Monumentje voor verdronken jongen (5) opnieuw vernield
MIDDELHARNIS - Opnieuw is in de haven van Middelharnis kortgeleden het monumentje vernield, dat indringend herinnert aan een tragisch verdrinkingsgeval van een vijf-jarig jongetje in 1938. Het gaat om geplastificeerde tekst- en fotoborden, die waren aangebracht op een meerpaal en die ook het verhaal vertellen van een opzienbarende speurtocht van de voormalige docent Johan Everaers uit Noordgouwe. Al eerder hebben onbekende vandalen de bordjes vernietigd, laatst afgelopen voorjaar. Steeds worden ze vervangen door nieuwe, en dat zal ook dit keer weer gebeuren, vertelt woordvoerster Mie-Wah Pang van de gemeente Goeree-Overflakkee.
Everaers, in 1949 geboren in Dirksland, maar al sinds 1982 wonend op Schouwen-Duiveland, werd net als de vorige keer op de hoogte gebracht van het vandalisme door Rien Vroegindeweij. Deze Rotterdamse schrijver en dichter was op bezoek op Goeree, waar hij oorspronkelijk in Middelharnis is geboren. Everaers stelde op zijn beurt, geschrokken, mevrouw Mie-Wah Pang op de hoogte. Deze liet weten dat ze het zelf ook al had geconstateerd. Ze verzekerde dat de tekstborden binnen niet al te lange tijd worden hersteld.
Gedicht
Het monument op de meerpaal heeft alles te maken met het klassiek geworden gedicht ‘Te Middelharnis is een kind verdronken’, dat de dichter Ed. Hoornik (1910-1970) schreef naar aanleiding van de dramatische dood van een vijf-jarig jongetje. Het gedicht is onderdeel van een cyclus met de titel ‘Requiem’, het vormt er het eerste sonnet van. Vooral de kenmerkende beginregel (“Te Middelharnis...”) heeft zich vastgezet bij generaties dichtliefhebbers. Ook het Eilanden- Nieuws speelt een bescheiden rol in de kwestie.
Begin jaren negentig werd Johan Everaers, gepensioneerd leraar Frans en daarnaast een even bevlogen vogelkenner, schrijver, galeriehouder en mailartist, gegrepen door een nieuwsbericht in een streekkrant, dat luidde: “Te Middelharnis is een kind vermoord”. De krantenkop had onmiskenbaar een parellel met het fameuze gedicht van Hoornik, en zo begon Everaers geïntrigeerd aan een speurtocht, die hem verrassende resultaten opleverden.
Daartoe aangezet door de tweede regel van het gedicht (“Sober berichtje in het avondblad”) probeerde Everaers het oorspronkelijke dagblad terug te vinden. Tegenwoordig is dat dankzij de gedigitaliseerde krantenarchieven in een handomdraai te doen, destijds kostte het lang, volhardend speuren. Everaers wist dat Hoornik voor het Algemeen Handelsblad heeft geschreven, en ploegde zich nauwgezet door oude jaargangen.
De oogst was overweldigend. Everaers vond in de krant van 17 juli 1938 niet alleen het nieuws over de verdrinking in Middelharnis, ook twee andere gebeurtenissen die Hoornik aanstipte in de eerste strofe van zijn gedicht: over een hooiberg die had vlam gevat en een zolderschuit die was gezonken.
Rouwkaart
Maar er was meer dat klopte. Everaers beschikte inmiddels over de rouwkaart die de ouders van de drenkeling hadden rondgestuurd. Daarin stond 17 juli 1938 als de dag waarop zijn ouders, Adrianus Krijgsman Johz. en Johanna Krijgsman- van der Valk, het “noodlottig ongeval” bekendmaakten van Adrianus, oud 5 jaar en negen maanden. Everaers zag nu ook een ander vermoeden definitief en sluitend bevestigd: dat dit jongetje zijn neef was.
Everaers, die over zijn opmerkelijke bevindingen een artikel schreef voor het Eilanden-Nieuws, heeft zijn neefje niet gekend. Wel diens moeder, zijn tante. Hij heeft haar bij leven nog kunnen vertellen over het onderzoek dat hij in gang ging zetten, en zij stemde ermee in. Everaers herinnerde zich wel dat bij ooms en tantes van hem portretjes aan de muur hingen van Adri. “Maar er werd nooit over gepraat, waarschijnlijk omdat het allemaal erg gevoelig lag”, vertelde hij in een interview.
Gedenkplaat De speurtocht voltooid wilde Everaers
De speurtocht voltooid wilde Everaers iets blijvends doen voor het verdronken neefje, een gedenksteen in de kade van de haven bijvoorbeeld. Na voorbereidend werk van een commissie waarvan Everaers deel uitmaakte, kwam het ervan op 11 september 2009, nu bijna vier jaar geleden. De gemeente bewerkstelligde dat op een meerpaal bij de haven tekstborden en een foto kwamen. Het ene bord vermeldt het gedicht, het andere de toedracht van Everaers’ naspeuringen. Tijdens een bescheiden, intieme plechtigheid werd dit eerbetoon ‘s avonds onthuld.
Eerder die dag had op de begraafplaats aan de Hoflaan van Middelharnis nog een plechtigheid plaats. Op de plek waar de ontijdig gestorven Adri Krijgsman zeventig jaar eerder zonder steen was begraven, bleek een vierkante gedenkplaat te zijn geplaatst. Weer vier jaar later kreeg Everaers dat onthutsende telefoontje: het monument aan de haven is opzettelijk beschadigd. Wat geen van de betrokkenen toen wist, was dat het al eerder is gebeurd.
Onlangs sloeg de vandaal opnieuw toe. “Een droevige constatering”, meent Everaers. Te Middelharnis waart een vandaal rond, valt te concluderen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 20 augustus 2013
Eilanden-Nieuws | 14 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 20 augustus 2013
Eilanden-Nieuws | 14 Pagina's