Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Grazige weiden en stille wateren

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Grazige weiden en stille wateren

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

'Hij doet mij nederliggen in grazige weiden; Hij voert mij zachtkens aan zeer stille wateren! (Psalm 23:2)

In Psalm 23 vergelijkt David de Heere met een Herder. Hij belijdt heel persoonlijk: 'De Heere is mijn Herder, mij zal niets ontbreken.' Als de Heere Davids Herder is, betekent dit dat hij zichzelf een schaap weet van deze Herder. Hij weet zich een schaap van die grote kudde. De Heere verkiest de Zijnen van eeuwigheid en brengt ze hier in de tijd toe. Zij worden schapen van Zijn kudde. David denkt in deze verzen aan

David denkt in deze verzen aan een schaap. Hij ziet het voor zich: een schaap dat nederligt in grazige weiden, een schaap dat naar stille wateren wordt gebracht. Op deze wijze mag hij zijn leven bezien. David wordt geleid door de Heere. Als eerste noemt David hier dat de Heere hem doet nederliggen in grazige weiden. We zien het zo voor ons: een schaap, rustig liggend in de wei. Overal om het schaap heen is gras. Er is voldoende voedsel voor het dier.

Het schaap is verzadigd. Het ligt neer. Zo weet David zich verzadigd. Hij kent deze rust. Hij is gevoed, en wel op een geestelijke wijze. Vast en zeker bedoelt David hier dat hij gevoed is in de grazige weiden van het Woord. Het Woord van God is voor ieder kind van God wat een grazig weiland is voor een schaap. Er is altijd voedsel genoeg.

De weide is 'grazig'. Dat wil ook zeggen dat het gras groen en fris is. Het is niet verdord of oud. Het voedsel is smakelijk voor het schaap dat het eet. Het Woord van God veroudert niet en verdort niet. Wanneer we dat mogen lezen en overdenken, dan zullen we ervaren dat het Woord smakelijk is voor onze ziel.

Als een schaap in de wei neerligt, gaat het herkauwen. Dan komt het voedsel wat het gegeten heeft terug, en wordt het nogmaals gekauwd. Op deze wijze wil God dat we met Zijn Woord omgaan. Hij vraagt van ons dat we het Woord herkauwen. Dat wil zeggen dat we het telkens weer overdenken. Het Woord moeten we ter hand nemen en lezen. Daarna wil de Heere dat we in onze herinnering terughalen wat we gelezen hebben, om erover na te denken. Deze overdenking wil God gebruiken om ons onderwijs te geven door Zijn Geest. Zo leidde de Heere David, en zo leidt Hij Zijn volk nog. Hij doet hen nederliggen! De Heere Zelf geeft deze rust in het hart te ervaren. Hij werkt dat door Woord en Geest. Dan mogen we rust vinden in het offer dat Christus bracht aan het kruis. Hij is de grote Rustaanbrenger! Maar de Heere doet nog meer in het

leven van David. Hij belijdt dat de Heere hem zachtjes aan zeer stille wateren voert. Niet alleen de rust van het nederliggen in de grazige weiden, ook het gaan naar de zeer stille wateren is een werk van de Heere in het leven van Zijn kinderen. Aan deze wateren wordt hun dorst gelest. Ook het water is noodzakelijk voor een schaap. Deze wateren verkwikken, in tijden van zomerhitte. Deze wateren verfrissen. Zo gaat het in het leven van Gods kinderen. Als er dorst is, verkwikt het water. Het uitzien naar deze verkwikking komen we vaker tegen in het Woord van God. Zo lezen we in Psalm 42: 'Gelijk een hert schreeuwt naar de waterstromen, alzo schreeuwt mijn ziel tot U, o God.' Daar getuigt de dichter van het verlangen. Dat is het verlangen naar God.

Als de Heere naar zeer stille wateren voert, vervult Hij het verlangen naar Hem. Van nature hebben we geen enkel verlangen naar de Heere en Zijn dienst. De Heere moet ons verlangend maken. We waren in het paradijs verlangend naar de verboden vrucht. Daardoor deed de zonde zijn intrede en zijn we allen geneigd tot alle kwaad. Het is een eeuwig wonder als we naar de Heere verlangen!

Nu gaat de Heere Zelf dit verlangen wekken én Hij gaat het vervullen. Aan de zeer stiUe wateren worden de kinderen van God verkwikt met Zijn genade. Daar worden de schapen heen geleid, achter de Herder aan! Zo mogen ze komen tot de wateren des levens! En ze zullen er ook werkelijk komen, want de Heere doet Zijn kinderen nederliggen in grazige weiden en Hij voert ze aan zeer stüle wateren.

Ds. P. Korteweg, Oud-Beijerland

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 december 2011

Eilanden-Nieuws | 18 Pagina's

Grazige weiden en stille wateren

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 december 2011

Eilanden-Nieuws | 18 Pagina's