Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

1912 - De Titanic - 2012

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

1912 - De Titanic - 2012

De ondergang van een schip dat niet zinken kon

17 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het was een donkere nacht en veel passagiers sliepen aan dek, voor zover dat in die volle bezetting mogelijk was. De veerboot opereerde op de route tussen Leyte en Manilla en voer van Tacloban naar de hoofdstad, overvol met plaatselijke bewoners, die er opuit waren hun voorbereidingen voor Kerst klaar te krijgen. Het schip was zo volgepropt met passagiers, dat velen niet geregistreerd stonden, dus waren de lijsten met opvarenden ook niet up to date. Het eerste deel van de reis verliep zonder problemen, maar niet lang daarna, net voor de kust van Marinduque, sloeg het noodlot toe. Op het aller onverwacht botste de veerboot op de tanker Victor. Er ontstond een grote brand op de Victor en de veerboot werd door de golven verzwolgen en zonk. Toen het onderzoek na verloop van tijd beëindigd was, schatte men dat er 1556 mensen aan boord van beide schepen waren, maar dat bleek later een te lage schatting doordat veel passagiers illegaal meevoeren. Slechts 30 mensen overleefden op 20 december 1987 deze ramp met de veerboot Dona Paz. Zo hebben we nog steeds, meer en meer, verhalen over de ergste scheepsrampen ooit. Zo ook op vrijdagavond 13 januari 2012. Toen verdaagde het pas zes jaar oude passagiersschip Costa Concordia op de rotsen van het Italiaanse eiland Isola del Giglio, gelegen op 135 kilometer ten noordwesten van Rome en een kleine 30 kilometer van de kust van Toscane, met aan boord meer dan 4200 personen. Het was één van de grootste, ultramodernste, en uiterst luxueuze passagiersschepen ter wereld en de nieuwste aanwinst van de Italiaanse rederij Costa Cruises. Het schip lag op haar stuurboordzijde voor het eilandje Giglio en moet als verloren worden beschouwd. De Costa Concordia werd op 7 juli 2006 in de vaart genomen en de bouwkosten bedroegen 450 miljoen euro. Het schip was 290 meter lang, 35,50 meter breed en had een diepgang van 8.50 meter. Bij een volle cruise is er plaats voor 3780 passagiers en 1100 bemanningsleden. Dit passagiersschip was uitgerust met 1500 cabines, 18 restaurants/bars, fitnessparcours, 3 zwembaden, diverse winkels en een theater. Deze gebeurtenis deed mij denken aan die grote scheepsramp, precies honderd jaar geleden, van het toen grootste passagiersschip ter wereld, de Titanic, eigendom van de Engelse rederij White Star Line uit Liverpool. Ik ben mij ervan bewust dat er al heel veel over geschreven is, maar er wordt wereldwijd zoveel aandacht aan deze ramp gegeven, dat we in het Eilanden Nieuws er ook wat over willen schrijven, zeker nu er drie maanden geleden ook zo'n ernstig scheepsongeval heeft plaats gevonden. Nationaal hebben we in 1907 ook zo'n scheepsramp meegemaakt en wel in Hoek van Holland met de Engelse Harwich-boot Berlin. Ook daar hebben we bij de herdenking van '100 jaar geleden' in 2007 en onlangs in februari nog uitvoerig bij stil gestaan. Scheepsrampen in vredestijd vergen soms meer slachtoffers dan in oorlogstijd. Men begeeft zich aan boord van zulke schepen in een bepaalde weelde en luxe, waarbij men zich kan afvragen of dit verantwoord is, maar dat is mijn persoonlijke mening. Wij willen de bouw en de ramp met de Titanic voor u verhalen in het Eilanden Nieuws.

De White Star Line stond al acht jaren onder leiding van J. Bruce Ismay, een Engelse scheeps-magnaat, die voor die tijd hele grote en comfortabele schepen in de vaart bracht. Het waren de Oceanic in 1899, de Celtic in 1901, de Cedric in 1903 en de Baltic in 1904.

Toch waren dat niet de schepen waarop 'de wereld' zich vergaapte wanneer men dat vergeleek met Duitsland, die in die tijd zeer grote passagiersschepen in de vaart bracht met wel vier schoorstenen, (een soort status). Ook de concurrent van de White Star Line, de Cunard Line bracht in 1907 haar eerste vierpijper in de vaart en wel de Lusitania (238 meter lang). Een zusterschip daarvan, de Mauretania, zou nog in het zelfde jaar haar eerste reis maken.

