Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Cees Pols En het werd stil

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Cees Pols En het werd stil

44 uitgeverijmozaiek. nl

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

De wind trekt aan en hier en daar waait een rietscherm scheef Dat moet ik in de gaten houden. Samen met Hakker maak ik een inspectierondje. De lucht buigt zich over de kooiplas en het zou me niet verbazen als het gaat regenen. Het was een goed idee om kooiker te worden. Jammer dat ik Wil nooit meer zover kreeg hier nog eens rond te wandelen. Maar misschien is dat maar goed ook. Als ik halverwege ben, begint het te gieten. Teruggaan heeft geen zin: doorlopen is net zo ver en het is beter, want straks heb ik de wind in de rug. Ik ben dik tevreden over het scherm. Alles blijft op z'n plek; hier en daar hangt wat scheef, meer niet. Met de wind in de rug draaf ik naar binnen; de

deur laat zich met enige moeite weer sluiten. Hakker glipt met me mee; vooruit maar.

Het is zinloos om nog naar buiten te gaan vandaag. Hoe zal het morgen in de grienden zijn? Veel zal afhangen van de hoeveelheid regen en van de waterstand. Als de dijkjes overlopen, is er weinig te doen. Een grote rat draaft langs de wand, en nog een.

Een grote rat draaft langs de wand, en nog een. Onmiddellijk zet Hakker de achtervolging in, maar hij bijt mis. De regen valt nu met bakken uit de lucht. Buiten is het grijs. Ik weet zeker dat de grienden blank lopen en de dijkjes het rivierwater moeten toelaten: het is opkomend tij en de wind zit m de verkeerde hoek. Dat wordt weinig verdienen morgen: geen bosjes, geen geld. Toch zal ik, als het even kan, naar de keet gaan. Maar als de dijkjes overlopen, is de tocht bijna onmogelijk.

Alweer draaft er een rat door de kamer en even later volgen er nog twee. Hakker doet z'n best. Er zit bloed aan zijn witte snuit. Ik weet genoeg. Ze komen niet voor niks hogerop: het water stijgt. Ik ga koffiezetten en gooi het dode beest naar buiten. Gelukkig staat het kooihuis behoorlijk hoog. De schrankkeet staat lager. Het is de vraag of mijn maten het daar zullen houden. Het zal niet de eerste keer zijn dat ze de keet moeten verlaten om in een knotwilg te kruipen. Soms onder een stuk zeildoek, soms zonder. Na de koffie ga ik even in de bedstee. Je moet wat

Na de koffie ga ik even in de bedstee. Je moet wat en om nu zomaar de dag af te wachten, dat is ook niks. Plagerig pakt de storm de hoeken van het huis en laat het kraken, hoor ik vanuit m'n beschutte plek. Hakker kan het niet meer bijhouden. Hij schudt

Hakker kan het niet meer bijhouden. Hij schudt een dode rat zo fel tussen zijn tanden heen en weer dat het spettert. Ik hoop dat die krengen niet m'n bedstee binnenkomen. Ik kijk naar de zoldering waar Wil ook tegenaan keek toen ze hier woonde. Ik ga overeind zitten; ik zou bij haar wiUen zijn, hier, of thuis aan de wal. Ik wil weten hoe het met de mannen in de keet is.

Ik wil weten hoe het met de mannen in de keet is. Tegen beter weten in vertrek ik. Een paar hazenslaapjes, meer was het niet vannacht. Het spookte rond het kooihuis. Over de rietschotten hoefik me geen illusies te maken, die zijn echt om. Dit is ongekend en het zal onmogelijk zijn me bij de mannen te voegen. Het water komt me tegemoet, ik vraag me af of de boot nog vastUgt, maar ik kan er niet bij komen. Ik geloof niet dat ik ooit zulk weer heb meegemaakt op de kooi. Aike wel. Die heeft ooit, samen met zijn vader, een hele nacht in een boom doorgebracht. In afwachting van de eb. De mannen in de keet moeten het nu slecht hebben. Het zou me niet verbazen als ze de spullen al aan de balken hebben gehangen. Meer kunnen ze niet; zelf moeten ze een boom in en afwachten. Ik kan nu niet verder, het gaat gewoon niet. Ik moet terug. Morgen is het vrijdag. Als de wind niet afneemt en het water niet zakt, zal iedereen op de plaat moeten bhjven.

