Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Smit Internationale, het einde van 'Hollands Glorie'

Bekijk het origineel

Smit Internationale, het einde van 'Hollands Glorie'

8 minuten leestijd

Wie heeft ooit gedacht dat er een einde zou komen aan de oeroude Hollandse zeesleepvaart, waarin de Nederlanders bij uitstek naam hebben gemaakt over alle wereldzeeën. Op 12 oktober jl. werd bekend dat Smit haar zeesleepboten over doet aan de Deense rederij Svitzer­Wijsmuller. Het kwam dan ook heel hard aan bij de oud­opvarenden, die het sleepvaartbedrijf (voorheen Smit Internationale) groot hebben zien worden en alle 'ups en downs' hebben meegemaakt.

In 1937 werden nog drie nieuwe sleepboten besteld met een dieselmotorvoortstuwing. Het waren de 'Blankenburg" (2), 'Oceaan" (2) en de 'Thames' (2). Op het allerlaatst werd de naam 'Oceaan" in 'Roode Zee" (2) veranderd De 'Blankenburg' (1) werd herdoopt in 'Rozenburg".

Het werd 1938. De oorlogsvoorbereidingen van Duitsland waren duidelijk merkbaar in de Rotterdamse haven. Ondanks dit alles werden de laatste nieuwe sleepboten in de vaart genomen. Tevens was er nog een nieuwe motorsleepboot besteld en wel de 'Hudson" (3). In 1939, aan de vooravond van de Tweede Wereldooriog, werd de zeesleepvaart onder Nederlandse vlag hoofdzakelijk uitgeoefend door L. Smit & Co. Internationale Sleepdienst. Met 21 zeesleepboten was zij onbetwist de grootste en de sterkste sleepbootrederij ter wereld. Op 11 april 1939 ging de in aanbouwzijnde 'Hudson' te water en op 5 juli 1939 volgden de proefvaart en de overdracht. Op 15 juli vertrok deze sleepboot voor het eerst uit de haven van Maassluis en begon ze haar 'sleepbootleven'. Tot twee maal toe bij een sloperij gelegen en beide keren gered van de sloop. Als uitzondering op de vele andere sleepboten in dit verhaal, is dit schip als museum te bewonderen in de haven van Maassluis (zie het boek 'Hudson, drie maal is scheepsrecht').

In januari 1940 werden nog eens twee sleepboten besteld, te weten de 'Java Zee' en de 'Tyne'.

In mei 1940 werd de sleepboot 'Poolzee' in bestelling gegeven.

Alle sleepboten waren een prototype van de toen in de vaait gebrachte "Hudson" (3).

Op de eerste oorlogsdag, 10 mei 1940, bevonden vijf sleepboten zich buitengaats te weten de 'Thames', de 'Donau', de 'Roode Zee', de 'Seine' en de 'Hudson'. De 'Hudson was onderweg van Algiers naai­ Dakar met op sleeptouw een drijvende kraan, een bak en een havensleepboot. De 'Zwarte Zee' was onderweg met de Hr. Ms. 'Isaac Sweers" va'h Vlissingen naar de rede van Downs. Ook de 'Schelde' vertrok van Vlissingen naar de rede van Downs. Deze sleepboot begeleidde de bijna afgebouwde onderzeeboten 'O 21' en 'O 22' naar Engeland. De 'Witte Zee' had ook deze taak toegewezen gekregen, maar dan voor de onderzeeboten 'O 9' en de 'O 10'. De sleepboot 'Noordzee' liep op 14 mei op een magnetische mijn en zonk onmiddellijk. Van de 14 bemanningsleden kwamen er 13 om het leven. Hier volgen de namen van de zeven sleepboten van Smit, die in Duitse handen vielen: de sleepboten 'Humber', 'Maas', 'Ganges', 'Indus', 'Oostzee', 'Blankenburg' en 'Hoek van Holland'. In juli werd door de Marine Befehlshaber een zogenaamd Lazarettverband in het leven geroepen. Daarin werden ondergebracht: loodsboten, rijksvaartuigen en zeesleepboten. Deze schepen werden ingericht tot militair hospitaalschip en werden geheel wit geschilderd en voorzien van een groene band en een rood kruis.

