Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Scheepsrampen in oorlogstijd

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Scheepsrampen in oorlogstijd

Aflevering 23)

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

In deze serie beschrijft Maarten Bezuijen te Schiedam de schepen van de Nederlandse koopvaardij en de sleepboten van L. Smit & Go's Internationale Sleepdienst, die in de oorlogsjaren en daarna hebben gevaren. Schepen die ternauwernood zijn ontkomen van een aanval van de Duitsers, maar ook schepen niet meer terug kwamen en met man en muis zijn vergaan door de aanvallen van de vijand vanuit de lucht en van onder mter. Foto's zijn, tenzij anders vermeld, afkomstig uit het eigen fotoarchief van Maarten Bezuijen.

friesland

Het stoomschip "Friesland", dat toetiehoorde aan de NV Scheepvaart en Steenkolen Maatschappij te Rotterdam, werd tijdens haar reis van Dagenham naar Blyth, varende in kvooi op 27 oktober 1941 om 13,00uur, door een vijandelijk vliegtaig aangevallen. Deze aanval mislukte! Even daarna werd het konvooi wderom aangevallen, maar nu door 1 vijandelijke Dornier vliegtuigen, daarvan één in duikvlucht de aanval [Kette op de "Friesland". Ondanks W tegenvuren van de "Friesland", gooide het vhegtuig 5 bommen aan Jek, die allen doel troffen. Het schip Vn onmiddellijk te zinken. De stuurboord reddingboot was vernield l'wijl de bakboordboot wegens •'idgebrek niet meer te water kon Horden gelaten. De Friesland verween binnen enkele minuten onder "«zeespiegel. De schipbreukelingen 'eerden gedeeltelijk door één van de "ikonvooivarende schepen en een Twler opgepikt en in Yarmouth *^ de wal gezet. Twee opvarenden "verleden aan hun verwondingen en ™man werden bij deze ondergang J^ffnust. Vele geredden moesten zich "ter tengevolge van de opgelopen Jden onder medische behandeling xMadjoe Het motorschip "Madjoe" uit Veen

dam liep op 4 november 1941 op een mijn, waardoor het schip met man en muis is vergaan. Uit een rapport dat opgemaakt werd door de kapitein van het motorschip "Elvy", schrijven wij het volgende.

Het motorschip "Elvy" bevond zich op 4 november in de zelfde sluis als het motorschip "Madjoe", toen dit schip Port Talbot verliet. De "Madjoe" was het eerst uit de sluis. Plotseling werd een hevige explosie op de "Madjoe" waargenomen en nadat de rook was verdwenen, werden alleen nog enige drijvende wrakstukken gezien. Van de "Elvy" werd de reddingboot gevierd op de plaats waar de explosie had plaatsgevonden, maar alleen wat drijvende vlotten en de reddingboot van de "Madjoe" werden gevonden. Na veertig minuten op de plaats van de explosie naar drenkelingen te hebben gezocht zonder resultaat, zijn we onze weg vervolgd. Bij deze ramp kwamen alle zes bemanningsleden om het leven.

Volendam Het prachtige stoompassagiersschip

Het prachtige stoompassagiersschip "Volendam" (15.430 BRT), werd gebouwd bij Harland & Wolff in Glasgow in 1920 en werd in de vaart genomen op 4 november 1922 voor rekening van de HoUand Amerika Lijn te Rotterdam. Het passagiersschip was uitgerust met 4 stoomturbines van Brown-Curtis-Harland & Wolff Ltd. uit Belfast. Haar lengte en breedte waren 167,64 x 20,42 meter. In 1940 voer het schip in charter van het Ministry of War Tranport in Londen.

Op 27 augustus 1940 vertrok de "Volendam" van Liverpool naar New York en werd op 30 augustus, varend in konvooi OB 205 getorpedeerd op de Atlantische Oceaan, 200 mijl van Bloody Foreland door de Duitse onderzeeër "U 60" . aan boord van de "Volendam" waren 335 kinderen en 271 volwassenen, die door andere schepen aan boord werden genomen. De bemanning bestond uit 273 koppen, zodat het aantal opvarenden 879 bedroeg. Het passagiersschip "Volendam"

