Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Cees Pols En het werd stil

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Cees Pols En het werd stil

46 uitgeverijmozaiek.nl

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Voorin staat een altaar; er branden kaarsen, mensen bidden. Aan de muur hangen beelden van heihgen die op ons neerzien. Ik ga zitten en maak m'n knijverzak open. Het laatste stuk brood breek ik in tweeën en geef Hakker ook een stuk. Ik heb dorst en Hakker ook, denk ik, maar water heb ik niet. Mensen schuifelen om me heen. Het zijn de overlevenden die op zoek zijn naar de doden uit de dorpen. Dat de dorpen onder water staan, heb ik wel gezien toen ik op de kar hiernaartoe reed. Ik zie Annie voor me, met de kinderen en Wil. Waar zuUen ze zijn? Ik moet bij m'n huis gaan kijken. En als dat er niet meer is, ga ik op alle plekken zoeken, hier in de stad. Ik moet sHkken. De komende dagen zal pas echt duidelijk worden waar ze zijn en hoeveel er nog over zijn.

Hoe groot is de kans dat ik hier een bekende tegenkom? Het lijkt erop dat mijn kooihuis een veihger plek was dan de dorpen binnendijks. Velen zuUen in de lage polders zijn verdronken, anderen zullen onbereikbaar zijn en weer anderen lopen hier te zoeken. Wie weet zuUen sommigen elkaar vinden en in de armen vallen. Mijn geliefden wonen in twee verschillende dorpen. In het ene dorp heb ik Wil, Ajinie, Job, de kleine Aag en Lies - en natuurlijk ook Jan en Sjaantje met hun gezinnen - in het andere zijn Toon met zijn gezin en moe.

Het wordt donker. Iemand buigt zich over me heen en drukt me een kroes in de handen. 'Heb je dorst?' vraagt een stem. 'Ja,' zeg ik.

'Heb je dorst?' vraagt een stem. 'Ja,' zeg ik. Hij schenkt mij de kroes vol met water en loopt verder. Zijn habijt komt net boven zijn sandalen uit en in zijn hielen zijn grote kloven. 'Ik heb water voor u: drink maar,' hoor ik hem in

'Ik heb water voor u: drink maar,' hoor ik hem in de verte, bij een andere overlevende.

Ik houd mijn kroes schuin en laat wat water op mijn hand lopen. Gulzig likt Hakker het op.

Naast me zit een man die moet hoesten. Hij lijkt erin te bhjven. Ik klop hem op de rug en weer moet hij hoesten. Plots heeft hij weer adem.

Naast me begint iemand hardop te lezen, uit een boekje van een heilige - dat staat op het kaft. Hij houdt het onder een straal zonlicht die door het hoge raam naar binnen valt.

'Groot zijt Gij, Heer, en ten zeerste lovenswaardig! Groot is uw macht en uw wijsheid heeft geen getal. En loven wil U een mens, een deel van uw schepping, ja, een mens die zijn sterfehjkheid met zich omdraagt, die met zich omdraagt het bewijs van zijn zonde en het bewijs dat Gij de hovaardigen weerstaat. En toch wil hij U loven, die mens, een deel van uw schepping. Gij zet hem aan om er vrede in te vinden U te loven, want Gij hebt ons gemaakt naar U en rusteloos blijft ons hart totdat het zijn rust vindt in U.' Er kruipt een kind naar me toe, een meisje van een

jaar of anderhalf Het is haar om de hond te doen. Hakker ligt naast me en het meisje lacht. Het meisje doet wat onhandig met Hakker, maar het beest vindt alles goed vandaag. De moeder kijkt om, ze kijkt me aan kijkt dan weer voor zich. Ik ken haar niet; het lijkt erop dat zij hier samen met haar kind is. Ze gaat staan en pakt het kind, dat haar armpjes uitstrekt naar Hakker en gaat krijsen. De moeder loopt, net als veel andere mensen, naar een groep mannen die net is binnengelopen. Ze zien eruit alsof ze zo uit de grienden komen en iedereen begint door elkaar te praten.

Het wordt rumoerig. Een van de mannen steekt zijn handen omhoog en roept om stilte. 'Beste mensen,' begint de man.

