Kerkepad (1)
Predikanten en voorgangers in Stad aan 't Haringvliet (15
Het woord dominee is nauw verbonden met het dagelijks leven in ons land. Een predikant is herder en leraar, geestelijk leidsman en tegelijk knecht van de kerkelijke gemeente. Ook Stad aan 't Haringvliet maakt deel uit van domineesland. Na de bedijking in 1528 kwam het al spoedig tot de bouw van een kerk voor de bewoners van de gorzen 'die Stat'. In 1534 werd het gebouw in gebruik genomen en priesters uit Middelharnis dienden er de mis. De Kerkhervorming leidde na 1575 tot een protestants kerkelijk leven. Tot 1795 was er één kerk op het dorp, de gereformeerde (staats)kerk. Andere kerkelijke stromingen zoals doopsgezinden, lutheranen of dissidenten zijn in het dorp alleen door individuele belijders bekend. Tot 1798 had de ambachtsheer het recht van collatie, d.i. het recht om een predikant aan te stellen. In de negentiende eeuw zien we ook op Stad de Afscheiding en de Doleantie. De naoorlogse geschiedenis van de drie kerken wordt in vogelvlucht beschreven.
De kerk van de Reformatie
De laatgolische kerk van het dorp werd in 1534 gebouwd. Hel kerkgebouw had een torentje op de nok van het dak, een zogenaamde dakruiter. De kerk was oostwest gebouwd en ingericht voor de roomskatholieke eredienst. Priesters uit Middelharnis dienden hier de mis. Na de Beeldenstorm (1566) werd het gebouw verwaarloosd. De gevolgen van de Kerkhervorming vonden plaats omstreeks 1575. In 1586 werd het gebouw opgeknapt en ingericht voor de protestantse eredienst, maar er was geen eigen predikant. Tot 1593 behoorde Stad ker
Tot 1593 behoorde Stad kerkelijk gezien tot NieuweTonge. In 1584 werd de uit Belsele (Vlaanderen) afkomstige Arnoldus (lillesz. Timmerman predikant in NieuweTonge. Arent Timmerman preekte in Stad, 'uit liefde', d.w.z. dat hij daar geen vast inkomen had. Hij bediende er ook de sacramenten. In het voorjaar van 1593 werd Balthasar van Doorne, de zojuist bevestigde predikant van Middelharnis, gevraagd ook te komen preken in Stad. Omdat de gemeente van Stad al in onderhandeling was met Philippus Lowyck werd dit niet toegestaan. Van Doorne werd in Middelharnis in juni 1600 geschorst en nog het/elfde jaar ontslagen. In juli 1593 werd Philippus
Lowyck bevestigd tot predikant van Stad aan 't Haringvliet. Na drie pogingen was hij toegelaten tot het ambt van predikant. Lowyck was schoolmeester in Dirksland, hij sloeg zich manmoedig door verschillende examens en proefpredikaties heen en werd op 16 juli 1593 toegelaten tot de bediening van het goddelijk Woord. Tijdens de examens waren er aanmerkingen over zijn gehaaste manier van spreken, zijn gebaren en het niet correct citeren uit de bijbel. Een en ander had te maken met het feit dat in die tijd door een gebrek aan voorgangers relatief veel schoolmeesters zich aandienden voor het ambt van predikant. Lowyck werd gewoon predikant met de kanttekening dat hij zich niet mocht bemoeien met zaken buiten zijn ambt. Philippus Lowyck werd beves tigd door Arent Timmerman. Hiermee kwam een einde aan de 'combinatie' tussen NieuweTonge en Stad. De eerste predikant van Stad aan 't Haringvliet legde in 1601 het ambt neer, hij overleed vóór 6 april 1604.
