de verantwoordelijkheid van de provincie valt.
Overigens was nog niet iedereen overtuigd van de noodzaak van de versterking. Volgens Jan Meijer kan hier nooit een supergolf komen, om de eenvoudige reden dat de kust voor de dijk vol ondieptes zit. "Als je echt denkt dat dit mogelijk is, kun je net zo goed in Oostenrijk gaan wonen!" Hij kreeg hierin bijval van Leeuwenstein, die eraan toevoegde dat de desbetreffende metingen waren gedaan voor de kust van Noord Holland, waar een geheel andere bodemgesteldheid is.
Inspraak Als laatste spreker gaf Jan Grevink van de
Als laatste spreker gaf Jan Grevink van de provincie Zuid-Holland aan welke mogelijkheden er zijn tot inspraak. Er bleek enige verwarring over de wijze waarop hieraan via de lokale pers bekendheid wordt gegeven, zodat voor alle duidelijkheid hieronder de juiste wijze van reageren wordt vermeld. Wie de mogelijkheid tot inspraak wil benut
Wie de mogelijkheid tot inspraak wil benutten, kan dit schriftelijk of mondeling doen. Een brief dient te worden gestuurd aan Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, postbus 90602,2509 LP Den Haag, onder vennelding van DGWM 2005/11673. Voor het geven van een mondelmge reactie kan contact opgenomen worden met Jan Grevink, telefoon 070- 441 69 36. Na afloop van de inspraakperiode brengt de commissie voor de miüeu-efifectrapportage binnen vijf weken advies uit, waarbij ook de binnengekomen zienswijzen worden betrokken.
Heemraad Klepper sloot de bijeenkomst met een dankwoord voor het vertrouwen dat in de projectgroep wordt gesteld. "Dit schept echter ook de verplichting om dit vertrouwen niet te beschamen. Na de informatie die wij vanavond hebben verstrekt is nu de beurt aan de burgers om te reageren, per brief, telefonisch of per e-mail. Laat alstubüeft van u horen en volg daarbij de formele procedure. Want nu kunt u meebesüssen. Als eenmaal een alternatief gekozen is, wordt het steeds moeihjker om nog wijzigingen aan te brengen!"
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 september 2005
Eilanden-Nieuws | 1 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 september 2005
Eilanden-Nieuws | 1 Pagina's