Scheepsbouwer Harland 8c Wolff in Belfast had tot nu toe alle schepen gebouwd voor de White Star Line en er kwamen gesprekken op gang die moesten leiden tot de bouw van een nog groter schip, ja het moest groter zijn dan van de concurrent die de Lusitania en de Mauritania in de vaart had. Langzaam maar zeker ontstond er een ontwerp dat aan de eisen van die tijd voldeed en dat 269 meter lang, 28 meter breed en 46.328 BRT groot zou zijn. Het schip kreeg 10 dekken. De voortstuwing geschiedde door 24 stoomketels die een totaal vermogen leverde van 55.000 PK.

Het bijzondere van de Titanic was dat het schip in eerste instantie uitgerust was met drie schoorstenen, maar later werd er een vierde, de achterste, bijgezet. Dit was niets meer dan een lege holle pijp, maar het schip kreeg daardoor wel meer en meer status. De schoorstenen van de Titanic, waren 19 meter hoog! Er zouden drie schepen worden

Er zouden drie schepen worden gebouwd. De Olympic, de Titanic en de Gigantic, De Gigantic heeft nooit onder die naam gevaren. Dit laatste schip kreeg na de ramp met de Titanic een nieuwe naam en kwam in 1914 als Britannic in de vaart. Deze schepen waren in hun tijd de grootste bewegende objecten die ooit door mensenhanden waren gebouwd. In 1908 werd er een begin gemaakt van bouwnummer 400, de Olympic. De constructie van de dubbele bodem was nog niet klaar of men begon op 31 maart 1909 ook aan de bouw van het tweede schip; bouwnummer 401, de Titanic. De Olympic werd zeven maanden eerder te water gelaten dan de Titanic, en wel op 20 oktober 1910.

Toch keek men meer uit naar het tweede schip dan naar de Olympic.

De Titanic was niet alleen 1000 ton groter, maar ook aan luxe streefde dit schip haar voorgangster voorbij.

Op 31 mei 1911 werd de Titanic te water gelaten en haar zusterschip Olympic werd aansluitend in gebruik gesteld. Na de tewaterlating werd de Titanic naar de afbouwkade gesleept en werden de stoommachines met de 24 stoomketels ingebouwd. Ook werden de 4 schoorstenen op het schip geplaatst. Van de 42 bestaande waterdichte schotten die de Titanic had konden er 12 elektromechanisch worden dicht gezet vanaf de brug, de andere 30 moesten in geval van nood met de hand worden gesloten. De Titanic zou gemakkelijk met twee

De Titanic zou gemakkelijk met twee onverhoopt volgelopen compartimenten kunnen blijven drijven en zo nodig ook met drie, maar men had er nooit op gerekend dat bij een breuk van meerdere waterdichte schotten, het schip toch zou kunnen zinken. Een ander probleem was dat niet

Een ander probleem was dat niet alle waterdichte schotten tot de volle hoogte van het schip.reikten. Wanneer een compartiment lek zou zijn en zou overlopen, zou het vervolgens de andere compartimenten vullen.

Dat gaf naderhand de zekerheid dat het een misvatting was dat de Titanic onzinkbaar was! Het onmogelijke werd daardoor toch mogelijk, zoals later zou blijken.

De inbouw van het schip moest de andere in de vaart zijnde schepen overtreffen. De luxe van de Titanic en de afwerking van alle hutten kon niet meer worden vergeleken met de schepen die al in de vaart waren.

Op het schip waren de eerste-, tweede- en derdeklas hutten duidelijk verschillend. De eersteklas hut was ingericht op een wijze waarvan je alleen maar van kon dromen. De luxe had prioriteit en overheerste op alle design. Eind maart 1912 lag het schip klaar voor de overdracht. Het aantal eersteklas passagiers bedroeg 329, het aantal tweedeklas passagiers 285 en het aantal derdeklas passagiers bedroeg 710 personen. De bemanning bestond uit 899 personen. In totaal waren er 2223 opvarenden aan boord. Geheel in de verf lag het schip gereed om uit te varen. Wel moet opgemerkt worden dat het schip nooit genoeg reddingboten had om, in geval van nood, het aantal passagiers te kunnen bergen dat het schip vervoerde. Dit zou betekenen dat er minimaal 60 reddingboten moesten zijn. Maar daar was geen plaats voor, dus deze optie werd ter zijde geschoven. Tegenwoordig zijn daar andere regels voor, maar in die tijd ging het om grote luxe en om eer! De grootte van het schip was zo enorm imposant dat het eigenlijk niet kon vergaan en dat werd belangrijk gevonden.

