Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Joden waren een onderdeel van de eilandelijke samenleving

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Joden waren een onderdeel van de eilandelijke samenleving

Boek ‘Een verdwenen gemeenschap, Joods leven op Goeree-Overflakkee’ van Jan Both

5 minuten leestijd

MIDDELHARNIS – Tastbare herinneringen van de Joodse gemeenschap op Goeree-Overflakkee zijn er nog maar weinig. Drie begraafplaatsen – in Goedereede, Dirksland en Middelharnis – en nog wat attributen in het Streekmuseum, zoals de wandelstok van rebbe Slager, een fotoalbum, rituele messen van de sjocheet, de gevelsteen van de school en een hoedendoos uit de voormalige winkel van de familie Rood in Middelharnis. En een kleine zestig Stolpersteine, verspreid over het eiland, op de plekken waar de Joden woonden voordat de Duitsers ze tijdens de Tweede Wereldoorlog wegvoerden naar de vernietigingskampen.

Verder vrijwel niets. De titel ‘Een verdwenen gemeenschap. Joods leven op Goeree-Overflakkee’ is dan ook goed gekozen. Het boek, geschreven door archivaris Jan Both, verschijnt op 19 december. Het is een uitgave van het Streekmuseum Goeree-Overflakkee, waar het ook te koop (en nu al te reserveren) is. De prijs is 37,50 euro. Het kloeke boek in A4-formaat telt 230 pagina’s en is rijk geïllustreerd met foto’s, die veelal nog niet in eerdere publicaties zijn verschenen.

Het gruwelijke einde van de Joodse gemeenschap komt uiteraard prominent aan bod in ‘Een verdwenen gemeenschap’. Maar dat is lang niet het enige. Jan Both begint zijn boek met de komst van de Joden naar Goeree-Overflakkee.

Eerste Joden

“Eind achttiende eeuw kwamen de eerste Joden naar het eiland. Ze vestigden zich in Goedereede. Daar is ook de oudste Joodse begraafplaats”, vertelt de schrijver. “Gegevens over die periode zijn lastig te vinden. Je bent afhankelijk van de doop-, trouw- en begraafboeken van de kerk, en daar stonden de Joden niet in. Later ging de overheid de gegevens bijhouden. In 1811 moest iedereen een achternaam kiezen. De meeste bewoners op het eiland hadden er op dat moment al één, maar de Joden nog niet. Hun achternamen dateren uit het begin van de negentiende eeuw.”

Een sjoel

In de decennia daarna groeide de Joodse gemeenschap op Goeree-Overflakkee. “Rond het midden van de negentiende eeuw waren er honderdzestig Joden, verspreid over het eiland, maar vooral in Middelharnis, Sommelsdijk, Dirksland en Oude-Tonge. Ze kwamen aanvankelijk op verschillende plaatsen bij elkaar, tot ze in 1842 een echte sjoel stichtten, aan het Zandpad in Middelharnis. In eerste instantie gebruikten ze een deel van het gebouw als school, maar algauw was de sjoel te klein. In 1857 breidden de Joden het gebouw uit en bouwden ze ernaast een schoolgebouw. Daar woonde ook de rebbe, de voorganger en onderwijzer. Onder de school was een mikwe, een ritueel bad.”

Kooplieden

Veel Joden waren kooplieden en middenstanders. Ambachten oefenden ze van oudsher doorgaans niet uit, want de gilden stonden niet open voor Joodse mensen. “In het begin gingen ze met hun handel de boer op, als kramers. Soms begonnen ze een winkeltje in hun woning. Maar langzaam maar zeker zie je grotere winkels ontstaan. Zaken met aanzien, zoals de kledingwinkel van de familie Haagens aan het Zandpad. Die familie was groot, een ander familielid had een zaak aan het Achterdorp in Dirksland. Eveneens in Dirksland, aan de Voorstraat, had je de chique zaak van de familie Cohen. In Middelharnis was de familie Hartogs actief als juwelier. Een kleinere zaak met een vakman en, vanaf 1928, een grote winkel aan het Zandpad. In Sommelsdijk had je wel twee Joodse slagers.”