Eerlijkheidshalve dient gezegd te worden dat deze schepen bedoeld waren om Duitse vliegers, die deelnamen aan de Battle of Britain en die op zee een noodlanding moesten maken, te redden of hulp te bieden aan schepen van Duitse komaf. Van L. Smit & Co. waren dat vier schepen, die in dat 'Lazarettverband' werden opgenomen, te weten de sleepboot 'Maas' die onder de naam 'Laz 44" in de vaart werd gebracht, de 'Ganges' als 'Laz 10', de 'Indus' als 'Laz 11' en de 'Oostzee' als 'Laz 12". De sleepboot 'Indus', onderde naam 'Laz 11", lag voor de kust van Schouwen voor anker toen ze in de nacht van 22 op 23 september werd bestookt door een Brits oorlogsschip. Door dit treffen verloren zeven Nederlandse bemanningsleden het leven. De sleepboot, zwaar beschadigd, bleef behouden en werd gerepareerd bij de Rotterdamsche Droogdok Maatschappij.

Ook werd in september, na de 'Java Zee", 'Tyne" en de 'Poolzee" wederom een nieuwe sleepboot besteld en wel de 'Witte Zee' (2).

In 1941 zouden deze schepen in de vaart moeten komen, maar door sabotage moest de datum van de tewaterlating steeds worden uitgesteld, We zijn daar uitvoerig op in gegaan bij het artikelen in het Eilanden Nieuws over de 'Java Zee', die door sabotage twee maal tot zinken werd gebracht, met daarbij de geschiedenis van de legendarische sleepboot 'Zwarte Zee' in de oorlogsjaren, dus we beperken ons tot enkele details van de andere sleepboten van L. Smit & Co.

Op 12 november 1940 is tijdens slecht zicht de sleepboot 'Witte Zee' (1) gestrand bij Overton Mere (Ierland) en verioren gegaan. In juni 1941 werd de 'Poolzee' (2) te water gelaten en direct door de Duitsers in beslag genomen en onder de naam 'BS 11' (Bergungsshiffverband) in de vaart gebracht. In 1942 werd dit schip 'Friesland' genoemd, in 1945 in Kiel terug gevonden en in 1946 als 'Poolzee' weer in de vaart gebracht. De door de Kriegsmarine in beslag genomen 'Oostzee' liep op 27 maart 1944 op een mijn en ging verloren. De 'Tyne' vertrok op 7 juli onder de naam 'Marienburg' richting Oostzee om zich bij de 'Ortelsburg' (ex 'Java Zee") te voegen. In september 1945 weer terug en na verbouwing weer in de vaart als 'Tyne'. De 'Witte Zee" werd zonder vragen op 12 oktober meegenomen naiu­ een Duitse werf en op 25 november strandde de sleepboot 'Ortelsburg" (ex 'Java Zee") tijdens een bergingspoging bij Pilau (Oostzee) en ging verloren.

In 1943 werd de 'Witte Zee' (2) opgeleverd en in oktober 1944 door de Duitsers in beslag genomen.

Na de oorlog kwam het schip op 4 juni 1946 weer in de vaait bij Smit.

De 'Roode Zee' (3) en de "Hudson" (3) waren ook betrokken bij de voorbereidingen voor de landingen op de kust van Normandië. De 'Roode Zee" werd in de nacht van 24 april 1944 aangevallen door de Duitse Schnellboote 'S 100'.

Een torpedo trof de sleepboot in de machinekamer en geen enkele opvarende kon worden gered.

Ook de sleepboot 'Humber' overleefde de oorlog niet. Ruim een maand voor de bevrijding werd de sleepboot op 2 april op de Schwentine rivier bij Kiel door geallieerde vliegtuigen gebombaideerd en tot zinken gebracht. De sleepboten 'Zwarte Zee', 'Hudson' en 'Thames' zijn de vijf oorlogsjaren met hun bemanningen ver van huis geweest en wat deze mensen hebben mee gemaakt, is in dit artikel niet te beschrijven. Niet voor niets staat er een monument in Rotterdam ter nagedachtenis aan de bemanning van de koopvaardijschepen en sleepdienst ter herinnering aan de Tweede Wereldoorlog.

