Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Scheepsrampen in oorlogstijd (Aflevering 18)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Scheepsrampen in oorlogstijd (Aflevering 18)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

In deze serie beschrijft Maarten Bezuijen te Schiedam de schepen van de Nederlandse koopvaardij en de sleepboten van L. Smit & Go's Internationale Sleepdienst, die in de oorlogsjaren en daarna hebben gevaren. Schepen die ternauwernood zijn ontkomen van een aanval van de Duitsers, maar ook schepen die niet meer terug kwamen en met man en muis zijn vergaan door de aanvallen van de vijand vanuit de lucht en van onder water. Foto's zijn, tenzij anders vermeld, afkomstig uit het eigen fotoarchief van Maarten Bezuijen.

Zaandam

Het motorschip Zaandam, dat toebehoorde aan de Holland Amerika Lijn in Rotterdam, vertrok op 21 oktober 1942 van Kaapstad naar New York.

Aan boord bevonden zich naast 128 bemanningsleden 174 passagiers die voor het merendeel leden van de bemanningen waren van Amerikaanse schepen, welke kort daarvoor in de buurt van Kaapstad waren getorpedeerd. Aangezien het schip was verhuurd aan het Amerikaanse Leger, hadden de Amerikaanse autoriteiten een afdeling Amerikaans Marinepersoneel aan boord geplaatst ter behandeling van de scheepsbewapening. Op 2 november 1942 werd het schip om 16.25 uur getroffen door een torpedo, die aan bakboord, aan de achterkant van de machinekamer insloeg. Machines, dynamo's en communicatiemiddelen werden hierdoor direct buiten werking gesteld. De Zaandam maakte al spoedig 15 graden slagzij over bakboord en begon snel te zinken. Het lukte de 2e marconist nog een S.O.S. uit te zenden, doch voor hij de positie van het schip kon doorseinen, werd de Zaandam om 16.30 uur getroffen door een tweede torpedo, die de noodinstallatie vernielde. Het schip zonk nu binnen 30 seconden! De reddmgboten No 3 en 5 waren

De reddmgboten No 3 en 5 waren verbrijzeld, reddingboot No 1 was beschadigd en door het zinken van het schip sloegen twee van de drie resterende sloepen om. In de laatste reddingboot namen 72 personen plaats. Nadat het schip gezonken Was, kwam de onderzeeboot aan het wateroppervlak en de duikbootcommandant stelde de gebruikelijke vragen. Daarna voer de reddingboot naar één van de omgeslagen sloepen, welke door de mensen die daarbij waren, overeind was gewerkt. Deze sloep, waarin 34 man zat, werd door de eerste reddingboot op sleeptouw genomen. Het zeil werd opgehesen en er werd koers gezet naar de kust.

Op 7 november 1942 werden de inzittenden van de sloep aan boord genomen van de Amerikaanse tanker Gulf State.

Dit schip zette hen in Trinidad aan land. De derde reddingboot, die eveneens was omgeslagen en zwaar beschadigd was, werd door een aantal bemanningsleden overeind gezet. Nadat zij provisorisch enige reparaties hadden uitgevoerd, voeren zij op de plek van de ramp rond en slaagden erin om nog 60 drenkelingen op te pikken. Daarna zetten zij koers naar de kust, waar zij op 10 november 1942 landden, ongeveer 5 mijl ten westen van de mond van de Rio Pergulias. Tijdens de reis in de reddingboot en ook naderhand, zijn enige opvarenden overleden tengevolge van doorstane ontberingen. In totaal vielen bij deze ramp ruim 120 mensenlevens te betreuren, waaronder 66 leden van de bemanning. Na de oorlog is er over deze ramp een

Na de oorlog is er over deze ramp een boek verschenen dat als titel kreeg 'Zee zonder genade' van Anthony van Kampen. Over de opvarenden van de Zaandam heb ik al eerder een tweetal artikelen geschreven. Vijf opvarenden verbleven op een vlot, waarvan er twee op een bizarre wijze over-leden. Drie man overleefden na 83 dagen van ontbering en uitputting dit drama, waaronder mijn neef, de toen zeventien jarige Nico Hoogendam uit Vlaardingen.

Haulerwijk

Het stoomschip Haulerwijk (groot 3300 BRT) van de NV Stoomvaart Maatschappij Wijklijn te Rotterdam, vertrok op 22 september 1940 van New Port naar Tampa, nadat eerst nog de haven van Barry Roads was aangedaan, vertrok de Haulerwijk op 24 september uit Milfort-haven.

