Wim Grinwis: "Vroeger hadden de mensen nog tijd om pech te hebben, dat is niet meer"
Ouddorp
Voor de meesten zit de vakantie er alweer op. Velen gingen, mede door het coronavirus, op pad met de auto. Door het vakantieverkeer heerste er topdrukte op de wegen. De zwarte zaterdagen waren nog zwarter dan normaal. Een auto, die stilviel op de Route du Soleil, of niet startte op de dag van vertrek? Grote kans, dat je door een medewerker van de Wegenwacht weer op weg bent geholpen.
Wim Grinwis (1946) uit Ouddorp ging na de lagere school naar de technische school. Hij deed autotechniek en werd automonteur bij garage Pesch aan de Hofdijksweg. "De auto’s waren vroeger van slechtere kwaliteit dan tegenwoordig. Dat maakte het onderhoud ook anders. Het doorsmeren met een vetspuit op vetnippels moest bijvoorbeeld toen om de 1500 kilometer gebeuren. Nu rijden sommige mensen dat in een week! Auto’s worden tegenwoordig voor het leven gesmeerd. Naast onderhoud hield ik me bezig met schades en het voor de verkoop klaar maken van nieuwe auto’s."
Avontuur
De ANWB Wegenwacht werd opgericht in 1946, in hetzelfde jaar waarin Wim Grinwis werd geboren. Misschien nog wel opmerkelijker is, dat Wims vrouw Klazina zelfs haar verjaardag viert op dezelfde datum als de oprichtingsdatum van de dienst. De Wegenwacht begon met Canadese legermotoren, die bij de bevrijding gebruikt waren en nu geel gespoten waren. Wim vertelt: "De medewerkers van de Wegenwacht droegen uniformen en een witte pet. Dat was wat hoor! Toen ik zag dat ze medewerkers vroegen voor de Wegenwacht, heb ik informatie opgevraagd. Ik herinner me dat ze me het boekje ‘Wordt Wegenwacht’ opstuurden. Ik was meteen enthousiast. Hulpverlening zit in me: dat heb je in je, of dat heb je niet. Ik mocht solliciteren op het hoofdkantoor. Ik kreeg een gesprek met een inspecteur, moest een technische test doen en een medische keuring ondergaan. Daarna mocht ik met zes anderen zes weken intern in opleiding in Den Haag. Ook dat was al een avontuur. Ik kwam wel in de weekenden thuis." Wim kreeg daar ook zijn Wegenwachtnummer 439, uitgesproken als vier-drie-negen, een nummer dat hij nog steeds met trots draagt. "Na die zes weken opleiding werden we in het diepe gegooid. We gingen de weg op en werden geacht met aanpassingen en oplossingen te komen bij pechgevallen. Daar ging ik in mijn gele lelijke eend!"
Uitgeregend
Op Goeree-Overflakkee was aanvankelijk geen Wegenwacht. In 1965 kwam er een post. Wim vervolgt: "Door de aanleg van de Haringvlietbrug en Zeelandbrug en later de Haringvlietdam kreeg je een doorgaande route naar Zeeland. Er kwam meer verkeer. Het was de enige weg naar de overkant, allemaal enkelbaans. Het waren beruchte wegen. Als je rekening houdt met de slechte kwaliteit van de toenmalige auto’s en dat er in 1970 nog 3200 verkeersdoden vielen per jaar – tegen 610 in 2020, dan heb je misschien een beter beeld van mijn werkterrein. Dat lag tussen Zierikzee en de Tol van de Haringvlietbrug waar we, als we niet aan het sleutelen waren, continu heen en weer reden. In vaktermen was dat route 177 en 178. Twintig kilometer heen en weer. Je was de oren en ogen van de weg. Sommige auto’s stopten er al mee, als het regende. De Austin Mini en de Simca stonden erom bekend dat ze 'uit regenden'. Bij een regenbui werd de verdeelkap met de ontsteking nat en dan stopten ze ermee. Ook bij een gebarsten radiatorslang of een gebroken ventilatorriem stonden auto’s stil. Mensen konden geen kant op. Er waren nog geen praatpalen en mensen hadden nog geen mobieltjes. Het was behelpen, hoor! Ik zag tijdens de patrouilles de auto’s stilstaan, of werd bij benzinepompen of bij de – toen nog – tolpoorten van de Haringvlietbrug door mensen erop geattendeerd dat ze langs een stilstaande auto waren gereden. Dan ging ik er meteen op af."
Veiliger
De werkomstandigheden waren heel anders dan tegenwoordig. "Het was ook afzien, een lelijk eendje is koud in weer en wind. De Renault 4, mijn derde auto, had een kacheltje en dat was al beter. Gelukkig had ik er de gezondheid voor." Je kunt het je nu gewoon niet meer voorstellen, maar op Goeree-Overflakkee was ’s avonds na zeven uur geen benzine meer te krijgen. Wim lacht. "Ik had altijd een jerrycan met tien liter bij me. Wat handgereedschap, water en diesel en een brandblusser en een enorme verbandtrommel."