Zondagvereniging

Jan Both heeft het allemaal vastgelegd in zijn boek. En dat geldt ook voor de afname van de Joodse gemeenschap aan het eind van de negentiende eeuw. Mede door de Landbouwcrisis verlieten tal van bewoners het eiland om hun geluk elders te zoeken. Rond 1900 telde de Joodse gemeenschap nog ongeveer honderd personen.

Opvallend is de grote rol die eilandelijke Joden speelden in het verenigingsleven. Harry Haagens was een van de oprichters van voetbalvereniging Flakkee, die voor Joodse leden geen beletsel vormde omdat het een zondagvereniging was. Tot vlak voor de Tweede Wereldoorlog was Haagens voorzitter, terwijl zijn broer in het bestuur zat van gymnastiekvereniging Sparta Hygiëa.

Flakkees

“De Joden deden echt mee in het verenigingsleven en in de maatschappij”, concludeert Jan Both, al veronderstelt hij dat ook Goeree-Overflakkee niet geheel vrij zal zijn geweest van antisemitisme en dat het openen van winkels op zondag niet al te veel waardering geoogst zal hebben. “Wel waren de Joden op Goeree-Overflakkee redelijk orthodox, en dat paste dan wel weer bij het eiland. Soms waren er conflicten, maar over het algemeen zie je dat de Joden echt onderdeel waren van de samenleving, net als andere aparte groepen, zoals de rooms-katholieken. Men ging met elkaar om, ook in de schoolklassen, en sprak een woordje Flakkees. Redelijk wat Joden gingen naar de HBS of de ULO.

Holocaust

Vlak voor de Tweede Wereldoorlog telde de Joodse gemeenschap op Goeree-Overflakkee tussen de zestig en vijfenzestig mensen. Voordat het deporteren – in twee grote groepen – begon, waren enkele van hen al overleden en begraven op de Joodse begraafplaats in Middelharnis. Van de zevenenvijftig Joden die de Duitsers oppakten en wegvoerden overleefden zes mensen de Holocaust.

Foto’s en verhalen

In 1987 was er in het Streekmuseum Goeree-Overflakkee een expositie te zien over de Joodse gemeenschap op het eiland. Toen ontstond bij Jan Both de wens om zich erin te verdiepen. “Ik wilde er meer over weten. Hoe kwamen de Joden hier? Wat deden ze? Hoe was hun rol in de lokale samenleving?”

Hij ging artikelen lezen, onder andere van Teun de Waal en David Hoogzand, contacten leggen, foto’s en gegevens verzamelen. Het plaatsen van de Stolpersteine, een actie waarvoor Piet de Man uit Dirksland zich heeft ingespannen, leverde nieuwe foto’s en verhalen van nabestaanden op en zorgde voor een nieuwe impuls.

Multinationals

Jan Both is jarenlang bezig geweest met onderzoeken en verzamelen. Nu mondt de stroom van werkzaamheden uit in het boek ‘Een verdwenen gemeenschap. Joods leven op Goeree-Overflakkee’. Een publicatie waarin ook ruimte is voor verscheidene Joodse families die op het eiland leefden, waaronder families met telgen die aan de wieg stonden van multinationals als ENKA (later AKZO) en Unilever.

Parochet

Tastbare herinneringen aan de Joodse gemeenschap op Goeree-Overflakkee zijn er niet veel meer. De sjoel is gesloopt. We moeten het doen met drie Joodse begraafplaatsen, een kleine collectie attributen in het Streekmuseum en de Stolpersteine.

Toch is er nog iets overgebleven, al moet je er wel voor naar de synagoge in Leiden. Daar is het parochet – een voorhangsel waarachter de Thorarollen zich bevinden – te zien dat ooit in de synagoge van Middelharnis hing. Zoals ook op de cover van het boek is te zien.

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 december 2023

Eilanden-Nieuws | 24 Pagina's

De Joden waren een onderdeel van de eilandelijke samenleving

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 december 2023

Eilanden-Nieuws | 24 Pagina's