Op 26 september raakte de Haulerwijk het konvooi ten gevolge van de mist weer kwijt. Zigzaggend werd de koers gevolgd. Maar op 30 september werd het schip door een duikboot aangevallen. De eerste torpedo ging dwars onder het schip door, zonder het te raken. De koers werd onmiddellijk veranderd in de richting van de topedobaan en om 16.00 uur van de zelfde dag werd wederom koers veranderd. Enige uren daarna werd de Haulerwijk door geschutvuur aangevallen. Bij het eerste salvo werd de draadloze installatie, het kanon, het stuurgerei en het kompas vernietigd. De donkeyman en de tremmer wer

den opslag gedood. Het beschieten van de Haulerwijk hield zonder stoppen aan. De machine werd gestopt en men kreeg orders om in de reddingboten te gaan. Eerst werd de stuurboordboot te water gelaten, waarbij twee opvarenden gewond werden en de motor beschadigd werd. Bij het vieren van de bakboordboot werd de assistent machinist gewonden twee matrozen gedood. De gezagvoerder en nog vier opvarenden bevonden zich toen nog aan boord. Besloten werd om de werkboot te vieren, omdat de reddingboten in de donker verdwenen waren. Het vuren was steeds doorgegaan en de Haulerwijk begon te zinken. Op 1 oktober, bij het aanbreken van

Op 1 oktober, bij het aanbreken van de dag, werd de reddingboot, die onder commando stond van de Ie stuurman, waargenomen. De 5 inzittenden van de werkboot stapten hierin over. Wegens de toenemende wind en de voor deze sloep zware zeegang, werd de reddingboot voor drijfanker gehouden. Toen de wind de volgende dag was afgenomen, werd het zeil gehesen en werd koers gezet naar de Engelse kust. In de namiddag werd een schip waargenomen en daar werd op afgestuurd. Dit schip bleek de Britse Rothley te zijn, die de opvarenden van de Haulerwijk overnam. Na enige tijd werd ook de tweede reddingboot ontdekt en ook die bemanning werd overgenomen, waarna de Rothley haar reis vervolgde. De gewonden werden in Kaapstad in een ziekenhuis opgenomen.

Arizona

Het motorschip Arizona, dat toebehoorde aan een kapitein/eigenaar uit Groningen, verliet op 29 september 1940 Methil Roads. In de vroege morgen, nabij Elie Punt gekomen zijnde, had om 07.30 uur een hevige explosie plaats, waarschijnlijk ten gevolge van een zeemijn. Door de klap raakten de kapitein en de matroos beknelt tussen de overblijfselen van het stuurhuis, doch beiden werden bevrijd. De kapitein was ernstig gewond en de 2e machinist voorzag, ondanks dat hij zelf gewond was, beiden van een zwemvest. De kapitein was niet meer instaat om zelf overboord te springen om zodoende te trachten zichzelf te redden, doch hij werd later alsnog opgepikt. De gewonde matroos en de 2e machinist sprongen in het water en werden • gered. De overige bemanningsleden, 5 koppen, werden vermist.

Buitenzorg

Het stoomschip Buitenzorg, dat eigendom was van de Rotterdamsche Lloyd in Rotterdam, vertrok op 14 januari 1941 in konvooi vanuit de Rede van Oban met bestemming Dundee bij Schotland. Op de zelfde middag om 16.00 uur aangekomen ter hoogte van Grey Island, waar het schip aan bakboord aan de grond liep en open scheurde. Het schip liep vol water en er was geen houden meer . aan. Alle opvarenden gingen van boord en de Buitenzorg verdween onder de zeespiegel. Er vielen geen persoonlijke ongelukken. De Buitenzorg werd in 1916 gebouwd bij de Koninklijke Schelde-werf te Vlissingen, was 136 meter lang en 16,53 meter breed, had een diepgang, resp. holte van 10,43 meter, mat 7098 BRT en was uitgerust met een 3 cilinder TE. stoommachine van De Schelde.

Onoba

De motortanker Onoba, die toebehoorde aan de NV Petroleum Maatschappij La Corona, werd op 16 januari 1941, op weg van Liverpool naar Curasao, door een vijandelijk vliegtuig aangevallen. Nadat door dit vliegtuig enige bommen waren afgeworpen, die vlak naast de Onoba explodeerden, maakte het schip direct slagzij over bakboord. De slagzij werd opgeheven door de ballasttank aan stuurboord vol te laten lopen, maar zover kwam het niet, want de slagzij vermeerderde zich aan de stuurboordzijde en de Onoba kreeg een gevaarlijk drijfvermogen over de stuurboord kant. Er werden orders gegeven om de reddingboten te strijken. Door de zware slagzij over stuurboord slipten twee reddingboten, die als verloren moesten worden beschouwd. De Chinese bemanning had, zonder daartoe orders te hebben ontvangen, zelf een reddingboot gestreken, zodat nog één boot ter beschikking bleef Maar die was door de explosie zo zwaar beschadigd dat deze niet meer gebruikt kon worden. Intussen waren er twee Engelse begeleidende vaartuigen naderbij gekomen, waarop de rest van de bemanning werd overgenomen. Het achterschip van de Onoba was reeds diep gezonken en bij het aanbreken van de dag was de Onoba in de diepte verdwenen. Ook bij deze ondergang waren er geen mensenleven te betreuren.

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 januari 2012

Eilanden-Nieuws | 20 Pagina's

Scheepsrampen in oorlogstijd (Aflevering 18)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 januari 2012

Eilanden-Nieuws | 20 Pagina's