In de schoenen van twee hulpdienstenchauffeurs
GOEREE-OVERFLAKKEE – Vandaag stappen we in de schoenen van twee chauffeurs: Arna Taale, die in de HAPauto rijdt en Jeanien de Gast, ambulancechauffeur. Er zijn overeenkomsten in hun werk, maar ook best veel verschillen. Arna en Jeanien vertellen over de uitdagingen en de mooie momenten die hun beroep met zich meebrengt.
Het werk van Arna Taale uit Sommelsdijk begint als de huisartspraktijken sluiten. Zij is mobiel medisch assistent en zorgt er tussen 17.00 en 23.00 uur voor dat de dienstdoende huisarts van de huisartsenpost (HAP) veilig en snel bij de patiënten op Goeree-Overflakkee komt. “Mijn taken lijken wel wat op die van een ambulancechauffeur”, vertelt Arna. “Ik zorg voor het vervoer en help de arts met bijvoorbeeld het meten van de bloeddruk of de temperatuur van een patiënt.” Zelf is Arna niet in dienst bij de HAP. “Ik werk voor het Witte Kruis. Die organisatie verhuurt een auto met chauffeur aan de huisartsenpost.” Nachtdiensten heeft ze niet. “De HAP in Dirksland sluit 23.00 uur, dan neemt de huisartsenpost in Klaaswaal het over.”
Eén van de verschillen met een ambulancechauffeur is dat Arna ook op de huisartsenpost zelf werkt. “Daar assisteer ik bij het hechten of breng ik patiënten naar de afdeling Spoedeisende Hulp. Een ander verschil is dat de ambulance voor meer acute meldingen rijdt. Die gaat ook naar ongevallen en incidenten. Vanuit de HAP werken we niet op straat of in openbare gebouwen.”
Ambulancechauffeur
Als de ambulance ingezet wordt, zou het zomaar kunnen dat Jeanien de Gast uit Stellendam achter het stuur zit. Zij was de eerste vrouwelijke ambulancechauffeur op het eiland, nu bijna 25 jaar geleden. “Ik was een stoere meid, een beetje een buitenbeentje”, lacht Jeanien. “Ik heb een militaire achtergrond en op een gegeven moment zei mijn vader: ‘Je moet eens bij de ambulancepost vragen of ze werk voor je hebben’. Die post was destijds een groot pand aan de buitenhaven van Stellendam. Ik had geen idee, dus ik heb maar gewoon aangebeld en gevraagd of ze een chauffeur zochten. Dat was zo. Ik mocht een paar dagen meerijden en merkte dat dit werk bij me paste. Vandaar dat ik gesolliciteerd heb.”
Op Goeree-Overflakkee zijn de ambulanceposten in Dirksland en Goedereede gestationeerd. Jeanien werkt vanuit de ambulancepost Brielle. De ambulances van deze drie posten rijden door het hele gebied van Goeree-Overflakkee, Voorne-Putten en Rotterdam Rijnmond. Jeanien doet alleen nachtdiensten. “Ik ben echt een avondmens en thuis komt dit ook goed uit.”
Zorg en techniek
Arna werkte eerder bij Zuidwester. “Dat heb ik zo’n vijftien jaar gedaan. Ik wilde graag iets anders en zag een advertentie voor een HAP-chauffeur. Zo ben ik dit werk gaan doen.” Zowel Arna als Jeanien volgden een interne opleiding. Die van Jeanien is al even geleden, maar omvatte net als de huidige opleiding een deel zorg en een deel techniek. Arna weet de onderdelen van de opleiding tot HAP-chauffeur nog uit haar hoofd op te noemen. “EHBO, reanimatie en een cursus acute zorg. Daarnaast moet je bij het CBR je taxipas halen, want we rijden met een blauwe kentekenplaat. Verder krijg je een opleiding Optische en Geluidssignalen. De spoedrijtraining wordt jaarlijks herhaald. Die heb ik vorige week nog gehad.”
Spoed
De spoedritten maken het vak wel speciaal, vinden zowel Arna als Jeanien. Toch komen die niet zo vaak voor. “Alleen bij situaties die echt acuut zijn”, zegt Arna. Dat wordt bepaald door de triagist, die aan de telefoon zit en bepaalt hoe urgent een hulpvraag is.” Spoedrijden is mooi, maar je wordt geen ambulancechauffeur vanwege de sensatie, benadrukt Jeanien. “En vroeger was spoed ook echt spoed. Dat is nu heel anders. Mensen bellen ook 112 voor klachten waarvoor ze net zo goed bij de huisarts terecht kunnen.”
Niet remmen
Beide chauffeurs merken dat automobilisten vaak geen idee hebben wat ze moeten doen als er een ambulance of HAP-auto met zwaailicht en sirene achter hen opduikt. Ze geven daarom een aantal tips. “Doe geen dingen die niet veilig zijn”, benadrukt Arna. “Ik zie soms mensen met 70 kilometer per uur de berm in duiken. Niet doen. Ga zo ver mogelijk naar rechts en blijf rustig doorrijden. Wij vinden onze weg wel.” En Jeanien vult aan: “Niet remmen als wij achter je zitten. We houden voldoende afstand om je een uitwijkmogelijkheid te geven. Als we je inhalen laat je even je gas los, dan zijn we zo voorbij.”
Goeree-Overflakkee kent alleen maar tweebaanswegen. Een heet hangijzer is de berm van de onlangs aangepaste N59, waarover verschillende partijen zich nog beraden. Die blijkt te zacht te zijn en ligt te laag naast de rijbaan. “Ik vermijd die weg”, zegt Jeanien. “We kunnen daar nauwelijks een auto inhalen, en zeker geen vrachtwagen. Het moet daar echt geasfalteerd worden.”