Natuurlijk kwam Wim in aanraking met ongevallen. Hij had in zijn opleiding bij de ANWB een EHBO-cursus gekregen, maar als je dan als eerste bij een ongeval komt, soms met dodelijke slachtoffers, is dat toch even anders dan de theorie. "Wij hadden wel de bevoegdheid toen om een ambulance te bellen, maar eigenlijk moest je eerst op een dokter wachten. Zo verloor je vaak kostbare tijd. Nu wordt er in een ambulance al hulp geboden aan een patiënt. Vroeger was het slechts vervoer, dan kon er pas in een ziekenhuis iets gebeuren. Wachten op hulp duurt dan lang hoor! Door de kwaliteit van de auto’s, airbags en de verplichting een gordel te dragen is autorijden zoveel veiliger geworden. De auto’s van nu, met kooiconstructies, zijn ook steviger, maar nu is wel weer de brandweer nodig met hydraulisch materieel om iemand uit te zagen. Weet je dat ik dat vroeger met een handzaagje uit mijn auto deed, samen met de politie? Dat was natuurlijk tobben, maar zo zagen wij dat helemaal niet. We wisten gewoon niet beter. We deden het met de materialen die we hadden."
Wakker
Tegenwoordig is er ook traumabegeleiding voor de medewerkers van de Wegenwacht, daar was in de jaren 70 nog geen aandacht voor. Wim: "Wij ruimden de weg op en moesten door naar het volgende pechgeval. Je had geluk als je nog een kop koffie kon drinken. Maar erover praten, dat deed je niet. Veel ongevallen zijn me bijgebleven. Nog steeds als ik langs bepaalde plekken rijd, zie ik het weer voor me. Het blijft in je herinnering." Gelukkig kon Wim wel altijd zijn verhaal kwijt bij zijn vrouw. "Het kwam voor dat zij er dan van wakker lag. Ik was het kwijt en kon dan prima slapen." Toch nam Wim die ervaringen mee. "Toen een van mijn zoons ouder was en ’s avonds wegging, dan had ik het moeilijk als hij een half uurtje later thuiskwam, dan afgesproken. Ik zag dan alle taferelen al voor me. Ik weet hoe het is om als eerste bij een ongeluk te staan, waar nog niemand van afwist. Mijn zoon is automonteur geworden. Ik heb hem wel eens gevraagd of hij ook geen Wegenwacht wilde worden, maar hij zag er niets in. Hij heeft denk ik te veel verhalen van mij gehoord."
Gestuurd
Wim wil benadrukken dat zijn werk als Wegenwacht niet alleen kommer en kwel was. "Zeker niet! Het was een prachtig vak, waarbij de leuke dingen echt de overhand hadden. Dienstverlening zit in me. Ik vind het fijn mensen te kunnen helpen. Ik ben ook zo’n 35 jaar bij de vrijwillige brandweer geweest. Ik heb zoveel mensen kunnen bijstaan. Een vrachtwagenchauffeur die een hersenbloeding had en dan herstelt omdat je hem op tijd hebt kunnen helpen. Dat is fijn." Wim was vaak net op het juiste moment op de juiste plaats. Soms voelde het alsof hij van hogerhand gestuurd was. "Ik zag eens een man in een overhemd in de vrieskou, ’s avonds in het donker, liggend op grond, zo dronken als een tor. Ik vond hem per toeval, omdat ik verkeerd reed. Hij was anders waarschijnlijk doodgevroren. Een man met een hartaanval, die ik kon helpen omdat ik toch even bij een stilstaande vrachtwagen ging kijken."
Wim bemiddelde bij vechtpartijen en echtelijke ruzies en bij pech langs de weg natuurlijk. "Mensen zijn blij, als ze worden geholpen als hun auto kapot is. Toch merk ik, dat in vergelijking met vroeger de mensheid is veranderd. Mensen zijn gehaast en hebben een korter lontje. Ze zijn tegenwoordig veel sneller agressief, al kreeg ik ook in mijn tijd al een cursus bij de ANWB ‘Omgaan met agressie en minderheden’. Vroeger hadden mensen nog tijd om pech te hebben. Dat is niet meer."
Stoppen
Wim heeft zoveel meegemaakt en heeft verhalen te over. Jaren schreef hij ook als correspondent voor de ‘Voorruit’, het personeelsblad van de Wegenwacht. Op zijn 61ste ging hij met pensioen. Toch bleef hij Wegenwacht in hart en nieren. De verzameling van talrijke wegenwachtauto’s uit verschillende landen in de vitrines in zijn werkkamer zijn daar getuigen van, net als zijn grote fotoarchief en de plakboeken in de kast. Ook op zijn oude uniformen is hij zuinig.
Stoppen langs de weg als hij een auto met pech ziet, ook dat doet hij ook nog steeds. Die keer op vakantie in Luxemburg bijvoorbeeld. "Ik zag een Nederlands kenteken met pech en dan stop ik. Achteraf hoorde ik van mijn vrouw, die met de vrouw van het echtpaar dat ik hielp stond te praten, dat de man erg overspannen was geweest en dat hij weer voor het eerst op vakantie was. Een kapotte auto kon hij er helemaal niet bij hebben. Toen ik dat achteraf van mijn vrouw hoorde, was ik blij dat ik hem weer op weg had kunnen helpen."
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 september 2021
Eilanden-Nieuws | 28 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 september 2021
Eilanden-Nieuws | 28 Pagina's