Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Scheepsrampen in oorlogstijd

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Scheepsrampen in oorlogstijd

(Aflevering 16)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

In deze serie beschrijft Maarten Bezuijen te Schiedam de schepen van de Nederlandse koopvaardij en de sleepboten van L. Smit & Co's Internationale Sleepdienst, die in de oorlogsjaren en daarna hebben gevaren. Schepen die ternauwernood zijn ontkomen van een aanval van de Duitsers, maar ook schepen die niet meer terug kwamen en met man en muis zijn vergaan door de aanvallen van de vijand vanuit de lucht en van onder water. Foto's zijn, tenzij anders vermeld, afkomstig uit het eigen fotoarchief van Maarten Bezuijen.

Hnggano Het stoomschip Enggano, dat toebehoorde aan de Stoomvaart M^tschappij Nederland N.V. te Amsterdam, vertrok op 29 september 1941 vanuit het Verenigd Koninkrijk met bestemming Singapore. Via Austrahë kwam de Enggano in Tjilatjap aan en op 27 februari 1942 verliet het pas weer de haven van Tjilatjap, in afwachting van nadere orders. Op 1 maart 1942 werd de Enggano door een Japans vliegtuig aangevallen, dat in 'duikvlucht' een bom afwierp en ook met machinegeweer het schip bestookte. De bom, die vlak bij het schip ontplofte, veroorzaakte een gat onder de waterlijn. Onmiddellijk daarna ondernam het vliegtuig een tweede aanval, waarbij een voltreffer geplaatst werd in Ruim 1, waardoor brand ontstond. Met het oog op de lading achtte de gezagvoerder het noodzakelijk het schip te verlaten. Alle opvarenden verlieten het schip in de reddingboten. Nog veertien uren verbleven zij in de buurt van de Enggano, die nog steeds in brand stond en veel slagzij maakte. In de namiddag arriveerde een Japanse kruiser, die dicht langs de Enggano en ook vlak langs de reddingboten voer en aansluitend in noordwestelijke richting weer verdween. Op 2 maart werd de bemanning door het motorschip Tawali opgepikt. Bij deze ondergang vielen geen gewonden.

Siantar

Het stoomschip Siantar behoorde toe aan de N.V. Rotterdamsche Lloyd in Rotterdam en verliet op order de haven van Tjilatjap op 27 februari 1942. Op ca. 1500 meter uit de kust werd gewacht op nadere orders. Gedurende die tijd ontving de Siantar noodseinen van het motorschip Modjokerto, dat zich ongeveer 100 mijl ten N.W. van Siantar bevond en zinkende was. De Siantar maakte zich gereed en voer volle kracht richting de Modjokerto. Een Amerikaans oorlogsschip, waarvan de positie niet bekend was, seinde dat dit schip aangevallen werd door een Japans Vliegkampschip en 2 kruisers. Hoewel de Siantar nog geen verdere orders had ontvangen, stoomde het schip in zuidelijke richting. Het motorschip Tawali, dat in de nabijheid van de Siantar eveneens om de zuid stoomde, kreeg orders om naar Tjilatjap terug te keren. De Siantar bevond zich toen 800 mijl ten zuiden van Tjilatjap en 300 mijl van de Australische kust, en men waande zich betrekkelijk veilig. Op de 3e maart kwam plotseling een onderzeeër boven water, die recht achter de Siantar kwam te liggen. Direct werd besloten tot vuren vanaf de Siantar. Het eerst schot miste, het tweede trof doel, een derde weigerde. Toen staakte men even het vuren. De Jap bleek nu vrij spel te hebben en begon een geregelde beschieting van het schip. De bakboord reddingboten waren door het granaatvuur vernietigd en door de beschietingen van de Japanse onderzeeër, zag men geen kans om de stuurboord boten te vieren. De Jap vuurde door, zonder ophouden, zodat de bemanning genoodzaakt werd in het water te springen. De tweede stuurman werd door een granaatscherf geraakt en viel dood in de reddingboot. Tenslotte vuurde de onderzeeër nog een torpedo af, die de Siantar deed zinken.'Hierna verdween de Japanse onderzeeër. Bij telling bleek dat er 21 bemanningsleden omgekomen waren. Op 4 maart werden de schipbreukelingen opgepikt door de Van Spilbergen, een schip van de K.RM., die de overlevenden van de Siantar in Geralton aan de wal zette.

Soeinba

Het stoomschip Soemba, die toebehoorde aan de N.V. Stoomvaart Maatschappij Nederland te Amsterdam, vertrok op 23 december 1940 vanuit Philadelphia naar Halifax. Vandaar werd op 1 januari 1941 in konvooi vertrokken naar een haven in het Verenigd Koninkrijk. Op 5 januari 1941 is de Soemba gekapseisd. De Ie officier aan boord van de Soemba ten tijde van het ongeval, behoorde tot de overlevenden en heeft het volgende verslag ons nagelaten.

