Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vervolgverhaal

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vervolgverhaal

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

27 uitgeverijmozaiek.nl

'Tsss, denk je dat? Je past niet eens in je klomp, laat staan dat je iets met die voet kan doen.'

Dan is ze weg. De tas met boodschappen staat er nog zoals ze hem neerkwakte. Het schone water staat voor m'n neus en ondertussen heeft zij, ook al is ze voor even verdwenen, het heft in handen. De jongens zijn al uren aan het werk en ik zit hier en heb niks in de melk te brokkelen. Toon zal zich afvragen wat er met me aan de hand is en Wil weet van niks, want Driekes werkt op maandag niet op de kooi. Morgen zal ze het wel weten, tenminste, als Driekes het haar vertelt.

Zal ik die lap es van m'n enkel afhalen? Kijken of ik in die klomp kan. Het ding ligt bij de deur, op z'n kop. Maar wat dan nog? Passen zal het natuurlijk niet, dat kan iedereen zien. Stel dat mijn enkel gebroken is, wat dan? Zal ik naar Wil roeien? Hoe kom ik daar die zolder op en weer af? Naar Jan? Nee. Z'n vrouw is zwanger, waar moet hij me laten in dat bomvolle huisje? Toch even die klomp pakken.

Is er niks anders dan die stoel? Het is zo'n gedoe. Straks even aan Annie vragen of ze een stok kan zoeken ergens in het schuurtje. Als Annie terug is, is er zeker anderhalfuur verstreken, misschien wel twee.

Als ze de deur openzwaait, begint ze meteen te praten.

'Het kan nog even duren, hij komt straks deze kant op. Ik ga gewoon aan het werk hier en wacht tot hij is geweest. Tot die tijd moet je het zien te redden en ik zet je ook even buiten straks. Zo kan ik niet werken.'

Tk weet niet of ik wel buiten kan komen; straks breek ik nog meer.'

'Nou nou, ik help je wel en dan zul jij eens zien. Ik maak straks het middageten voor je klaar en het avondeten. Ik heb nog wat bijgekocht, zodat je even vooruit kunt.'

De twee vrije stoelen worden buitengezet en direct is ze weer binnen.

'Ik zal es een bak koffie maken, dan drinken we het buiten op.'

Ze veegt nu alleen haar voorhoofd af met haar rechterarm. Het haar mag blijven hangen deze keer.

Daar zit ik, nog steeds in m'n onderbroek. Als zij om me heen loopt te spoken, kan ik toch zo niet blijven zitten?

'Ik zal die lappen even verversen en je helpen je boks aan te trekken.'

Daar gaan we al! Ik heb helemaal niks meer te vertellen.

Waar ze zo gauw de schone lappen vandaan haalt, is me een raadsel. Pardoes knielt ze voor me en begint met m'n knie. Alsof het haar dagelijkse werk is - en ze doet het ook nog heel voorzichtig - haalt ze de smeerboel eraf, mengt wat warm koffiewater met koud en dept het vastgeplakte verband tot het loslaat. Ze maakt de wond schoon en pakt een schone lap verband, blijkbaar gekocht in het dorp. Ze doet het netter dan ik en nu ze bezig is houdt ze ook haar mond.

'Ik was niet dronken,' zeg ik. Ze haalt haar schouders op.

'Dan niet. Had gewoon dat paadje genomen, dat is ervoor. Nu zit je hier te chagrijnen.' Als ze klaar is, staat ze op en keurt haar werk.

Als ze klaar is, staat ze op en keurt haar werk. 'Doe je dat vaker?' vraag ik. 'Mijn vader moest elke dag verbonden worden

'Mijn vader moest elke dag verbonden worden toen hij zichzelf met een zeis had geraakt in z'n kuit* en z'n onderbeen. Maar dat is lang geleden.' 'O ja, dat weet ik nog. Mijn moeder leefde nog toen

'O ja, dat weet ik nog. Mijn moeder leefde nog toen dat gebeurde.' 'Je moeder?' O, ze weet het! 'Nou ja, m'n opoe eigenlijk. Je weet het dus.' 'Ja, ik weet het.'