Van Ouddorp naar Ooltgensplaat
Het halen van de wettelijk voorgeschreven aanrijtijden is te doen, maar niet altijd mogelijk, zegt Arna. “Het komt regelmatig voor dat we van Ouddorp naar Ooltgensplaat moeten rijden. Als het om een minder urgente melding gaat, mogen we niet met zwaailicht en sirene rijden en hebben we ons gewoon aan de maximumsnelheid te houden. Dat kost tijd.” De ambulancedienst heeft te maken met tekorten, merkt Jeanien. “Soms vallen er nachtdiensten uit vanwege personeelstekort. Dan is onze aanrijtijd soms twintig minuten in plaats van acht. Het aantal inzetbare auto’s wordt bepaald door de zorgverzekering. Dat moet omhoog, maar dan is het weer lastig om ze te bemannen.” Wat Jeanien betreft bel je alleen 112 in levensbedreigende situaties. “Bij pijn op de borst, bij benauwdheid of bij klachten die op een beroerte of hersenbloeding kunnen wijzen. En bij ongevallen. Maar niet als je al drie dagen buikpijn hebt, waarmee je eerder naar de huisarts had kunnen gaan. Natuurlijk helpen we zulke patiënten wel, ook al is er misschien ergens anders een noodgeval waar we dan niet heen kunnen. Maar mensen zouden best wat zelfredzamer mogen zijn.”
Er over praten
Als ambulance- of HAP chauffeur kom je regelmatig ingrijpende en confronterende situaties tegen. “Ik kan niet zeggen dat het went”, zegt Arna. “Het helpt wel dat je negen van de tien keer de mensen niet kent. Na een moeilijk bezoek praten we altijd even na in de auto. Daarna sluiten we het af en is het ook klaar.” Ook Jeanien vindt praten belangrijk. Ze merkt wel dat ze na al die jaren meer eelt op haar ziel heeft gekregen. “Al blijven er situaties die je raken, zoals pas een meisje van elf dat we naar het ziekenhuis hebben gebracht. De hulpverlening was goed verlopen en daar waren we blij om. Een paar dagen later las ik dat ze was overleden. Dat is moeilijk, maar dan weten we wel dat we er alles aan hebben gedaan. Dan kan je zo’n casus toch goed afsluiten.”
Mooi werk
Waarom ze dit werk zo graag doen? Arna noemt de afwisseling: “Je weet nooit wat er gebeurt en je moet snel kunnen schakelen. Het gaat van een kop koffie naar een reanimatie. Ik vind het fijn als mensen blij zijn dat ze geholpen worden. Of als er kinderen op de post komen. Die hebben vaak zulke leuke opmerkingen. Je komt echt van alles tegen. We gingen eens naar een vage melding over een meneer die hulp nodig had. Toen we daar aankwamen, was er eigenlijk niets aan de hand. Het ging om een ouder echtpaar, dat te maken had met dementie. Het bed bleek bevuild te zijn. De arts en ik hebben het verschoond. Dat hoort niet bij onze taken, maar je kunt het dan niet over je hart verkrijgen om weg te gaan. Natuurlijk hebben we meteen verdere hulp voor deze mensen ingeschakeld.”
Jeanien heeft het super naar haar zin met haar collega’s en vindt het fijn als ze mensen gerust kan stellen. “Het kan voor ons iets kleins lijken, maar mensen bellen niet zomaar. Wat ik ook leuk vind zijn de gesprekken die ik met familieleden heb als ze naast me in de auto zitten. Het is mooi om al die verschillende verhalen te horen, zeker als het oudere mensen zijn met veel levenservaring.”
“Ik kan niet tegen bloed”
Wat je nodig hebt om een goede ambulanceof HAP chauffeur te zijn? “Sociaal zijn, je groot rijbewijs hebben en tegen bloed kunnen”, somt Jeanien op. “Dat laatste geldt trouwens niet voor mij. Ik kan nergens tegen en ik vind alles vies, vooral pus.” Hoe gaat dat dan samen met haar werk? “Als we op de locatie komen neem ik de situatie in me op en gaat de werkmodus aan. Dan kan ik alles doen. Pas als we later in de auto zitten komt het weer terug en weet ik weer hoe vies ik het eigenlijk vond.” Arna noemt het belang van stressbestendigheid. “Voor deze baan moet je wel houden van spanning en uitdaging. En van autorijden uiteraard.
Affiniteit met de zorg is belangrijk, maar je hoeft geen zorgopleiding te hebben gedaan. Die doe je intern.”
Kleine geluksmomentjes
Ook buiten hun werk betekenen Arna en Jeanien graag iets voor anderen. Arna werkt als vrijwilliger bij Calando, Jeanien is vrijwilliger bij Stichting Still, die kosteloos fotoreportages maakt van onder andere stilgeboren baby’s. Dat is echt haar uitlaatklep. “Als ik me niet lekker voel, pak ik mijn camera en ga ik naar buiten. Je hebt iets nodig om geluk uit te halen naast alle ellende die er is. Dit zijn voor mij de kleine geluksmomentjes.”
Dit is een interview van de serie ‘In de schoenen van...’, waarin mensen meer vertellen over hun beroep. Hoe ziet hun werkweek er uit en wat maakt hun werk zo uitdagend? De interviews worden ook geplaatst op Eilanden-Nieuws Extra. Bent u ook enthousiast over uw beroep en wilt u daar graag over vertellen? Laat het ons dan weten via redactie@eilandennieuws.nl en wie weet nemen we contact met u op voor een interview.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 november 2023
Eilanden-Nieuws | 24 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 november 2023
Eilanden-Nieuws | 24 Pagina's