Met de komst van dominee jan Jorisz. de Vries geraakte de gemeente in woelig vaarwater. Hij kwam in 1614 naar Stad, maar werd in december 1618 geschorst en in augustus I6I9 doorde Synode van Dordrecht vanwege zijn remonstrantse gezindheid van het ambt ontheven. Tijdens een preek had hij de leer van de dubbele predestinatie, verkiezing én verwerping, onomwonden afgewezen, 'f^en duivelse leer' zou De Vries gezegd hebben. Veel kerkgangers hadden terstond het kerkgebouw verlaten en zich geschaard onder de slijkgeuzen die naar Den Bommel liepen om 'gezonde spijs' voor hun ziel te zoeken. Alle remonstrants gezinde predikanten werden door de Synode van Dordrecht (1618/19) afgezet. De Vries werd in gelegenheid
De Vries werd in gelegenheid gesteld zijn leven te beteren en behield voorlopig zijn traktement. Er kwam niets van terecht. De predikant ging in Leiden wonen en bezocht met zijn vrouw doopsgezinde diensten; waarmee hij bewees dat de gereformeerde leer van Gomarus hem niet welgevallig was. Dominee De Vries werd chirurgijn in Nieuwkoop en leek voorgoed afstand te hebben genomen van zijn roeping tot predikant. Echter, niets was minder waar. Van 1624 tot 1663 was hij (doopsgezind) predikant in Kalshagen. Dominee De Vries overleed in 1665. In Stad was van Arminiaanse opvattingen op de kansel geen sprake meer. Na de remonstrantse voorganger dienden, op een enkeling na, veelal onbekend gebleven predikanten de Hervormde gemeente van Stad aan 't Haringvliet.
Van het overgrote deel van de predikanten zijn geen nadere bijzonderheden bekend. Van enkele voorgangers valt iets meer te vertellen. Dominee Gualtherus van Boshuysen was gedurende een jaar (1667/68) ambassadepredikant in Madrid. In 1670 was hij predikant in Hamburg; in 1672 werd hij beroepen in Schenkeschans, maar door het rampjaar moest hij vluchten. Na een kort verblijf elders werd hij in 1673 op Stad beroepen. Ook van dominee Haverkamp is meer bekend dan enkele persoonsgegevens. Sigibertus Haverkamp werd in 1684 in Leeuwarden geboren. Hij was niet alleen theoloog, maar ook letterkundige. In 1710 werd hij predikant in Stad. In 1711 werd zoon Everhardus Swarts geboren, hij trad in de voetsporen van zijn vader en werd ook predikant. Een broer van Sigibertus, Gerardus, was ook predikant. In 1717 verscheen van ds. S. Haverkamp een vertaling van een handschrift van de vroegchristelijke apologeet Tertullianus. Hij schreef in 1718 een Latijns lofdicht ter nagedachtenis van Ds. Nicolaas Magerus die de Hervormde gemeente van Middelharnis vierenvijftig jaar diende. Dit bord en het bord met de
Nederlandse vertaling gingen verloren bij de kerkbrand in 1904. Nadat hij tien jaar de gemeente van Stad aan 't Haringvliet had gediend werd de zevenendertigjarige Haverkamp, die geen doctor was en over wiens werk traditionele lofdichters niet enthousiast waren, benoemd tot lector in de Griekse taal aan de universiteit van Leiden. Een jaar later, in I72I, werd hij hoogleraar geschiedenis in Leiden en gaf hij les in welsprekendheid, de retorica. Sigibertus Haverkamp genoot faam als kenner van oude munten en penningen. De geleerde predikant overleed in 1742. Bijhetberoepdatop 17 decem
ber 1776 werd uitgebracht op de proponent Albertus Scholten ontstonden ernstige verschillen van mening tussen de kerkenraad en de ambachtsheer. Hierbij kwam het in het dorp tot ernstige ongeregeldheden. De predikant kwam in augustus 1777, maar vertrok in juli 1779 naar Helmond. Na hem werd Pieter Hendrik van Lis predikant op Stad. Adrianus Schotsman (1778
