Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Explosie van ribkwallen in het Grevelingenmeer

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Explosie van ribkwallen in het Grevelingenmeer

Mogelijke schade aan visstand en milieu nog onzeker, maar in de Zwarte Zee veroorzaakte dit schadelijke dier de ineenstorting van de visserij en het ecologische systeem

9 minuten leestijd

MIDDELHARNIS - In het Grevelingenmeer is in grote hoeveelheden de Amerikaanse ribkwalMnemiopsis leidyi opgedoken, een nogal hongerige, vleesetende roofkwal. De komst van dit ongewervelde diertje heeft eerder, in de Zwarte Zee, geleid tot een dramatische terugval van de visserij. Omdat de uitheemse ribkwal inmiddels ook voorkomt in de Waddenzee en de Oostzee, wordt gevreesd voor de visstand daar en is er door verontruste onderzoekers alarm geslagen.

Visserijbioloog en duiker Marco Faasse uit Arnemuiden heeft afgelopen augustus persoonlijk geconstateerd dat de ribkwal massaal aanwezig was in de Grevelingen. De dieren, die zich voeden met plankton, viseieren en vislarven, zijn in deze winterperiode niet verdwenen. Afgelopen weekeinde zag Faasse "nog veel" exemplaren bij de haven van Bommenede. Inmiddels is vastgesteld dat het leefgebied van de ribkwal is uitgebreid met de Ooster- en Westerschelde.

Kwallenplaag

Jaap Geleijnse uit Zierikzee, voorzitter van de Vereniging van Beroepsvissers Zuid-West Nederland, liet het Eilanden-Nieuws desgevraagd weten de Amerikaanse ribkwal niet te kennen. Vissers op de Grevelingen hebben volgens hem de afgelopen tijd wel "last gehad van een kwallenplaag". "De fuiken zaten soms vol. Daardoor kwam er geen vis in de fuiken, dus moesten de vissers deze veel extra lichten en verschonen." Maar of het de ribkwal betrof, wist hij in eerste instantie niet. Later bevestigden Geleijnse en de Provin

Later bevestigden Geleijnse en de Provinciale Zeeuwse Courant dat het inderdaad de schadelijke ribkwal is. In de krant wordt palingvisser M. Bout uit Bruinisse geciteerd, die zegt dat zijn fuiken in de zomer soms "helemaal vol zaten" met die kwalletjes. "Mijn vader vist op het Grevelingenmeer sinds het ontstaan in 1971 en hij heeft het nog nooit zo meegemaakt als deze zomer."

Marien bioloog Godfried van Moorsel van het marien ecologisch advies- en onderzoeksbureau Ecosub in Doorn, deelde het Eilanden-Nieuws mee dat hij bij Ouddorp, bij de Preekhilpolder, "honderden" ribkwallen heeft gezien. Geen melding

Geen melding

Onderzoeker Faasse verwacht vooralsnog niet dat Mnemiopsis leidyi, die meestal zes, maar ook wel vijftien centimeter groot worden, een ernstige bedreiging zullen vormen voor de visstand in het Grevelingenmeer. De paling is daar de enige vissoort van betekenis. Maar palinglarven groeien op in de oceaan, in de Sargassozee, en de glasaaltjes die naar de Grevelingen trekken, "zijn waarschijnlijk te groot om door de ribkwal gegeten te worden." Ook Geleijnse heeft "nog geen melding gekregen van schade door deze kwallen." Of er ook een schadelijk effect zal zijn op de (bescheiden) oesterteelt in de Grevelingen, hangt volgens Faasse "er van af of de kwallen massaal voorkomen in de periode dat de oesterlarven er zijn. Er zijn wel veel Japanse oesters en die produceren grote aantallen larven, maar de ribkwal is ook wat mans, dus is het niet te voorspellen."

Alarmerender is de aanwezigheid van de ribkwal in de Zeeuwse zeearmen, de Waddenzee en de kustzone. Deze wateren zijn "belangrijke kraamkamers voor schol en tong, vissoorten die voor de Nederlandse visserij van levensbelang zijn", zegt Faasse. "Bovendien zijn het voor een groot deel ook nog eens belangrijke en kwetsbare natuurgebieden." Het is daarom dat het oprukken van de vraatzuchtige, ongewervelde ribkwallen zorglijk wordt geacht: zij hebben in de Zwarte Zee niet alleen de visserij doen ineenstorten, zij vernielden daarnaast het plaatselijke ecosysteem.