Ondertussen heeft ze m'n enkel bevrijd van die strakke doek.

'Laat hem er maar even af,' zeg ik, 'het lucht op.'

'Even dan. Ik zal een emmer fris water halen, waar je hem in kunt doen. Daarna gaat hij weer in de lap; dat is beter.'

Het gaat wennen met haar, het krijgt iets vertrouwds.

De emmer koud water staat buiten al op me te wachten als ze me overeind trekt en naar buiten helpt. Met mijn arm om haar nek geslagen houd ik haar stevig vast. Als een manke reiger hink ik de kamer door, op weg naar de deur. De deuropening is een probleem: we willen er allebei tegelijk doorheen en raken helemaal klem. Als we elkaar'aankijken, schieten we allebei in de lach. Ik zie nu alleen de kant waar geen wijnvlek zit.

De dokter lacht het hardst; we hadden hem niet zien komen.

'Zeker een week,' zegt hij, als hij mijn enkel heeft onderzocht. 'Het is niet anders.'

Annie is bezig het huis uit te mesten. Zal ze de beddenzak weer naar buiten werken? Ik zie niks komen, dus het zal wel niet. De dokter heeft een bakkie meegedronken en is

De dokter heeft een bakkie meegedronken en is weer gegaan. Ik was zijn laatste patiënt deze dag. 'Voor zover ik kan zien,' had hij gezegd, 'is het niet kapot, maar je hebt wel een rare smak gemaakt. Die knie is niet het probleem; je bent een gezonde vent, dat geneest wel weer. Die enkel is een tijdrovend geval. Je moet echt rust nemen en er niet op gaan lopen. Vrijdag mag je het weer even proberen, niet eerder.'

En zo zit ik weer samen met Annie langs het huis. Hoe moet dit verder? Ik kijk naar Annie, die zich blijk-baar nogal vermaakt. 'Je hebt hier niemand, hè?' 'Nee.'

'Komt ze nog naar de wal deze week?' 'Wil? Ik denk van wel, maar dat zegt nog niks. Als Driekes z'n bakkes houdt morgen, zal ze er weinig van merken. Hier zal ze niet binnenlopen; ze komt alleen in het dorp natuurlijk.'

'Ik zit te denken, hè,' zegt ze, 'ik kan je wel een beetje achternalopen deze week. Maar ik ben natuurlijk niet je moeder.'

Met haar mooie kant kijkt ze me aan en lacht. 'Ik plaag je een beetje.' 'Ja, ja.' 'Nou, kan ik wat voor je doen of stop ik je voor vier dagen m de bedstee?' O ja, ze schakelt weer over op aanpakken en vragen stellen.

stellen. 'Eh. Ja, ik denk dat ik dat wel fijn vind,' hoor ik mezelf Wat moet ik anders? 'Ik ga koken voor je,' hoor ik haar plotseling. Er schiet me wat te binnen.

'Ik vind het erg aardig van je, Annie, en als je wilt, kun je hier mee-eten.'

Krijgt ze nou een rood gezicht? Nee, dat denk ik maar.

'Nou, dat zal niet gaan. Ze zitten thuis op me te wachten en na het koken hier moet ik echt gaan.'

'Morgen dan,' zeg ik stoutmoedig. 'Voor morgen kun je dat wel afspreken toch?'

Waarom dring ik eigenlijk zo aan? Zomaar. 'Nou, goed,' zegt ze en loopt snel naar binnen. Een flink halfuurtje later is ze klaar en komt ze naar buiten.(Wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 28 december 2011

Eilanden-Nieuws | 36 Pagina's

Vervolgverhaal

Bekijk de hele uitgave van woensdag 28 december 2011

Eilanden-Nieuws | 36 Pagina's