1851) werd geboren in politiek rumoerige tijden. Zijn vader, Nicolaas Schotsman, was aanvankelijk apotheker en was als predikant een vurig aanhanger van het Oranjehuis. Op 14 april 1796 werd ds. Nicolaas Schotsman wegens zijn partij kiezen voor de Oranjes uit het ambt gezet. Het herstel van de Oranjes heeft de predikant nog beleefd. In 1819 herdacht hij in twee tijdredes de Synode van Dordrecht. De predikant overleed op 10 januari 1822. Zijn zoon diende de gemeente van Stad ruim twee jaar
Negentiende eeuw De m Harlingen geboren Oede
De m Harlingen geboren Oede Spoelstra van Goch was van 1826 tot 1828 predikant op Stad. Hij overleed tengevolge van een pokkenepidemie. In de akte van overlijden, die als tijdstip van overlijden 's morgens half vier vermeldt, wordt hij 'leraar der hervormden' genoemd. Een steen aan de buitenkant van het kerkgebouw herinnert aan de op vijfentwintigjarige leeftijd overleden predikant en zijn eveneens jong gestorven zuster Maike. In 1826 telde het dorp 689 inwoners, 656 waren hervormd en 33 roomskatholiek. Na dominee Spoelstra van Goch kwam Petrus Gerardus Jongbloed. Hij kwam van Zundert en diende de gemeente van 1828 tot zijn emeritaat in 1845. Hij overleed in 1848. Deze predikant schonk de gemeente als aandenken een kanselbijbel met voorin het geschreven verzoek om de Bij bel na elke godsdienstoefening te sluiten. Op 1 januari 1843 was het inwonertal 929. Hiervan waren 889 Hervormd en 40 Roomskatholiek. Na dominee Jongbloed diende Johannes Gerardus Wanrooy van 1845 tot 1874 de gemeente van Stad. Zijn vader, Jacob Wanrooy, werd in 1803 bevestigd als predikant in Bruinisse; de geboorteplaats van Johannes Gerardus. Hij overleed in februari 1839. Johannes Wanrooy kwam van Herkingen, waar drie kinderen werden geboren. Ook deze dominee werd emeritus verklaard. Een broer van Johannes, Wolter Adriaan, was van 1848 tot aan zijn emeritaat in 1884, predikant in Den Bommel. De schoonvader van Johannes Wanrooy, ds. F. Was uit SintMaartensdijk, deed uit waardering voor de hartelijkheid die de mensen te Stad het predikantsgezin betoonden de gemeente een orgel cadeau. De schoolmeester was zo welwillend om het door de Vlissingse orgelmaker G. van Sprang gebouwde instrument gratis te bespelen. Op die manier had de gemeente weer een zorg minder. Dominee Wanrooy overleed in 1883. Van 1875 tot 1879 was Cor
Van 1875 tot 1879 was Cornells Jacobus Boers predikant in Stad; hij werd op 5 januari 1843 in Middelharnis geboren. Hij was een zoon van de bekende dominee/schoolopziener Benjamin Boers die van 1830 tot 1871 de gemeente van Middelharnis diende. Cornells Boers kwam van Nieuwleusen (Ov.) en vertrok in 1879 naar NieuwAmsterdam. Hij was gehuwd met Marian Justiena Uhlenbrock. In Stad werden twee kinderen geboren, waarmee het gezin vijf kinderen telde. In 1871 werd te Nieuwleusen zoon Benjamin geboren. Deze Benjamin Boers was een omstreden predikant. Hij was commimist, sprak op partijvergaderingen, bad niet in de kerk maar liet er de Internationale zingen. Boers werd verschillende malen door de synode geschorst, maar ging door met het uitdragen van de communistische beginselen. Deze 'rode dominee' overleed in 1952.