Captain Edward J. Smith was een zeer ervaren gezagvoerder en had op meerdere schepen van de White Star Line als kapitein gevaren. Hij was het die de proefvaart op 10 april 1912 mocht uitvoeren en op de eerste reis van de Titanic ook het commando voerde. Ondanks zijn ervaring, begon de reis slecht. Toen de Titanic Southampton verliet, verplaatste het schip zoveel water dat er twee schepen aan de kade losbraken. Een aanvaring kon ternauwernood worden voorkomen. De Titanic verbleef een korte tijd in Cherbourg, waar zij voor de kust voor anker lag, en later ook in Queenstown. Omdat geen kade voor zo'n groot schip beschikbaar was ging ook daar het schip voor anker.

Op donderdag 11 april 1912 om 13.30 uur begon de Titanic aan de lange overtocht naar New York. Al vanaf het vertrek in Queenstown werd de Titanic gewaarschuwd voor ijsschotsen op de route tussen Groot Brittannië en Noord Amerika. Ja sterker nog, veel schepen in dat gebiec voeren 's nachts niet verder om een aanvaring met ijsbergen te vermiiden. Kapitein Smith het de Titanic ^ gewoon doorvaren. Op 14 apru l"; viel de avond in en de Titanic begai zich in de buurt van een aantal ijsbergen. Men zette twee wachtposten in het kraaiennest op het voorschip om naar ijsbergen uit te kijkenen dat te melden aan de brug. Voorde dienstdoende wacht op de brug bW alles rustig, geen dnjfijs, geen w^' geen golven, wel een spiegelglaadf ^ zee. Geen maan maar wel een heldef nacht met duizenden flonkerende sterren. En dan verder alleen deli"' nic full speed varend (22 knopen) De reden dat er full speed «'eroS^'^'^

ren had alles te maken met een nie" record: dat van de Lusitania vai"'^^ Cunard Line moest worden overtrofen. Dit schip kreeg in 1909 de tel- zenuwachtig begeerde onderscheiding, de Blauwe Wimpel, voor de snelste Trans-Atlantische oversteek door een gemiddelde snelheid te varen van 24 knopen! De Lusitania deed welgeteld 4 dagen, 19 uur en 52 minuten over de oversteek en was daarmee 14 uur eerder in Xew York dan de vorige recordhouder, het passagiersschip Deutschland \-an de Hamburg-Amerika Linie. In 1908 en in 1909 brak de Lusitania nog drie keer haar eigen snelheidsrecord tot een gemiddelde snelheid van 25,65 knopen (47,50 km/u). Bij de White Star Line werden ze er echt van. Niet die snelheidsrecords die concurrent Cunard brak 'e Bruce Ismay zorgen, maar de . iteit die daarmee gepaard ging. Dit Duitse schip moest qua snelheid door de Titanic worden overtroffen.

'sAvonds om 22.00 uur werd de Ie stuurman op de brug door de 2e stuurman afgelost om dienst te doen voor de komende vier uren. Een half uur later voer het vrachtschip Rappahannock door een groot ijsveld en de semanning liet dat met lichtsignalen m morse weten aan de Titanic, die binnen gezichtsafstand verder voer. De Titanic antwoordde: "Boodschap ont\'angen. Dank u wel. Goedenacht." Om 22.55 uur lag het vrachtschip Cahfornian stil te midden van reusachtige pakken ijs en de marconist ^an dit schip het dat weten aan de Titanic, maar werd snel afgesnauwd: Laat ons met rust!, we praten nu met Cape Race en je verstoort ons sig- 1^°. (Cape Race was het radiostation op het vaste land van New Foundand in Canada waarmee de Titanic radioverbinding had) De marconist '•an de CaUfomian hield verongehjkt ajn mond en zette om 23.30 uur zijn ^der uit (iets dat eigenhjk ook niet goed was).

