Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Scheepsrampen in oorlogstijd

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Scheepsrampen in oorlogstijd

(Aflevering 17)

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

In deze serie beschrijft Maarten Bezuijen te Schiedam de schepen van de Nederlandse koopvaardij en de sleepboten van L. Smit 8c Go's Internationale Sleepdienst, die in de oorlogsjaren en daarna hebben gevaren. Schepen die ternauwernood zijn ontkomen van een aanval van de Duitsers, maar ook schepen die niet meer terug kwamen en met man en muis zijn vergaan door de aanvallen van de vijand vanuit de lucht en van onder water. Foto's zijn, tenzij anders vermeld, afkomstig uit het eigen fotoarchief van Maarten Bezuijen.

Simaloer

Het stoomschip Simaloer, die ook behoorde aan de N.V. Stoomvaart Maatschappij Nederland te Amsterdam, vertrok op 30 januari 1941 in konvooi van Freetown naar het Verenigd Koninkrijk. AI spoedig bleek dat het schip heel moeilijk de konvooivaart kon behouden en achter raakte. Het kolen- verbruik was hoog. Dwars van de Azoren gekomen moest de kapitein besluiten een noodhaven aan te lopen voor het aanvullen van de kolenvoorraad. Het konvooi werd om die reden verlaten. De kapitein kon van zijn besluit geen kennis geven aan de commodore van het konvooi, aangezien de Simaloer reeds te ver achter was geraakt en door het slechte weer de vlaggenseinen niet konden worden opgemerkt. Een escortevaartuig stoomde achter de Simaloer aan en gaf instructies om Fayal op de Azoren aan te lopen. De kolenvoorraad werd daar aangevuld en van de Britse consul werden route instructies in ontvangst genomen, waarna om 22.00 uur op de 19e februari vertrokken werd. Tot 2 maart 1941 verliep de reis

Tot 2 maart 1941 verliep de reis normaal en het weer was oorspronkelijk goed, maar verslechterde later. Op 2 maart om 08.20 uur werd een vliegtuig waargenomen dat op de Simaloer afkwam en in langsscheepse richting over het schip vloog. Een hevige ontploffing werd gehoord vlak achter het schip, waardoor het achterschip gedeeltelijk uit het water werd gelicht. Daarna cirkelde het vliegtuig rond en viel de Simaloer ten tweede male aan en wel op de zelfde manier. Nu werden de uitgeworpen projectielen voltreffers en verscheiden ontploffingen werden aan boord waargenomen.

De beiden sloepen aan bakboord waren reeds vernield. Opnieuw cirkelde het vliegtuig rond en naderde het schip, thans vanuit de richting iets meer achter dan dwars vanuit de stuurboordse kant en schoot met machinegeweren en liet projectielen op het schip vallen, waarna een hevige explosie ter hoogte van de machinekamer volgde. De kapitein was van mening dat door deze bom net schip zwaar was beschadigd en met roermanoeuvres werd getracht de trefkans voor het vliegtuig te verminderen, doch het had geen resultaat. Het vliegtuig had niet de minste moeite om de treffers te plaatsen. Aangezien het schip niet uitgerust

Aangezien het schip niet uitgerust was met luchtafweergeschut, was de bemanning niet in staat enig tegenweer te geven, waardoor de kapitein tot de gevolgtrekking kwam dat de toestand hopeloos was. De machine werd gestopt en order werd gegeven om het schip via de overgebleven sloepen te verlaten. Teneinde aan het vhegtuig kenbaar te maken dat de ongelijke strijd was opgegeven, werd een wit laken gehesen! De machinekamer was intussen vol stoom en ammoniak geraakt en de overievenden waren er uitgevlucht. Twee stokers waren in de machinekamer tijdens de aanval overleden. Een grote met ontplofte bom lag op net hoofddek naast het bunkerluik, uiteraard levensgevaarlijk. Terwijl de bemanning het schip verhet, bleef het vliegtuig rondcirkelen en seinde roet de lamp, wat echter niet werd begrepen. Bij het verlaten van het schip hadden de Ie stuurman en de hoofdmachinist opgemerkt dat onder het hoofddek aan stuurboord midscheeps een groot gat geslagen was.

Alvorens het schip te verlaten had de kapitein nog opdracht gegeven aan de marconist om het noodsein uit te zenden en aan de 3e stuurman werd opdracht gegeven de geheime boeken en papieren overboord te werpen. Zodra de sloepen vrij van het schip waren, werden de zeilen bijgezet. Dit nam aan boord van de sloep waar de kapitein het commando over voerde veel tijd in beslag, omdat de boot overvol was. Nadat dit eindelijk was gelukt, bleek de afstand van het schip zo groot te zijn dat de kapitein geen kans meer zag zijn schip met deze reddingboot tegen wind, zee en deining te bereiken. Omdat het land aan de lijzijde op bezeilbare afstand van de sloep was, werd besloten koers te zetten naar de Engelse wal. Na ongeveer vijftig uren zeilen wer