Op 7 mei 1945, nadat Duitsland de capitulatie ondertekend had, begon voor Smit een periode van opbouw. Vrijwel alle sleepboten waren in een deplorabele staat van onderhoud.

Van de Smit­vloot waren nog over: de 'Zwarte Zee', de 'Thames', de 'Hudson' en de 'Blankenburg' (motorschepen) en verder nog zeven stoomsleepboten, te weten de 'Schelde', de 'Maas', de 'Ganges', de 'Ebro', de 'Hoek van Holland', de 'Seine' en de 'Donau'. De 'Poolzee' en de 'Tyne' werden in Kiel

De 'Poolzee' en de 'Tyne' werden in Kiel terug gevonden en de 'Witte Zee' bij een werf in Wilhelmshaven, waarna zij naar Kinderdijk werden tertiggesleept. Na de oorlog werden de stoomsleepboten "Seine'en 'Donau' afgevoerd voor de sloop.

In 1949 kreeg het vlootherstel verder gestalte met het in de vaart brengen van twee nieuwe sleepboten: de 'Rode Zee' en de 'Noordzee'. In 1951 werd het nieuwbouwprogramma voortgezet en de 1300 pk sleepboot 'Oceaan' (2) kwam op 21 november in de vaart. Het was in dit jaar ook even schrikken toen het vlaggenschip van de rederij, de 'Zwarte Zee' (3) in de Golf van Biscaye een aanvaring kreeg met de 'Björn Claussen', terwijl zij het s.s. 'Angusbrae' aan de sleeptros had.

De sleepboot 'Oceaan' bracht de 'Zwarte Zee' naar St. Nazaire, waar een noodreparatie werd uitgevoerd. De sleepboot 'Witte Zee' sleepte later de 'Zwarte Zee' naar Rotterdam voor volledig herstel.

Het jaar 1952 was eigenlijk ook wel bijzonder te noemen. De sleepboot 'Hudson' haalde met de nog niet van de werf overgedragen nieuwe sleepboot 'Holland" (van rederij Doeksen uit Terschelling) de gestrande 'Merope" van de Maasvlakte af in zwaar stormweer. Tevens was er de worsteling van de 'Flying Enterprise" met kapitein Kurt Carlsen. Door de aanvaring met de 'Björn Claussen" en de 'Zwarte Zee" en de hulp van de 'Oceaan", konden deze sleepboten van Smit niet bij de bergingspogingen van de 'Flying Enterrprise' betrokken zijn. De Engelse sleepboot 'Turmoil' is bij de ondergang van de 'Flying Enterprise' geweest en nam de stuurman van de sleepboot 'Turmoil' en ook als laatste kapitein Kurt Carlsen aan boord.

Bij de berging van de 'Radmar' en de 'Merope' op de Maasvlakte werd de stoomsleepboot 'Ganges' na haar stranding op de Maasvlakte onherstelbaar beschadigd en werd later voor de sloop afgevoerd. Bij deze berging waren ook de sleepboten 'Witte Zee' en de 'Hudson' (3) betrokken, alsmede de nieuwe sleepboot 'Holland' van rederij Doeksen uit Terschelling.

De nieuwe motorsleepboot 'Loire' werd op 17 juni van de werf opgeleverd en in bedrijf gesteld.

In 1953 werd Nederiand geteisterd door de watersnoodramp. Smit kreeg de opdracht om acht nog bij de invasie van Normandië gebruikte caissons van Portland naar Zeeland te slepen voor het dichten van de dijken. Ook hier werd de 'Hudson' voor ingezet, samen met de 'Oceaan'.

Ook werd in dat jaar het bekende 'Singapore­ Dok', dat in 1928 van Engeland naar Singapore werd gesleept, door de sleepboten 'Zwarte Zee' en de "Thames' weer naar Engeland teruggehaald.

De sleepvaart rederij N.V. Holland, die in 1950 was opgericht en in bezit was van twee sterke zeesleepboten ­ de 'Oceanus' en de 'Atlantis', werden door Smit met bemanning en al overgenomen. (wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 januari 2007

Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's

Smit Internationale, het einde van 'Hollands Glorie'

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 januari 2007

Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's