Even voor middernacht gaf de uitkijk op het voorschip van de Titanic de •odding dat hij recht vooruit "iets H' Eerst leek het maar een klein ^'oorwerp, maar met elke seconde *»erd het groter en kwam het dich- Kroij. Onmiddelhjk waarschuwde ™j per telefoon de brug: "Een ijsberg recht vooruit!!» De volgende 37 ^nden stonden de twee wacht- Posten roerloos naast elkaar en garden naar de ijsberg, die steeds J*terophenafbvam.Erwerd ^ect bakboord roer gegeven, maar «schip reageerde traag en de boeg ^oot met grote snelheid langs die S^Me iismassa. De uitkijk was ervan "^enuigd dat een aanvaring nog net ^.''^'^«'komen. Doch, hij vergiste cn^Up de brug werd de telegraaf P Mop gezet en nauweüjks was het ^örapende geluid" weggestorven of ^itein Smith verscheen op de brug. voo^'f "40 uur. Hij werd over het "orvai mgeUcht en het de nooddeuri"^"-De waterdichte schotten, ho,7 'l^P onzinlAaar moesten Jouden, bleken echter al gesloten te mm.T- '^"«den in enkele keteljT^n het zeewater zich met grote l«^-enaL'^^'™'"''°^^'gi"ghet den v^H ^^^ '^•^- De overleventelden 1,, f™P '"^ '^^ litanie vereninK'^^'^'^^^^chok voelden «ntstondlP'^'^'g^l^id hoorden. Er •'^tondm het geheel geen paniek. want het schip was toch 'onzinkbaar'. Een lange scheur van zo'n 90 meter was ontstaan in het zijvlak van het schip, en de compartimenten van vijf waterdichte schotten vulden zich met buitenboord water.

Was het ene compartiment vol, dan liep het buitenboord water over in het andere compartiment. Na verloop van tijd werd merkbaar dat het niet goed ging en de Titanic steeds dieper en meer voorover in het water ging liggen. Kapitein Smith liet een CQD bericht uitzenden - het noodsein voor schepen, dat in 1906 veranderd werd in SOS, dus eigenhjk op dat moment al niet meer van kracht was. Het is daarom waarschijnlijk dat ook dit één van de reden is geweest dat er niet direct op werd gereageerd. Later zou nog het SOS noodsein volgen. Kapitein Smith ging zelf op onderzoek uit hoeveel schade het schip zou hebben opgelopen. Vanaf het voorschip tot zon 90 meter naar achteren waren er door de aanvaring met de ijsberg grote scheuren ontstaan, waardoor het zeewater rijkelijk naar binnen stroomde. Het stoompassagiersschip Carpathia ving de noodsignalen op en stoomde richting de Titanic. Toch lag er nog een schip op kortere afstand van de Titanic, het vrachtschip Californian. Naar wat veel later zou blijken, was de marconist van dat schip ten tijde van het uitzenden van het SOS bericht, niet op zijn post en heeft hij het noodsignaal van de Titanic nooit meegekregen. Hij had immers ook zijn zender uitgezet! Later, na deze aanvaring, werd verplicht gesteld dat op grote schepen boven een bepaald tonnage, verplicht uitgeluisterd moest worden. Op passagiersschepen werden dan ook twee marconisten geplaatst. Wel werden op de Cahfornian de vuurpijlen waargenomen die in opdracht van kapitein Smith waren afgeschoten. Helaas werd daar ook niet op gereageerd omdat verondersteld werd dat ze op de Titanic een feestje hadden. Ondertussen werden op de Titanic de eersteklas passagiers in de reddingboten gestuurd. Deze 'first class' mensen werden in het begin beleefd uitgenodigd om in de reddingboten plaatst te nemen, maar men begreep de ernst van de situatie dat het schip zou kuimen zinken, in het geheel niet, totdat er wat meer geweld werd gebruikt en men verphcht werd om afscheid van elkaar te nemen en men direct van boord moest. Lichte paniek ontstond toen vele dames zich van hun echtgenoten scheidden. Vrouwen en kinderen eerst, was de opdracht. De meeste slachtoffers reisden derdeklas en doordat er maar zestien reddingboten beschikbaar waren - nooit genoeg voor het aantal opvarenden - \'ielen er zoveel

