Vasten ligt dicht bij Christelijke vrijheid

Dr. A.A Teeuw, arts en theoloog, stelde dat in het Oude Testament alleen op Grote Verzoendag een plicht tot vasten gold Het doel daarvan was verootmoediging over de zonde. Later in de geschiedenis, in de tijd tussen die van het Oude en het Nieuwe Testament, kwamen er ascetische groepen op zoals de Essenen. Zij vastten tweemaal per week, net als de farizeeen Dit was ook uiterlijk waarneembaar, bijv aan gescheurde kleding en het lopen met een voorovergebogen houding, "als een bieze of een net".

Het antwoord op de vraag waarom moest worden gevast, is volgens de Ridderkerkse arts te vinden in Hebreeen 9 vers 1. Daar wordt gesproken van een 'verbond' of'testament'.

Verbond Die woorden, zo legde hij uit, heb

Die woorden, zo legde hij uit, hebben een verschillende gevoelswaarde BIJ verbond denken we bijvoorbeeld aan een huwelijksverbond, of aan een verbond tussen landen om elkaar te verdedigen. In een testament geeft iemand aan wat met zijn nalatenschap moet gebeuren als hij er met meer is. Maar, zo vervolgde dr.

Teeuw, de betekenis van verbond en testament ligt dicht bij elkaar. Stel bijvoorbeeld, zo zei hij, dat er een jongetje in Haiti IS dat bij de aardbeving zijn ouders verloren heeft. Iemand in Nederland helpt dat jongetje op allerlei manieren en zegt na fnijn dood krijg je dit en dat van mij, dat zet ik in mijn testament. Iets dergelijks heeft God gedaan toen Hij Zijn verbond oprichtte met Abraham. "God zei als het ware- Ik heb zo te doen met een wereld verloren in schuld, joiï zet Ik apart. Ik zet je in Mijn Testament, op één voorwaarde. Welke voorwaarde zou u stellen aan dat jongetje in Haiti? U zou zeggen: je doet goed je best op school. Je gaat niet de kantjes er van aflopen. Zo moest Abraham vanwege het verbond dat God met hem oprichtte, gehoorzaam zijn aan God". Het verbond"was honderd procent genade, maar er zat toch iets van een voorwaarde in Als Abraham zondigde, moest hij naar de priester gaan om te offeren. Zo was het onder het Oude Verbond". Hij legde verder uit dat het vasten met grote Verzoendag betekende- elke dag ontvang ik uit genade voedsel, op deze ene dag onthoud ik mij daarvan om mij te verootmoedigen vanwege mijn zonde.

Nieuwe Testament

Het volk Israel, zo legde dr. Teeuw verder uit, hield het verbond niet. Hebreeen 9:1 leert dat God een nieuw verbond opricht en zo de schulden betaalt die wij maken. "De Heere nodigt je als het ware uit bij de notaris: Ik neem je op in Mijn Testament, je hoeft alleen maar achter Mijn Zoon te gaan staan".

Met betrekking tot het vasten is er daarom verschil tussen het Oude en het Nieuwe Testament Omdat in het Nieuwe Testament de schuld is betaald, is vasten met meer nodig "Ik zou zeggen dat vasten daardoor een andere kleur, een andere duiding krijgt". Verwijzend naar de Bergrede beargumenteerde dr. Teeuw dat in het Nieuwe Testament het vasten van vorm en inhoud is veranderd "Wat de vorm betreft, gaat het met meer om de zichtbaarheid- "zalf uw hoofd". Wat de inhoud betreft, gaat het niet

Wat de inhoud betreft, gaat het niet om de verootmoediging maar om het verstaan van Gods wil in een bepaalde situatie, bijvoorbeeld als iemand wordt geroepen tot het bekleden van een ambt, en om de navolging van Christus". De spreker wees er op dat Jezus direct na de passage in de Bergrede over het vasten spreekt over onbezorgdheid. "In het nieuwtestamentische vasten zie je eigenlijk de navolging van de Zoon. Hij die arm geworden is om zondaren rijk te maken"

In elke brief van Paulus, zo zei dr. Teeuw verder, komt het vasten voor, "en altijd in discussie Steeds weer zie je- dat vasten is met verplicht, maar ik dóe het toch maar. Dat zit ons blijkbaar in het bloed. Als u het doet, doe het dan maar in de binnenkamer, doe het in het verborgene".

Vragenbeantwoording

Tijdens de vragenbeantwoording ging dr. Teeuw in op de wijze waarop in de geschiedenis van de kerk is geworsteld met de verdienstelijkheid van het vasten. In de Didachè, een soort catechismus van de vroege kerk, werd voorgeschreven dat de christenen met moesten vasten op dinsdag en donderdag maar op woensdag en vrijdag. De reden hiervoor was dat degenen die op dinsdag en donderdag vastten, dat als een verdienstelijk werk zagen. Maar toch stak die gedachte van verdienstelijkheid telkens weer de kop op. In dit verband wees dr Teeuw ook op schrijvers uit de tijd van de Nadere Reformatie, zoals de Nederlandse oudvader Wilhelmus a Brakel en de Engelse schrijver Scudder, een tijdgenoot van Brakel. "Die gaan allebei heel uitgebreid in op hoe je moet vasten. Zij doen dat heel gedetailleerd Daardoor krijgt het weer een beetje dat verdienstelijke element". Dr. Teeuw stelde dat Calvijn ook uit

Dr. Teeuw stelde dat Calvijn ook uitgebreid over het vasten schrijft in zijn Institutie, maar op een voorzichtige manier om met de indruk te wekken dat een christen die vast een streepje voor heeft Verder merkte hij op dat de bekende Engelse predikant Lloyd Jones in zijn preken over de Bergrede heel dicht bij de lijn van Calvijn blijft. BIJ evangelische groepen heeft vasten

BIJ evangelische groepen heeft vasten weer wel iets verdienstelijks, stelde dr. Teeuw Hij benadrukte dat vasten geen kwestie moet zijn van "mogen en moeten" Om aan te geven hoe het wel moet, verwees hij naar de norm die de apostel Paulus aanreikt, al wat gij doet, doe dat tot eer van God Ook wees hij er op dat vasten heel dicht ligt bij de christelijke vrijheid.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen