Een kus van Jezus' mond
Lezen: Mattheüs 6:19-22
Hebt u nog nooit gehoord van de Perzische koning die zijn raadsleden verschillende geschenken gaf? Zo gaf hij aan de één een gouden beker, maar aan een ander een kus. Alle leden van het hof waren jaloers op de man die de kus kreeg. Voor hen betekenden de bekers van goud, de sieraden en de zilveren juwelenkistjes minder dan niets vergeleken met dat bekende teken van koninklijke gunst. O, arme maar bevoorrechte heiligen, u kunt nooit jaloers zijn op degenen die gouden bekers van geluk bezitten wanneer u een kus van Jezus’ mond krijgt. U weet dat Zijn liefde beter is dan de hele wereld en het genieten ervan zal uw rijkdom vermeerderen. Hoe kunt u nog de ellende van afgunst voelen als u in Christus het beste deel bezit? Wie heeft er waterflessen nodig bij een rivier? Wie verlangt er naar kiezels als hij parels bezit?
Deze meditatie is ook gepubliceerd in Zondagen met Spurgeon, Apeldoorn, 2019. ISBN: 978 90 8718 1963.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 maart 2024
Eilanden-Nieuws | 24 Pagina's