tal opvarenden - \'ielen er zoveel slachtoffers onder deze groep. Aan boord van de Titanic waren ook drie Nederlanders; Jonkheer Johan George Reuchün, mededirecteur van de Holland Amerika Lijn, Hendrik Bolhuis, kok aan boord van de Titanic en Wessel Adrianus van der Brugge, stoker aan boord van de Titanic. Ook deze drie zijn verdronken. Met de ondergang van de Titanic doet ook het verhaal de ronde dat het aan boord aanwezige orkest, dat tijdens de dramatische aanvaring met de ijsberg en de tijd die daarna aanbrak, tot de ondergang van het schip, op het promenadedek doorspeelde. Dat was geen orkest maar een vijftal mensen die de eerste- en tweedeklas passagiers vermaakten met vrolijke noten. En inderdaad, het verhaal wil dat dit lied wel werd gespeeld, maar niet zolang dat het schip onderwater verdween. Heel veel sterke verhalen deden zich dagen na de ramp hun intrede. Zo waren er foto's van de Titanic die gewoon van de Olympic waren, maar waarvan de naam werd veranderd. Foto's die gepubliceerd werden met rook uit de 4e schoorsteen, terwijl het op de Titanic een 'dummy' was, en zo zijn er nog heel veel zaken die aan de waarheid tornen. Het lied dat werd gespeeld en bij de Titanic is gaan horen is: 'Nader mijn God bij U, Zij steeds mijn beê; Zij 't levenspad soms ruw, Gaat Gij maar mee. Dan kent mijn ziele rust; Mij van Uw trouw bewust. Wacht ik aan blijder kust. Uw sabbatsvree'. 'Wanneer voor mijn gezicht, de ladder rijst. Die naar U, Bron van licht. Mijn ziele wijst, 'k Zie dan in bangst gevaar. Uw heil'ge eng'lenschaar. Die U, Alzegenaar, Al dienend prijst'. 'En wenkt Uw eng'lenstoet, eens opwaarts mij. In hemels zonnegloed, Verjongd en vrij. 'k Juich dan op hoger toon. Bij 't naad'ren van Uw troon, 'k Ben eeuwig nu Uw zoon. En U nabij'. Op 15 april, 's nachts om 02.00 uur,

Op 15 april, 's nachts om 02.00 uur, zakte het voorschip onder water weg en kwam het achterschip zo'n 40 graden omhoog, toen brak het schip in twee delen en zonk het voorschip weg. Het achterschip viel weer terug in horizontale stand en verdween even later ook in de diepte. Zo verdween de Titanic onder de waterspiegel, met zich meenemende 815 passagiers en 688 bemanningsleden. Om ongeveer 04.00 uur bereikte de Carpathia de rampplaats, waar de Titanic gezonken was. Deze bemanning nam alle sloepen met de 703 geredden aan boord. De kapitein van de Carpathia gelastte zijn bemanning om de stuurman van de Titanic naar de brug te sturen om hem meer informatie te geven over wat er was gebeurd. Op de vraag: "Waar is de Titanic, is ze vergaan?" was het antwoord; "Ja, zij is om 02.20 uur gezonken!". "Waren er nog mensen aan boord"? Het antwoord luidde; "Honderden en honderden, ze hadden geen enkele kans in het koude water". Vanaf dat moment werd er gezocht

Vanaf dat moment werd er gezocht naar overlevenden en naar de reddingsloepen waarin zij zaten. Pas om 09.00 uur arriveerde de Californian op de rampplaats, waar de Carpathia de laatste overlevenden van de Titanic aan boord had genomen. Wanneer eerstgenoemde direct na het zien van de \Taurpijlen naar de Titanic zou zijn gevaren en niet haar 'eigen conclusie' had getrokken, waren er weUicht veel minder slachtoffers te betreuren geweest... Het zinken van de Titanic werd

Het zinken van de Titanic werd wereldnieuws en men vroeg zich af hoe het mogehjk was dat zo'n schip kon zinken. Het vergaan van dit onzinkbaar geachte schip had tot gevolg dat de veihgheidseisen werden verscherpt en dat er in het vervolg genoeg reddingboten op de schepen aanwezig moesten zijn om alle opvarenden een plaats te kunnen geven.

