Niet ik, maar Hij (1)
ß hin mit Chiisliis oikiiiisl (Galaten 2 vets 20a)
\tigist Paulus zich brer met Samen met C hl istus, tegelijk met C hr istus ben ik geki uisigd"' Tegelijk met Chi isttis zijn toch (ssee moordenaars gekruisigd Tn als l^aulus loen nog Saulus eibij geweesl was zou hij ^^ellicht geholpen hebben om Jezus te kiuisigen
tn toch weet hij wal hij zegt koen Chiistus geki uisigd >\eid IS hij ook gekiuisigd Hij schiijfi cfat irr een bepaald verband Die gebeurtenis in Aiiti (ichie kwam hem voor de geest Petrus che de chrrslenen uil Jeiu/alem met vooi hel hoofd wilde stoten en met de juelaisten aan eérr tafel ging /Uien
Uant ja, het blijkt gemakkelijk te zeggen C biistus alleen het blijkt echter moeilijk in praktijk te br engen W anl met zijn mond sterude Petrirs daarmee m maar met zijn daad gaf hij dejudaisten weei gelijk
Ln toen is Paulus tioos geworden loen heeft hij Petius m het openbaar tot de oide gei oejjen Want daai moest je bij hem niet mee aankomen Dat had hrj te giondig geleeid fels toegeven was voor hem een vei loochening van het wei k \dn C hiistus
Nee, dat was met altijd zo geweest Vrtregei stond hij zelf in het middelpunt Hij was de viome lauzeeei, veivuld van ijvei vooi de Heeie en hij dacht dat cle Heet e hem voor die ijvei ook wel zou belonen Want hij meende het opiecht' Hij was geen hurchelaar, nee, hij ging ei VOOI Een lecht V aai dige in eigen oog Maai die Je/us maakte blijkbaai gemene /aak met omechtvaardrgen en die VS ei den dan ook nog zahg gespioken' l^aaiom had Saulus /on alsehuwelrjke hekel aan die Jezus Hij zou mei lusten voen al Zijn volgelingen achter slot en gr errdel zaten
En dre Je/us slereg hem tegen de grond, dicht bij Damascus ln een ondeelbaar ogenblik was Saulus al zijn zellbewustzijn kvvijt en v i oeg die man, die alles zo goed wist Heere, wat wilt GIJ dat ik doen zal
Dat IS het nu wal de Heere van een mens kan maken Niet ik, maar HIJ Daai kun je misschien lairgei ovei deren Maar dat IS bij allemaal hetzelfde Niel ik maak de dienst uu Hij kiijgt het VOOI het zeggen in mi|n leven IXit is bekeung
Daai, o|J de weg van Jeruzalem naai Damascus, daar heeft Saulus Golgotha zien weerlichten Daar rs hrj met Chiistus gekruisigd loen is Saulus gaan /ren dat Hij daai Iringals een Gevloekte ln /ijn plaats loen IS ei een einde gekermen aan /ijn nette leven
Dat IS nu aan een einde komen met je/ell loen Hi] slieif loen stierf ik ook \fles van mij is nu waardeloos geworderr Het ligt buiten ons, m Hem
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 april 2008
Eilanden-Nieuws | 10 Pagina's