Het passagiersschip "Volendam" vertrok op donderdag 29 augustus 1940 om 05.05 uur van de Mersey en stoomde onder loodsaanwijzing naar buiten. De loods ging om 06.45 uur van boord en langzaam werd opgestoomd in de door de Commodore aangegeven koers, teneinde een groot konvooi te vormen. Rond 08.00 uur was het konvooi gevormd en werd met 'konvooivaart' (7 tot 8 mijl/h) de reis voortgezet. Bijzonderheden deden zich niet voor. Om 21.15 uur van de 30e augustus werd in opdracht van de Britse Admiraliteit aan de Commodore drie streken van koers veranderd. Na deze koersverandering werd niet meer 'gezigzagd', daar het zeer donker was. Er was geen maan en het was dermate donker dat de schepen die naast de "Volendam" voeren, in het geheel niet te zien waren. De zogenaamde 'black-out' was streng doorgevoerd. Even voor 23.00 uur werd aan bakboordzijde een zwakke ontploffing gehoord en enkele lichtsignalen waargenomen en om 23.00 uur leek het noodlot toe te slaan. Ruim I werd getroffen door een torpedo. De machines werden direct gestopt en het alarmsignaal werd gegeven, teneinde de attentie van de omringende schepen te trekken. Kort daarop seinde men het noodsignaal uit. De passagiers begaven zich naar de hun aangewezen verzamelplaatsen. De ruimen werden op hun water gepeild en bevonden werd dat het water in ruim I en II snel opliep. Inmiddels werd begonnen met het leegpompen van de ruimen. Alle waterdichte schotten die bij vertrek waren gesloten, bleven dicht. De weersverwachting was van dien aard, dat men vreesde voor het vergaan van het schip. Al het mogelijke werd gedaan om de "Volendam" te behouden. Aangezien de instabiliteit van het schip toenam, werd besloten om de passagiers, eerst de kinderen met de leidsters en leiders in de boten te laten gaan en deze over te brengen op de inmiddels toegesnelde schepen, te weten de "Olaf Fostensen", de Bassethoud" en de "VaUdemosa". 's Nachts om 01.00 uur werd begonnen met het ontschepen van de achttien reddingboten, eerst alle kinderen en escortes, daarna de vrouwelijke passagiers en daarna de mannelijke passagiers, gevolgd door een gedeelte van de bemanning. Alle reddingboten verlieten het schip in goede orde en bereikten allen de bovengenoemde toegesnelde schepen. De "Volendam" werd door de sleepboot "Ranger" naar de kust gesleept en bij Isle of Bute aan de grond gezet en later weer vlot gebracht. Er werd gevraagd aan de Commodore om via de Admiraliteit sleepboothulp te vragen en kregen antwoord dat twee sleepboten van de Clyde zouden vertrekken. Het weer was intussen ruw geworden, windkracht ZW 7-8, en er liep veel zeegang vanuit het westen naar het noordwesten. Bij het dag worden werd door de bemanning plotseling de sleepboot van de Admirahteit opgemerkt, zij maakte op het achterschip vast. De HMS "Salvona" had moeite om de sleepverbinding tot stand te brengen, doch na enige tijd gelukte dat en de sleepboot manoeuvreerde het passagiersschip met het achterschip naar het oosten, teneinde het schip naar de Clyde te slepen. Da machines waren intact gebleven en van 11.00 uur af werd op 'achteruit' meegedraaid. Gedurende de gehele dag bleef de toestand kritiek, doch aan het einde van de middag van 31 augustus, nadat de wind en de zware zeegang afnamen, begon de toestand er iets beter uit te zien en stegen de kansen het schip behouden binnen te brengen. De "Volendam" werd aan de grond gezet en daarmee werden de kansen dat het schip nog zou zinken nihü. Bij het door een duiker ingesteld onderzoek bleek dat zich in het voorschip een niet ontplofte torpedo bevond. Dit is in de analen van het torpederen van schepen een zeer grote bijzonderheid. Dat gebeurt nooit! Van deze zeer merkwaardige vondst maakte de Britse Marine een dankbaar gebruik. De Britse Admiraliteit gaf uiting van grote waardering voor het gedrag van de bemanning van de "Volendam". De "Volendam" werd gerepareerd en heeft gedurende de Tweede Wereldoorlog nog tienduizenden mannen van de geallieerde legers vervoerd, zonder dat daarbij één leven verloren ging. Ook nam dit schip deel aan de landingen in Noord Afrika en Italië. Na de bevrijding van Nederland kwam de "Volendam" weer behouden terug. Als bijzonderheid valt nog te vermel

Als bijzonderheid valt nog te vermelden dat de kapitein van de "Volendam", die ook nog enige tijd het bevel voerde over de "Nieuw Amsterdam", in 1942 om het leven kwam toen hij als passagier de noodlottige reis van de "Zaandam" meemaakte. Een enorm triest einde voor een kapitein die zoveel mensen wist te behouden en zelf, als passagier, het leven liet, ook voor onze vrijheid.

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 april 2012

Eilanden-Nieuws | 24 Pagina's

Scheepsrampen in oorlogstijd

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 april 2012

Eilanden-Nieuws | 24 Pagina's