Het wordt doodstil in de kerk; zelfs de kinderen zwijgen nu. 'Ik zal proberen een beeld te geven van de toestand

'Ik zal proberen een beeld te geven van de toestand op dit moment. Iedereen zal begrijpen dat grote delen van de Brabantse Biesbosch blank staan. Ik geef een opsomming van de waarnemingen die de kosters van de kerktorens langs de Merwede ons hebben doorgegeven. De Anna Jacominaplaat is waarschijnlijk verdwenen. Vanaf de Deense plaat, de Brabander, de Jantjesplaat, de Spieringpolder, de Hardenhoek - van de oude Hardenhoek weten we niks - tot aan de Jape-Kievitswaard is de situatie zeer ernstig. We zijn er nog niet geweest, maar op grond van wat we vanaf de dijk en kerktorens gezien hebben, vermoeden we dat daar geen overlevenden zijn, tenzij ze op tijd zijn gevlucht. Aan onze kant van de Merwede zijn ook vele platen ondergelopen, en de Ottersluis heeft het begeven. Nogal wat mensen uit de noordeUjke polders zijn op tijd gevlucht; althans zo lijkt het. Of dat ook geldt voor de dorpen ten zuiden van de Kikvorskil, weten we niet. Tot aan de Thomaswaard is het slecht. We vrezen het ergste. Meer weten we niet, omdat we er nog niet in kunnen. We denken dat vooral in dit gebied veel mensen zijn overvallen door het snel opkomende water. Het is daarom ondoeiüijk om nu al een inschatting te maken van het aantal overledenen. Ik moet u vertellen dat de karren die over onze dijken rijden, nog steeds slachtoffers bergen. De meesten zijn verdronken. Gaat u niet op eigen houtje zoeken naar vermisten: het is gevaarlijk in de polders. Als er nog mannen zijn die ons kunnen helpen met het bergen van slachtoffers, graag.'

Ineens begint iedereen vragen te stellen en probeert de spreker antwoorden te geven.

De dorpen ten zuiden van de Kil zijn onbereikbaar, zei hij. Ik zak neer tegen een pilaar en kijk om me heen. Alle mensen zijn op zoek. Tussen de doden zoeken ze naar leven, kijken ze of de dood wel echt is gekomen. Heel gewoon eigenlijk, dat deed ik ook bij pa.

Een ruk aan m'n schouder en ik kijk recht in het gezicht van Aike. 'Jij hier?'

Hij gaat naast me zitten en kijkt me aan. 'Ja, ik hier.' 'Hoe ben je aan wal gekomen? Waar zijn de anderen?' Zijn kleren zijn nat en hij stinkt. Ook al glimmen

Zijn kleren zijn nat en hij stinkt. Ook al glimmen z'n ogen van de tranen, zo dof hebben ze nog nooit gestaan. ' 'We zijn vanmorgen van de plaat gekomen. Met de

'We zijn vanmorgen van de plaat gekomen. Met de roeiaak die we aan een hoge wilg hadden vastgebonden. Eerst hebben we in een knotwilg gezeten, daarna met z'n aUen in de aak. We moesten hozen en het werd steeds kouder. Op den duur was er niks meer te eten. En nu is iedereen aan het zoeken naar zijn vrouw en kinderen. Waar de anderen zijn en wat ze nog hebben, weet ik niet. Van mij is alles weg,' zegt hij.

'Waar bedoel je? Op de plaat of aan de wal?' 'Allebei.'

'Allebei.'

Het natuursteen waar ik op zit, trekt koud op. Ik ben half verstijfd en kan me nauwelijks bewegen. Ik probeer me mijn huis voor de geest te halen. Met Annie, de kinderen. Lies en Wü. Ze trekken naar het kleine zoldertje. Het water vloeit, nee, stroomt met bakken over de dijk en het huisje kraakt. De kinderen zijn bij hun moeder.

'Ben jij er al geweest?' vraag ik hem. 'Nee, dat was niet nodig. Ik was... Een stukje voor

'Nee, dat was niet nodig. Ik was... Een stukje voor de stad worden ze verzameld. Triene lag ertussen.' 'Daar ben ik ook geweest,' zeg ik.

'Er hangen daar lijsten.'

'Bij het stadhuis ook, maar je komt er niet gemakkelijk bij.'

'Op de verzamelplaats zijn ook heel veel naamlozen, zag ik. Maar ja, wie kent ons.' We zwijgen.

Wordt vervolgd.

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 mei 2012

Eilanden-Nieuws | 20 Pagina's

Cees Pols En het werd stil

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 mei 2012

Eilanden-Nieuws | 20 Pagina's