Ballastwater Oorspronkelijk kwam de ribkwal alleen voor

Oorspronkelijk kwam de ribkwal alleen voor langs de Atlantische kusten van Noord- en Zuid-Amerika. Waarschijnlijk via geloosd ballastwater van zeeschepen heeft deze exoot als 'verstekeling' de Zwarte Zee bereikt. Ballastwater, bedoeld om schepen in evenwicht te houden, wordt steeds meer erkend en gevreesd als verspreider van bacteriën en virussen. Afhankelijk van de grootte neemt een schip 3000 tot 130.000 m' water in als ballast en het vervoert daarmee minimaal 7000 organismen over de hele wereld.

De meeste overleven de zeereis niet of kunnen niet 'aarden' in vreemde wateren, maar sommige niet-inheemse soorten redden het en worden een ware plaag. Een bekend voorbeeld is de Japanse oester, die de Zeeuwse mosselbanken overwoekert, nog bertichter is de Amerikaanse ribkwal. De introductie daarvan in de Zwarte Zee had rampzalige consequenties: de planktonpopulatie schrompelde ineen, waardoor er geen voedsel meer was voor de vissen. Doordat de ribkwallen zich ook nog eens te goed deden aan de eieren en larven van de vissen, brachten zij grote schade toe aan de ansjovis- en sprotvisserij.

De Wereldbank heeft becijferd dat de economische schade voor de regio in een kleine tien jaar ten minste driehonderd miljoen Amerikaanse dollars bedroeg. Maar behalve sociale had de invasie ook ecologische gevolgen. De bodem van de Zwarte Zee lag bedekt met een laag dode kwalresten van vijf kilo per m^, waardoor het plant- en bodemleven afstierf. De ribkwal bereikte volgens onderzoek van de Europese Commissie een "reusachtige biomassa, van meer dan 800 miljoen ton, wat wil zeggen: minstens duizend keer méér dan de totale visaanvoer".

de totale visaanvoer". Vijand

De ribkwal kon de Zwarte Zee ongehinderd binnendringen en koloniseren, doordat hij geen natuurlijke vijand had. Inmiddels is er met opzet de grotere, ovale meloenkwal (Beroe ovata) uitgezet, die de plaag stuit. Maar marien biologen zijn bang dat het onderwaterleven van de Zwarte Zee zich niet meer zal herstellen in de oorspronkelijke toestand. Nieuwe science-fiction-achtige scenario's

Nieuwe science-fiction-achtige scenario's dreigen zich nu te ontwikkelen in andere wateren. De ribkwal heeft zich namelijk na de Zwarte Zee verspreid naar de Zee van Azov, de Zee van Marmara, de Egeïsche Zee, de oostelijke Middellandse Zee en de Kaspische Zee, weet visserijbioloog Marco Faasse. En sinds kort kunnen daar de Oostzee, de Waddenzee en de Grevelingen aan worden toegevoegd, berichtte de Volkskrant onlangs in twee achtereenvolgende wetenschapsbijlagen.

In de Oo.stzee is Mnemiopsis leidyi al niet meer terug te dringen. Het Zee-instituut IFM-Geomar in Kiel maakte bekend dat er per kubieke meter al tachtig exemplaren worden geteld, "vijf weken geleden was dat er nog maar één". "Ribkwallen vreten de Oostzee leeg", berichtte de krant dan ook. Maar hoe zit het met de Waddenzee en het Grevelingenmeer? Wat is daar aan de hand? En wat staat daar te gebeuren? Deze ribkwallen zijn immers ecologische bommen. Eén exemplaar van deze zichzelf bevruchtende hermafrodiet is voldoende om een populatie te vestigen.

Onderzoek

Marco Faasse is visserijbioloog en onderzoekt in zijn vrije tijd welke diersoorten voorkomen in de Deltawateren ~ wat met een chique woord biodiversiteitsonderzoek wordt genoemd. Hij publiceert er geregeld over en is gastmedewerker van Naturalis, het nationaal natuurhistorisch museum in Leiden. Hij verricht zijn onderzoekswerk ook onder water, en wordt daarbij geassisteerd door 'duikmaatje' Marianne Ligthart. Zodoende kent hij de Grevelingen.

De Volkskrant deed het voorkomen alsof de ribkwal pas sinds de zomer is waargenomen in de Waddenzee en de Grevelingen. Faasse verklaart dat het dier "al iets eerder" bekend was in Nederland en "waarschijnlijk hiervandaan" zelfs de Oostzee heeft bereikt. Zelf heeft hij er in 2005 bij Den Osse in ieder geval één gezien, andere duikers troffen toen meerdere exemplaren aan in de Grevelingen. De identiteit van deze ribkwal werd vastgesteld met behulp van morfologisch en DNAonderzoek.