Na ongeveer vijftig uren zeilen werden de schipbreukelingen opgepikt door een IJslandse trawler, welke hen vervolgens op 5 maart 1941 om 16.00 uur in Fleetwood aan wal zette. De andere boot die onder leiding van de 2e stuurman stond, werd niet meer gezien. Later bleek dat deze sloep door een Engels vliegtuig was gesignaleerd, dat ervoor zorgde dat er verbinding werd verkregen met het Engelse stoomschip Clan Cameron, die de sloep en de schipbreukelingen

aan boord nam. Terwijl men met deze redding bezig was, bleef het vliegtuig voortdurend in de buurt om te waken tegen onderzeebootaanvallen. De Clan Cameron stoomde naar de Simaloer terug en dichtbij gekomen liet de kapitein de motorboot vieren en ging met enige dekofficieren en machinisten aan boord van de Simaloer om onderzoek te doen naar eventuele overlevenden. Twee dode Chinezen werden aangetroffen en overboord gezet. Ook de onontplofte bom lag nog steeds op de zelfde plaats op het hoofddek. De machinisten van de Clan Cameron en van de Simaloer gingen de machinekamer in en vonden de stoomketels leeg, waarop met het schip verliet. Op 4 maart 1941 werden de schipbreukelingen in Liverpool aan de wal gezet. Twee chinezen verloren bij deze aanval het leven.

Alhena

Het stoomschip Alhena behoorde toe aan de N.V. Van Nieveld Goudriaan's Scheepvaartbedrijf te Rotterdam en vertrok op 28 januari 1941 van Liverpool met bestemming Port Said, 's Middags om 15.30 uur werd het voorgeschreven konvooi bereikt. Dit konvooi had de opdracht om in Noord Afrika, via Kaap de Goede Hoop oorlogsmateriaal naar Port Said en Alexandrië te verschepen. Het weer was mistig en regenachtig.

Het weer was mistig en regenachtig. Volgens voorschrift werd om 19.30 uur koers veranderd en 's avonds, even na 23.00 uur, werd het licht van Muil of Galloway geobserveerd. Om 23.30 uur stootte het schip hevig en de machine werd op 'vol achteruit' gezet. Het mocht niet meer baten, het schip lag vast aan de grond. Om 24.00 uur werd de machine gestopt en na inspectie bleek dat ruim I en II water maakten. Bij een peiUng bleek dat het schip op South Rock was gelopen, aan de Ierse oostkust. Als reden werd aangenomen dat men het licht van het vuurschip had aangezien voor het licht van Muil of Galloway.

Zoals eerder vermeld was het slecht zicht en men kon het karakter van het licht slecht of geheel niet waarnemen.

Op 29 januari om 00.45 uur werd in ruim I en II vijftien voet (ongeveer 5 meter) water gepeild, de overige ruimen bleven droog. In antwoord op de noodsignalen die uitgezonden werden, kwam om 02.00 uur de reddingboot Cloghy langszij. Om 03.35 uur begon het bovendek te scheuren en in de vroege morgen werden de reddingboten overboord gezet. Aan boord bevonden zich 10 passagiers die, met een ziek bemanningslid, naar de wal werden gebracht. Intussen was het water in beide ruimen weer twee meter gestegen en de situatie werd er niet beter op. Om 13.15 uur kwam de reddingboot opnieuw langszij en na gehouden scheepsraad mocht een ieder die van boord wilde het schip verlaten. 15 bemanningsleden verlieten het schip en 16 man bleef met de kapitein aan boord. Later in de middag bleek dat ook de

Later in de middag bleek dat ook de andere ruimen water maakten. Aan het eind van de middag kwam de reddingboot wederom langszij met de opdracht om alle mensen van boord te halen.

Dit werd niet geaccepteerd door de bemanning; zij bleven aan boord. Op 30 januari 1941 om 09.30 uur kwam de reddingboot opnieuw langszij en even later kwamen ook twee verkenningsschepen, die op ongeveer 1 mijl afstand ten anker gingen. Om 13.30 uur kwam een marineofficier aan boord met instructies het schip te verlaten in verband met de gevaarlijke positie ervan. Hieraan werd toen voldaan. Na het bergen van de lading kon het schip enige maanden later worden vlot gebracht. Op 10 september 1942 zonk de Alhena tijdens de sleepreis van Portaferry naar Troon in Schotland in de Firth of Clyde. De Alhena werd in 1921 gebouwd,

De Alhena werd in 1921 gebouwd, was 126,80 meter lang en uitgerust met een 3 cilinder stoommachine van 2800 IPK. Op 25 oktober 1927 was dit schip betrokken bij de redding van 536 passagiers van het Italiaanse passagiersschip Principessa Mafalda onder de kust van Brazilië.