Vanl880totI884diendeRM.J. Noordink uit het Friese Warns de Hervormde gemeente van Stad aan 't Haringvliet. Hij vertrok naar SintAnnaland. In 1890 had het dorp 1008 inwoners, hiervan waren er 821 Hervormd, 156 Gereformeerd, 23 Roomskatholiek, 5 Remonstrants, 2 Christelijk Gereformeerd en 1 Luthers. Na een vacatureperiode van tien jaar nam kandidaat Jan Polhuijs (StrijenSas, 1870) in december 1897 het beroep naar Stad aan. Hij studeerde in Utrecht en werd op 12 december 1897 door zijn zwager ds. B. Kleijwegt bevestigd. Dominee Polhuijs was gehuwd met Alida Buenk. In 1900 en 1904 werden zoon Christiaan Marinus (Chris) en dochter EHsabeth (Betsy) geboren. Betsy Polhuijs trouwde met schip Bus VOO) hel o perszoon Leen Cloumare; hij verloor één van zijn voeten bij een ongeval op zijn schip de Cornelia'. Alida Buenk overleed in januari 1914. In I9I6 hertrouwde de predikant met Helena Hagers (Rotterdam, 1882), die als onderwijzeres uas verbonden aan de openbare school op Stad. In 1921 werd dochter Anna Helena en ill 1924 zoon Willy Clhristian geboren. Hij werd net als zijn vader predikant in de Nederlandse Hervormde kerk.
Twintigste eeuw
In 1898 brandde het kerkge !iouw af. Nadat een metselaar een wespennest had uitgebrand onder het torentje in de hemel van de kerk bleef het hout nasmeulen. Het orgel en de preekstoel gingen verloren, maar de door dominee Jongbloed geschonken kanselbijbel werd in veiligheid gesteld. De gemeente en de zondagsschool namen tijdelijk intrek in de openbare school. Op 30 april 1899 werd het nieuwe kerkgebouw, dat werd opgetrokken in de stijl van het oude gebouw, in gebruik genomen. De kerk kreeg een nieuw orgel. In 1923 werd door de burgerlijke gemeente een aparte toren gebouwd. Op ds. Polhuijs werd nooit een beroep uitgebracht, vandaar de uitspraak: 'Hij heeft zijn spa ineegebracht'. Ter gelegenheid van zijn veertigjarig ambtsjubileum schonk ds. Polhuijs de gemeente een zilveren doopvont. Op Eerste Paasdag, 9 april 1939, preekte ds. Polhuijs afscheid. Hij overleed op 4 mei 1945. Op 1 oktober 1939 deed ds. J.
\'ink intree. Een kentering was dat de/e predikant niet, zoals zijn voorganger, in elke dienst een gezang liet zingen. Integendeel. J.L. Braber schrijft treffend dat de gezangen op de index (lijst van verboden geschriften) kwamen te staan. Sindsdien heeft de gemeente een 'bondskarakter'. In 1948 nam dominee Vink een beroep aan naai ZuidBeijerland. Hierna was de gemeente vacant tot 1955. Na dominee Vink dienden
tot op heden de predikanten P. van Wakeren (hij was zendingspredikant in Makassar), H. Jongebreur van RotterdamHeyplaat, J. Willemsen van Eethen en Drongelen, de kandidaten G. Klok en J. de Rijke. Na enkele jaren vacant te zijn geweest kwam kandidaat L.I). Burger van de evangelisatie in Berkenwoude naar Stad. Hij werd op 17 april 1994 (zijn zestigste verjaardag) bevestigd. In 2000 nam ds. H.A. Samsom uit Voorthuizen het beroep aan naar de Hervormde gemeente van Stad.
In het voorjaar van 2004 kreeg SamenopWeg landelijk z'n beslag. Stad aan 't Haringvliet werd een zgn. P.K.N. gemeente en maakte gebruik van een regeling waarbij de gemeente haar Hervormde karakter behield. Dominee Samsom moest om gezondheidsredenen eerder zijn taak neerleggen. Sinds 2004 was de gemeente vacant. In het voorjaar van 2006 nam dominee H.J. Catsburg, woonachtig in Goes, het beroep aan naar Stad. In mei preekte hij intree en werd de eerste deeltijdpredikant van de Hervormde Gemeente.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 april 2007
Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's