De ontdekking van de ribkwal in de Waddenzee - bij Lauwersoog en Den Helder - komt op de naam van Arnold Tulp (71), de amateurzeebioloog en kwallenkenner uit het Friese Nijega die ook de bron was van de Volks krant. Tulp heeft zijn bevindingen recentelijk gepubliceerd in het blad Het Zeepaard. Faasse denkt dat de ribkwal zich "mogelijk al verscheidene jaren in Nederiand" ophoudt en dat hij hier - eveneens - is terechtgekomen met ballastwater.

Voor marien bioloog Van Moorsel waren de waarnemingen van Tulp aanleiding om nog eens goed te kijken naar de onderwateropnamen van ribkwallen die eerder dit jaar in de Grevelingen en de Oosterschelde waren gemaakt. "Aanvankelijk werd verondersteld dat het hier de Zeewalnoot {BoUnopsis infiindibulum) betrof, een soort die we al enkele jaren in Nederland tegenkomen. Maar op de opnamen bleek inderdaad de Mnemiopsis te staan, wat aantoont dat deze soort nu ook in het Deltagebied voorkomt,"

Zwemmers

De vondst van de ribkwal in Nederlandse kustwateren is gemeld bij het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee op Texel, vervolgt Faasse. "Echt alarm slaan is weinig zinvol, omdat maatregelen moeilijk zijn te bedenken. Het enige dat in het buitenland hielp, was het uitzetten van een andere ribkwal, de Beroe ovata, die de Mnemiopsis opeet." Zich beperkend tot de Grevelingen vervolgt Faasse dat de ribkwal in dit zoutwatenneer hoogstwaarschijnlijk geen grote schade zal veroorzaken. De glasaaltjes zijn immers te groot voor de

De glasaaltjes zijn immers te groot voor de tere, kleine ribkwal en "ik ken geen andere visserijen in de Grevelingen". Voorzichtiger is hij over de ecologische schade. Die sluit Faasse niet uit. "Er kan misschien invloed zijn op de onderwatematuur, omdat larfjes van allerlei organismen gegeten kunnen worden."

Recreanten zullen er niet veel last van hebben. "Ribkwallen netelen (prikken) niet, ze zijn dus niet gevaarlijk." Hooguit zullen zwemmers het "geen prettig idee" vinden om door scholen kwallen te moeten wriemelen. Al heeft hij er afgelopen zomer, toen de ribkwal massaal woekerde in de Grevelingen, "niets over gehoord".

Bezorgder is hij over hun aanwezigheid in de nabije Ooster- en Westerschelde. Daar zweven de larfjes en eitjes van schol, tong en schelpdieren, vissoorten die de visserij schragen. Als de ribkwal hier, en in de Noordzee, Waddenzee en Oostzee net zo explosief groeit als indertijd in de Zwarte Zee, staat de visstand akelige tijden te wachten. Extremen

Extremen De ribkwal zal niet snel verdwijnen uit de

De ribkwal zal niet snel verdwijnen uit de Grevelingen. Het dier, weet Faasse, handhaaft zich nagenoeg overal uitstekend. Hij kan overleven in "een verspreidingsgebied met zeer hoge en zeer lage temperatuurextremen", wat verklaart waarom het dier vorige week nog steeds in de Grevelingen kon worden aangetroffen. Ook floreert hij in zowel voedselrijke als vervuilde omstandigheden. Als hij eenmaal ergens is, is zijn komst vrijwel niet meer ongedaan te maken. Faasse vermoedt dan ook dat de ribkwal zich in Europa gretig verder zal verspreiden.

Godfried van Moorsel pleit ervoor om de ontwikkelingen in de Grevelingen alert te volgen. "De toekomst blijft ongewis, We raken de soort wellicht niet meer kwijt. Misschien door een strenge winter, maar die laat nog even op zich wachten. Als de kwal zich volgend jaar eerder begint voort te planten, zouden de effecten ernstiger kunnen zijn dan we dit jaar hebben gezien. Monitoring lijkt gewenst."

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 december 2006

Eilanden-Nieuws | 44 Pagina's

Explosie van ribkwallen in het Grevelingenmeer

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 december 2006

Eilanden-Nieuws | 44 Pagina's