Het is duidelijk dat een uitgebreid verslag van deze tragedie niet op één pagina kan worden weergegeven. Daarnaast zijn er diverse pubhcaties en boeken over deze ramp uitgekomen, zodat we hiermee kunnen volstaan. Wel mag ik hierbij opmerken dat rampen zoals met de Titanic bhjven voorkomen en nooit voorbij zijn. Wij herinneren u aan het vergaan van de veerboot Herald of Free Enterprise, die op 6 maart 1987 vanuit Zeebrugge met een halfopen boegklep naar buiten voer en kapseisde en waarbij 193 doden vielen. Maar ook de veerboot Estonia, die op 28 september 1994 in een z^vare storm in de Baltische Zee verging en waarbij 852 mensen de dood vonden. Ook door mensehjk falen kunnen grote miheurampen ontstaan. Dan denk ik direct aan de Exxon Valdez op 24 maart 1989, die in Alaska op het BÜgh Reef vasthep en 115 km oliespoor achterliet in de Prince WiUiam Sound, met daarbij het verlies van 30.000 zoogdieren en diverse zeevogels.

Vorig jaar, op 5 oktober 2011, hep het containerschip Rena in het noorden van New Zeeland bij Island Bay of Planty, met prachtig mooi weer op het Astrolabe Rif Dat had grote olievervuihng in dit schitterende zeegebied van New Zeeland tot gevolg en dat kostte aan vele diersoorten het leven. Ook onlangs, drie maanden geleden en dus nog vers in het geheugen, de ondergang van de Costa Concordia bij het Italiaanse eilandje Isola del Giglio. Uiteindelijk ook door mensehjk falen!

Op 21 april 1912 werd door dominee G. Wisse in de Burgwalkerk in Kampen een meditatie uitgesproken naar aanleiding van de ramp met de Titanic. Hij sprak als volgt: "Een gebeurtenis dezer dagen was er één vol van ontzetting, die heel de beschaafde wereld heeft ontroerd; de jammerlijke ramp, de grootste van alle, die ooit op zee plaats vonden, het vergaan van de Titanic, dat reuzenschip, naar de eisen van de moderne tijd ingericht, een pronkstuk van menselijke cultuur en naar men meende in staat om alle gevaar te trotseren en af te weren. Het ligt nu op de bodem van de Oceaan, meer dan 3000 meter diep, meer dan 1500 mensen met zich meenemend in het hart der zee. Wat een ramp". Wat hier het treffendst was is dat men meende, meer dan ooit, gewaarborgd te zijn tegen onheil omdat het schip niet zou kunnen zinken. Het werd gebouwd naar de nieuwste en meest betrouwbare ontwikkelingen op het gebied van scheepsbouw in die tijd, ja iets 'bovenmenselijks' en toch: één ogenbhk en het werd eeuwigheid. Nog steeds, na honderd jaar, wordt over het vergaan van de Titanic gesproken en ook bij het vergaan van de Costa Concordia werd deze ramp ons ten voorbeeld gesteld. Of het nu een ijsberg is of een rots, bij menselijk falen kunnen er vele slachtoffers vallen, soms meer dan in oorlogstijd.

De stem des Heeren is op de wateren. Des Heeren stem is in de lucht. Zijn stem doet zee en aarde beven, Een sidderen. Hij is geducht, 't Geweld der winden en der golven. Heeft allerweeg zijn kracht gedaan. En eiste menig mensenleven. Heeft vele schepen doen vergaan.

Dat God nog geen voleinding maakte. Ons in gevaren heeft behoed. Maar hij voor God, de hoogste rechter Toch eenmaal echt verschijnen moet. Slechts hij alleen, 't mocht hem doen bukken. Ootmoedig in het stof voor God. Die hem alleen maar deed ontkomen. Hem redde van dat vreselijk lot.

Zo klinkt de stem des Heeren Heeren, In al de werken der natuur Hoe blijkt des Heeren alvermogen, In donderslag en hemelvuur. Och, mochten we die stem beluisteren. Die ons nog toeklinkt uit Gods Woord. 't Is ons ter zaligheid gegeven, Zo Gij Mijn stem dan heden hoort.

Neem mij o Heere, het roer dan maar uit handen, En laat mij zingend op die voorplecht staan. Dan zal mijn schip niet op de rotsen stranden. Maar veilig in Uw haven binnen gaan.

Ter ondersteuning van dit verhaal heb ik gebruik gemaakt van de boeken 'De grootste rampen van deze eeuw' van Keith Eastlake, 'Titanic' van Edward P. de Groot, '100 jaar Titanic' van Dirk Musschoot en van gegevens uit eigen collectie. Schiedam, Maarten Bezuijen

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 april 2012

Eilanden-Nieuws | 20 Pagina's

1912 - De Titanic - 2012

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 april 2012

Eilanden-Nieuws | 20 Pagina's