Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een lied tussen de doornen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een lied tussen de doornen

6 minuten leestijd

April 1940

De zussen Janna en Lenie Vos hebben een kindertehuis waar ze onderdak bieden aan longpatiëntjes die vanwege hun gezondheid in de rijke boslucht van Driebergen moeten herstellen.

Alles lijkt vredig, maar op de achtergrond komt de dreiging van de oorlog steeds dichterbij. De situatie blijkt onveilig te zijn voor de kinderen en daarom worden ze door hun ouders weer naar huis gehaald. De zussen besluiten om hun huis en hart open te stellen voor Joodse kinderen. Maar is dat niet te riskant? Mogen ze vertrouwen op de wetenschap dat ze hiertoe door God geroepen zijn?

Na 'Ondergaande zon' schreef Hanneke Stark opnieuw een indringende oorlogsroman, die aanzet tot nadenken over het maken van keuzes en de gevolgen daarvan.

Het boek zet in met Psalm 42:5: 'Maar de HEER zal uitkomst geven', en vervolgens een pagina met de personen in dit boek:

Janna Vos (1886)

Lenie Vos (1887)

Dan de longpatiënten op volgorde van leeftijd en de Joodse kinderen ook op volgorde van leeftijd. Onderaan de bladzijde de namen van de ouders van Rosie en Hans de Vries: Isaäc en Esther Meijer. Deze pagina helpt de lezers om het verband tussen het geheel steeds vast te houden.

Het is een waargebeurd verhaal, maar Hanneke Stark-ten Voorde heeft gebruik gemaakt van de geschiedenis van Jacoba Maria (1894-1980) en Lammerdina Elisabeth Holst (1897-1944). Zij beheerden het kindertehuis in Driebergen, waarover het in dit boek gaat. De namen zijn aangepast, maar de gegevens komen grotendeels overeen. In de bronnen wordt steeds gesproken over het vele zingen. De tantes leerden de kinderen christelijke liederen en psalmen aan. Die werden steeds ingeoefend. Alles lijkt precies hetzelfde als toen er echt zieke kinderen in huis waren. Daarom ontstaat er ook een sfeer van optimisme en veiligheid. Maar het oudste meisje (in het verhaal Annie), Nelleke van Cleeff, ontmoet op een namiddag in het bos een bekende uit Rotterdam. Hij zegt smalend: ‘Daar hebben we Nelleke van Cleef en die zit ondergedoken!’ Het is niet bewezen dat deze gebeurtenis ervoor heeft gezorgd dat dit onderduikadres is verraden, hoewel het wel heel waarschijnlijk is.

Op 15 november 1943 stopt de overvalwagen voor de deur. Op dat moment is het jongste kind 10 maanden en de oudste is 13 jaar. De tantes worden vastgebonden in de keuken en de kinderen worden een voor een verhoord. De jongsten vragen huilend om de tantes, maar onderling contact is verboden. De kinderen en de tantes worden in een wagen geladen met nog meer arrestanten en vertrekken naar Amsterdam. Onderweg stelt Lenie voor om te gaan zingen. De kinderen worden naar de Hollandse Schouwburg gebracht. Nelleke (Annie) moet zorgen voor de 10 maanden oude baby. De tantes worden na een paar maanden gevangenschap naar het Kamp Vught gebracht. Daar werken ze in de Philipsfabriek. Later is bekend geworden dat de gevangenen sabotage pleegde door inkepingen te maken in de mechanica van de apparaten. In januari verraadt Agnes Jedzini een paar vrouwen uit barak 23b. Agnes beklaagt zich over de behandeling van de medegevangenen. Een zekere Hannie moet naar de bunker voor donker arrest. Negentig andere vrouwen verklaren zich solidair met Non Verstegen (Hannie). Na een aantal dagen moeten ook die negentig naar de bunker in cel 115. In die cel zitten 74 vrouwen op een oppervlakte van acht vierkante meter. Ook de beide tantes. Als het licht uitgaat, breekt er een geweldige paniek uit. Van koud tot verstikkend heet; en dan raakt de zuurstof op. Een later ingeslagen raampje helpt toch niet. Op zondagmorgen 16 januari 1944 wordt na 14 uur de deur geopend. Er blijkt dat 10 vrouwen het niet hebben overleefd, ze zijn gestikt. Tante Bep, in het boek Lenie, is ook een van de slachtoffers. Tante To Holst, in het boek Janna, verblijft enkele maanden in de ziekenbarak en wordt op 7 juli 1944 vrijgelaten. Begrijpelijk is zij voor het leven getekend is door deze gebeurtenis. Dit wordt voor haar nog erger als ze begrijpt dat de kinderen zijn omgekomen in Auschwitz. Alleen het oudste meisje Nelleke (Annie) en de twee jongste kinderen (Antonie en Maartje) overleven de oorlog, omdat zij niet mee hoeven op transport naar Auschwitz.

De schrijfster heeft in haar verhaal bewust de namen veranderd. Waarom? Omdat zij het verhaal inkleurt op basis van enkele feiten, die zij kent. De échte geschiedenis kan zij niet navertellen. Er zijn ook foto’s opgenomen van de oorspronkelijke personen: tante Bep en tante To. De schrijfster ging ervanuit dat degenen met de krulletjes tante Bep (Lenie) was, en tante To de ander (Janna). Halverwege haar verhaal bleek dat de uiterlijkheden precies andersom zijn. Hanneke Stark heeft dit niet meer veranderd. Wat betreft Rosie en Hans: er zaten inderdaad een broertje en een zusje in het tehuis (Herman en Sara Vleeschhouwer). Wie opmerkzaam leest, zal zeggen dat in de bronnen over deze geschiedenis de leeftijden van de kinderen zijn omgedraaid. Dat is juist. Het paste beter in het verhaal dat Rosie ouder was dan Hans.

Tante To (Janna) is na het Bunkerdrama als een gebroken vrouw door het leven gegaan. Ze is nooit meer de oude geworden en is uiteindelijk gestorven van verdriet om alles wat ze heeft meegemaakt. De schrijfster heeft hier lang over nagedacht, maar zij heeft ervoor gekozen om Janna wel weer in het reine te laten komen met God. Ze heeft alles mogen overgeven, hoewel de pijn blijft. De doorn die elke dag gevoeld wordt. Dat heeft Hanneke bewust gedaan, omdat zij tóch hoop wil bieden. Dan blijft er toch een God in de hemel over Die Zijn kinderen niet hulpeloos laat wegkwijnen. Hij zoekt hen weer op, terwijl ze er zelf liever van afgekeerd zouden zijn.

Van die God wil de schrijfster getuigen. Die boodschap wil zij meegeven. God weet van het lijden af, hoe afschuwelijk het ook is. Wij begrijpen Hem niet, maar dat betekent niet dat Hij ons vergeten is, of dat Hij niet meer voor ons zorgt.

De schrijfster (en wij met haar) hoopt en bidt dat dit aangrijpende verhaal u en jou van dit besef bewust maakt. In welke omstandigheden u zich ook bevindt. Er is een God Die alles ziet en weet. Hij wil Zijn genade geven. En Zijn genade is genoeg. Voor elke dag. Zingt u met Janna mee? Al is dit een ingrijpend boek, zulke zaken zijn wel realiteit geweest. Neem en Lees, maar het kan niet zonder tranen.

Voor wie meer wil weten: www.hannekestark.jouwweb.nl

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 mei 2022

Eilanden-Nieuws | 24 Pagina's

Een lied tussen de doornen

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 mei 2022

Eilanden-Nieuws | 24 Pagina's