Het schip lag gemeerd in Philadelphia en begon op 11 december 1940 met het laden van piekijzer. In overleg met de gezagvoerder en Captain Campbell, Surveyor voor Board of Underwriters te New York, werd een stuwplan door de Ie officier opgemaakt, waarin de hoeveelheid piekijzer beperkt bleef binnen de gewichtsgrenzen. Overeenkomstig deze tabellen werd het schip beladen. Na afloop van het laden werd een Servey Rapport van goede stuwing verkregen. Op 17 december was het laden gereed en lag het schip op haar 'wintermerk'. Met 900 ton kolen in de bunkers en 600 ton drinkwater m de dubbele bodem bedroeg de metacentrische hoogte ruim 3 voet, hetgeen voor zon schip met ijzer beladen als gunstig kon worden beschouwd. Met de bemanning werden moeilijkheden ondervonden, waardoor het vertrek van Philadelphia eerst 23 december 1940 plaats had. Op 26 december 1940 werd op de rede van Hahfax ten anker gegaan. Gedurende deze reis was het weer gunstig en het schip slingerde rustig. Na de verrichtingen van de nodige werkzaamheden, zoals het laden van kolen en het innemen van water en het provianderen en ook het beproeven van de degaussingkabel, werd op 1 januari 1941 in konvooiverband vertrokken vanuit deze haven met als bestemming Engeland. Het weer was nog steeds goed en het schip gedroeg zich normaal.

Op 4 januari verslechterde het weer en vanuit het ZZO kwam er een storm opzetten die geleidelijk toenam tot orkaankracht, wat hoge zee en veel deining veroorzaakte. Voortdurend sloegen de zeeën over dek en luiken. Desondanks gedroeg het schip zich redelijk. De kapitein bleef tot 's nachts 01.00 uur op de brug en ging daarna naar zijn hut om wat te rusten. Om 04.00 uur van de 5e januari maakte de stuurman nog een ronde over het schip en alles was in goede orde bevonden, 's Morgens (5 januari 1941) werd de eerste officier wakker door geschreeuw van de tweede stuurman, dat de motorreddingboot was losgeslagen. Hij kleedde zich snel aan en ging naar het sloependek. Daar trof hij verschillende opvarenden aan die bezig waren met het sjorren van de genoemde reddingboot. Sloep 1 was reeds door het overko

Sloep 1 was reeds door het overkomende water kapot geslagen en de Ie stuurman nam de leiding aan dek over van de 2e stuurman. De kapitein bevond zich op de commandobrug. Alhoewel er veel water over het schip heen kwam, gedroeg het schip zich normaal. Om ongeveer 08.30 uur hoorde de stuurman dat de kapitein het bevel gaf "Alle hens aan dek", wat door de bootsman werd doorgegeven naar het achterschip, waar zich ook nog opvarenden bevonden. Plotseling helde het schip zeker 30 graden hard over naar bakboord en kwam niet meer terug. Overtuigd zijnde dat er iets ernstigs aan de hand moest zijn, werden de reddingsvlotten losgemaakt. Inmiddels helde het schip steeds verder over naar bakboord en kon als wrak worden beschouwd. De kapitein ging nog even naar zijn hut en zat in zijn stoel, geschoord tegen het schot van zijn slaaphut, met zwemvest aan. De Ie officier maande hem om mee

te gaan en wierp hem een handdoek toe die hij pakte, maar bij het naar zich toe trekken, in tweeen scheurde. Gezamenlijk met de 3e stuurman probeerde men alsnog de kapitein mee te krijgen, maar dat lukte in het geheel niet. Daar het schip inmiddels zo goed als dwars op de golven lag, was het niet meer verantwoord om bij de kapitein te blijven en verlieten , de kapitein om zelf het vege lijf te redden en wisten zelf al zwemmend een vlot te bereiken waarop meerdere opvarenden zich bevonden. Even daarna verdween het schip in de diepte. Twee schepen uit dit konvooi stoomden op de Soemba af, maar geen van beide schepen durfde een reddingspoging aan te gaan en draaiden weer af Daarna kwam een derde schip in zicht, dat, ondanks de zeer onstuimige zee een sloep te water bracht en zo in twee tochten de opvarenden van de Soemba van de vlotten en andere drijvende voorwerpen haalden, dit onder buitengewone moeilijke omstandigheden. Dit schip bleek het Zweedse motorschip Rydboholm te zijn. De kapitein deelde de bemanning mee dat het schip naar Halifax zou terug keren omdat zijn schip niet was ingericht om vijfentwintig personen extra aan boor te kunnen herbergen. Geen woorden van lof zijn te vinden om uiting te geven aan de bewondering voor deze heldenmoed van deze Zweedse zeelieden, die hen met inzet van hun eigen leven, hebben weten te redden. Een Engelse bediende overleed kort nadat hij was gered aan boord van de Rydboholm en werd op 11 januari 1941 in Halifax ter aarde besteld. Kapitein Ryberg van de Rydboholm is later door de Nederlandse Regering beloond met de Orde van Oranje Nassau. Nog negen andere opvarenden van de Rydboholm werden door de Nederlandse Regering onderscheiden voor menslievend hulp betoon. Op 9 januari arriveerde het schip in Halifax. Helaas werd een groot deel van de bemanning door het snelle kapseizen van het schip, mee de diepte in gezogen. 25 mensen verloren bi) deze ramp hun leven.

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 21 december 2011

Eilanden-Nieuws | 80 Pagina's

Scheepsrampen in oorlogstijd

Bekijk de hele uitgave van woensdag 21 december 2011

Eilanden-Nieuws | 80 Pagina's