Om me heen schieten de ratten hogerop. Agressief en zelfzuchtig. Ik moet maatregelen nemen. Als ik op de plaat moet blijven zal dat niet beneden zijn, maar op zolder. Zo gaat dat in de Biesbosch. Als het echt gaat spoken vannacht zal uitkomen wat er wordt gezegd met zulk weer: ook wügenhout kan breken.

Ik kan niet meer slapen. De littekens op mijn gezicht gloeien. Hakker is onrustig. Hoe laat zou het zijn? Ik móet slapen!

Dinsdag 16 oktober 1917, in het kooihuis

Het is tijd, ik moet gaan. De zon schijnt; ik wil naar buiten. Nu ga ik het doen. 'Want de Heere hoort de nooddruftigen en Hij veracht Zijn gevangenen niet.' Ik mag gaan. Het kooihuis, dat zo hoog stond, wordt kleiner en

Het kooihuis, dat zo hoog stond, wordt kleiner en kleiner. Het is stilstaand tij, dat treft. Ik doe mijn ooglap voor en pak een roeispaan. Laverend tussen de wilgenknotten door probeer ik me te oriënteren, maar alles staat blank. Ik zal niet langs de jongens roeien; dat kan nu niet. Het heeft ook geen zin; die zijn verdronken of doodgegaan van de kou, of ze hebben zichzelf al in veihgheid gebracht.

Hakker staat op de voorplecht, met zijn voorpoten op de knijverzak. De jongen ligt onder de roeibank, zijn hoofd tussen mijn benen. Ik heb de huik even weggeslagen, zodat ik hem kan zien.

Steeds minder bomen zie ik, steeds meer water. Vogels zijn er niet te bekennen; wel eenden natuurhjk. Die zijn stil, doen hun bek niet open. Ik heb geen idee of ik al op de rivier ben, of nog in het gat. Het licht dat zo nu en dan door de wolken breekt, doet zeer aan m'n oog. Ik merk dat de golven venijniger worden en er komt nu ook wat stroom. Als ik even later achteromkijk, zie ik ineens de dijk. Een dun streepje steekt boven het water uit. Hakker staat nog steeds op de uitkijk. Ik voel nu de

lichte stroom van het neergaande tij goed. Bepaalde vaste punten aan de wal zijn er niet meer. Ik kijk naar de jongen. Even later moet ik toch weer omkijken. Daar op de dijk zie ik allemaal zwarte stipjes heen en weer schuiven. Het krioelt er van de zwarte stipjes, mieren lijken het, die telkens een beetje verschuiven. Het zijn zoekende mensen, lijkt het. Ik denk dat ik daar op aankoers, ze kunnen me straks helpen. Als ik over de rivier kijk, is niks meer als vroeger.

Als ik over de rivier kijk, is niks meer als vroeger. De contouren zijn anders. Ik moet oppassen nu, anders roei ik de zoekers

Ik moet oppassen nu, anders roei ik de zoekers voorbij! Met de rechterriem stuur ik de boot naar de kant en dan hoor ik de mannen praten. Ook zie ik een paard-en-wagen. Twee van de mannen zwaaien naar me. Het opgezette hoofd van de jongen schudt zachtjes heen en weer, hij lijkt tevreden zo.

Een paar mannen komen de dijk af om me te helpen, anderen kijken toe. Nog een paar halen en ik neem de riemen binnenboord. Het touw dat een paar uur geleden nog aan de beddenkwast was vastgebonden, gooi ik naar een van hen toe en m'n knijverzak ook. Hakker is niet van plan de boot te verlaten. Ik pak hem op en zet hem met z'n poten in het water. Blaffend ploetert hij naar de kant. Als ik de roeibank van z'n plek heb gehaald pak ik het kind op. Een van de mannen wil me helpen. 'Nee, dit doe ik zelf,' zeg ik. Als ik de jongen goed vastheb, is mijn gezicht vlak bij het zijne. Voorzichtig loop ik de dijk op. De mannen praten nu niet meer en laten me begaan. Weer wordt mijn borst nat van de doorweekte kleren van het kind. Zijn mond valt een beetje open, zoals in een glimlach. Hij is zeker blij dat hij aan wal is nu.

(Wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 mei 2012

Eilanden-Nieuws | 22 Pagina's

Cees Pols En het werd stil

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 mei 2012

Eilanden-Nieuws | 22 Pagina's