"Ik hoop hier nog tot in lengte van jaren mee door te kunnen gaan"
Ron Braber 40 jaar kerkorganist in Achthuizen : Achthuizen
Dit weekend wordt in de katholieke kerk van Achthuizen stilgestaan bij het 40-jarig jubileum van organist Ron Braber (57). Als jonge knul van 17 startte hij in 1982 als tweede organist naast Leo de Wit. De passie voor het orgelspel is sindsdien alleen maar gegroeid en ook het aantal kerkdiensten die hij opluistert is in aantal toegenomen. Inmiddels is Braber al jarenlang de eerste organist in zowel Achthuizen als Oude-Tonge. Daarnaast valt hij af en toe in bij de gereformeerde kerk in Den Bommel. “Orgelmuziek maken is het mooiste wat er is”, stelt hij. “Ik hoop het tot in lengte van jaren te kunnen blijven doen.”
De liefde voor orgelmuziek kwam eigenlijk via mijn neef Leon Pieterse”, vertelt Braber. “Leon speelde al orgel en dat vond ik ontzettend mooi. Dus heb ik zelf ook een orgel gekocht en les genomen bij Maarten Kater, docent op de PM. Toen ik vernam dat Leo de Wit, de organist van Achthuizen, minder vaak wilde gaan spelen en er iemand bij zocht, heb ik de pastoor gebeld. Die zei me, liever iemand van het conservatorium aan te stellen. Echter dezelfde avond nog stond de dirigent van het kerkkoor bij ons op de stoep met de vraag of ik toch wilde komen. Dat heb ik gedaan. Wekelijks ging ik op mijn bromfiets naar Achthuizen om te spelen. De bromfiets gebruik ik niet meer, maar ik speel nog steeds. Ook in mijn woonplaats Oude-Tonge ben ik, sinds Hans Dogge is gestopt, al vele jaren de eerste organist.”
Orgels
Het bespelen van de kerkorgels heeft Braber zich al doende eigen gemaakt. “In Achthuizen staat een orgel van Gebroeders Vermeulen en dat telt 12 registers”, legt hij uit. “Het is een heel mooi orgel en ook de akoestiek in de kerk is prachtig. In Oude-Tonge staat het Seifert-orgel, met 23 registers. Het bijzondere van deze laatste is, dat dit werd gefinancierd uit het rampenfonds van de hervormde orgelcommissie. Persoonlijk vind ik dit het mooiste orgel van het eiland. Ik zorg ook voor het onderhoud en het stemmen van beide orgels. Maar ik geniet er vooral van om ze te bespelen. Als de kerkgangers de kerk uitlopen, trek ik alle registers open. Ik improviseer dan op de slotzang of speel iets van Bach. Zelfs na 40 jaar kruip ik nog steeds met heel veel plezier achter het orgel.”
Verschil katholiek en protestant
Braber heeft ook een aantal jaren de diensten in de gereformeerde kerk van Den Bommel begeleid en wordt ook nu nog af en toe gevraagd. “Sommige gezangen zijn in beide kerken hetzelfde”, weet hij, “maar het verschil is, dat het in de protestantse kerk gaat om het begeleiden van de samenzang en in de katholieke kerk begeleidt je een koor, waarmee je ook samen repeteert. Persoonlijk vind ik de protestantse muziek wat makkelijker om te spelen. Dat komt vooral omdat de muziek ervan duidelijk is uitgeschreven. Alle zetten, akkoorden zeg maar, staan vermeld. Bij de katholieke muziek staat vaak alleen het notenschrift en mag je de rest zelf uitvogelen. Daarnaast heeft deze laatste kerk ook Latijnse en gregoriaanse missen, die muzikaal toch wat lastiger zijn. Na lange tijd van weggeweest, komen die de laatste jaren weer een beetje terug. Ik vind dat mooi. Het is muziek die wereldwijd overal hetzelfde is. Maar laat ik vooral stellen, dat muziek verbroedert. De liefde voor orgelmuziek hebben de organisten van alle kerken met elkaar gemeen. Zelf heb ik een goede band opgebouwd met collega en vriend Anton Weenink, organist van de hervormde kerk in Dirksland. We praten met elkaar over de muziek, maar spelen ook af en toe samen in de kerk. Hij op orgel, ik op trompet, mijn andere grote passie.”
Parkinson
Veertig jaar organist zijn, betekent ook veertig jaar iedere week van de partij zijn. “Ja dat klopt”, lacht Braber. “Voor ons gezin geen weekendjes weg met de feestdagen, want juist dan moet je spelen. In de zomer gaan we wel even weg, hoor. Maar zelfs dan neem ik graag een kijkje bij orgels in binnen- en buitenland. Gelukkig heb ik in Achthuizen nu assistentie van Annemarie Huizer, die ook in de kerk van Stad aan 't Haringvliet speelt. Maar in principe ben ik er altijd, al is het een tijdje minder geweest. Op 42-jarige leeftijd werd bij mij de ziekte van Parkinson geconstateerd. Dan stort je wereld even in. Ik merkte het met spelen en met het lopen. Dat ging steeds moeizamer. Na de diagnose kreeg ik medicijnen en ging het weer wat beter. Een aantal jaren geleden kon ik een Deep Brain Stimulation ondergaan. Een heel zware hersenoperatie. De ziekte is niet weg en de controles blijven, maar de kwaliteit van leven is enorm verbeterd en biedt me de mogelijkheid om te kunnen blijven spelen op zowel het orgel als op de trompet. Ik hoop dan ook nog tot in lengte van jaren hiermee door te kunnen gaan en misschien komt ooit nog een grote wens uit: het bespelen van het Adema-orgel in de kathedraal van Haarlem. Voor mij het mooiste orgel van Nederland.”
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 april 2022
Eilanden-Nieuws | 24 Pagina's