Van dit door dit voorval beroemd geworden schip, zullen we de redding in het kort hierbij memoreren. De Principessa Mafalda werd gebouwd in 1908 en was een zusterschip van de Principessa Jolanda, die in 1907 werd gebouwd en te water werd gelaten, maar direct kapseisde en zonk. De Principessa Mafalda was met 1198 opvarenden op weg naar Montevideo en werd in de namiddag van 25 oktober 1927 gepasseerd door de Alhena, nabij de Abrolhos Eilanden. Volgens de verhalen had men aan boord van de Alhena opgemerkt dat het Italiaanse passagiersschip onregelmatig stuurde en niet koersvast was. Toen het aan de horizon in zicht kwam, zag men eerst rook uit de schoorsteen. Na het passeren veranderde de koers circa 90 graden en de matroos van de wacht maakte de Ie stuurman opmerkzaam op de rare bewegingen van de Italiaan. Men het de marconist vragen of er soms wat aan de hand was waarop werd teruggeseind: machineschade. Omstreeks 16.30 uur ontving de Alhena noodseinen en enkele minuten later ook S.O.S.-seinen. Driekwartier later was de Alhena weer terug in de buurt van het Italiaanse passagiersschip, dat al zinkende was! Aan boord heerste voDedige verwarring. Honderden mensen liepen in doodsnood heen en weer over het dek, terwijl de Italiaanse kapitein, die overigens met het schip ten onder ging, alleen maar riep: tijd genoeg, tijd genoeg. Intussen rukten de schepelingen de bar en hutten open, stalen geld en juwelen en deden zich tegoed aan flessen drank. Daarna snelden zij naar de redding-boten van de Alhena. De houten reddingboten van de Principessa Mafalda, die stampvol met passagiers waren neergelaten, liepen vol water en zonken, mogelijk door het uitgedroogde hout waren de naden van de reddingsloepen zo lek als een zeef Een reddingboot dreef ondersteboven rond en hier voltrok zich een groot drama. De bemanning van de reddingboten van de Alhena moesten diverse keren heen en weer roeien om een volgende groep mensen naar het schip te brengen. Ondanks alles heeft de bemanning van de Alhena veel leed kunnen voorkomen. Later zijn ook andere schepen de Principessa Mafalda te hulp gekomen, zoals de Engelse Empire Star van de Blue Funnel Line en het Franse Formose van Chargeurs Réunis. Het Engelse schip nam 200 schipbreukelingen aan boord en het Franse schip 120. Aan boord van de Alhena bevonden zich inmiddels al honderden drenkelingen. Om 11.00 uur in de avond ging de Ie stuurman van de Alhena nogmaals naar het snel zinkende schip. Dit werd de redders bijna noodlottig. Aan de statietrap stonden nog zoveel mensen die in groten getale in de reddingboot sprongen, dat deze overbelast raakte. Bovendien lieten de mensen zich vanaf het sloependek in de boot vallen. De overvolle boot, onder commando van de Ie stuurman, wist de meesterlijk manoeuvrerende Alhena weer te bereiken. Even later, 's avonds omstreeks half

twaalf, hoorde men drie lange stoten van de stoomfluit van de Principessa Mafalda, waarna het schip zonk en het water over haar toesloot met nog ongeveer 300 om hulp roepende drenkelingen aan boord. Onder de geredden waren ongeveer 100 kinderen. De civiele dienst van de Alhena was twee etmalen in de weer om de schipbreukelingen te eten te geven. Bovendien was er provisorisch een 'verplegingsdienst' georganiseerd.

Aangezien dat de Alhena slechts 12 passagiers kon vervoeren, was er veel improvisatie nodig om al die mensen een slaapplaats te geven. Deze scheepsramp, maar ook de redding van al deze opvarenden, werd wereldnieuws. De bemanning werd later zowel in Zuid Amerika als in Nederland gehuldigd voor hun heldhaftige optreden. Op vrijdag 6 januari 1928 liep de Alhena Hoek van Holland binnen. De tocht over de Nieuwe Waterweg was een 'zegetocht', met fluitconcerten van alle schepen die zich op de Maas of in de havens bevonden. De Alhena meerde in de Lekhaven aan en een groot comité van ontvangst stond gereed aan de kade. Later werd aan alle opvarenden van de Alhena een gedenkbord overhandigd als herinnering aan deze moedige redding van de ruim 500 passagiers en bemanning van de Principessa Mafalda.

Sommige schepen, verschillend van sleepboot tot vrachtschip, die allang niet meer bestaan, hebben een bijzondere geschiedenis achtergelaten en we hebben daar in het verleden al meer aandacht aangeschonken. Het is juist in de periode van de Tweede Wereldoorlog dat deze opvarenden met hun schepen vochten voor onze vrijheid.

We noemen er enkele: De sleepboten Zwarte Zee en Hudson, de passagiersschepen Nieuw Amsterdam en Oranje, alsmede de vrachtschepen Zaandam en Alhena. Een bekende uitspraak van Nico Hoogendam, één van de opvarenden van de Zaandam, maakte bij de inhuldiging in New York in 1943 geschiedenis: "Zorgen jullie maar voor schepen, wij zullen ze dan wel bevaren".

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 januari 2012

Eilanden-Nieuws | 18 Pagina's

Scheepsrampen in oorlogstijd

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 januari 2012

Eilanden-Nieuws | 18 Pagina's