Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Onderzoek naar behandeling Joden tijdens en vlak na de Tweede Wereldoorlog

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Onderzoek naar behandeling Joden tijdens en vlak na de Tweede Wereldoorlog

“Voormalige gemeenten gingen ver, soms heel ver, om de bezetter te helpen’’

7 minuten leestijd

GOEREE-OVERFLAKKEE - ‘Ik kon dat niet begrijpen.' Dat schrijft Debora Rood, als een paar jaar na de Tweede Wereldoorlog de synagoge in Middelharnis wordt omgebouwd tot ijssalon. De heilige plek voor een vrijwel uitgemoorde populatie op het eiland verwordt tot winkel. De zin uit de brief van Rood is de titel geworden van het 161-pagina’s tellende onderzoek naar ontrechting en rechtsherstel van Joodse burgers en hun bezittingen tijdens de Tweede Wereldoorlog. Gezeten aan de keukentafel licht drs. Betsy Biemond-Boer het onderzoek toe. Tactvol, want het onderwerp ligt nog steeds gevoelig.

Eerst enige context. Het is maart 2013 als in Amsterdam bij de digitalisering van een archief wordt ontdekt dat de gemeente na de Tweede Wereldoorlog zo’n driehonderd Joodse huiseigenaren een boete heeft opgelegd voor het in de oorlog niet betalen van erfpachtbelasting. De bal raakt aan het rollen en de ‘Verkaufsbücher’ worden gedigitaliseerd, waarin 7.000 transacties van Joods onroerend goed worden beschreven. Onderzoeksprogramma Pointer duikt erop en benadert alle gemeenten. In 2021 worden op Goeree-Overflakkee raadsvragen gesteld over dit onderwerp. Het jaar erop wordt (unaniem) door de gemeenteraad een motie aangenomen om onderzoek te doen naar de gemeentelijke houding en het rechtsherstel van Joodse inwoners. Januari 2023 geeft het college daartoe de opdracht, waarna het onderzoek in mei dat jaar start.

Uitvoering daarvan gebeurt door Biemond-Boer. De historica van het eiland hield zich al eerder bezig met het Joods verleden op Goeree-Overflakkee en had ook al contacten met enkele nazaten. “Ik vind het belangrijk om te benadrukken dat het geen van hen om geld gaat. Sterker nog, sommigen van hen waren juist bang voor dat dat de beeldvorming rondom dit onderzoek zou zijn. Maar het gaat om het aangedane onrecht, niet alleen tijdens maar ook ná de oorlog.’’ Bij het onderzoek hebben twee wetenschappers meegekeken, en heeft er een klankbordgroep (met daarin onder andere streekarchivaris Jan Both) meegelezen.

Op zolder

Het onderzoek werd vormgegeven aan de hand van vier vragen. Eerst is er gekeken naar hoe de vier voormalige gemeenten zijn omgegaan met de anti-Joodse maatregelen tijdens de oorlog. Ten tweede is onderzocht hoe het rechtsherstel na de oorlog plaatsvond. Als derde is gekeken of er na de oorlog nog boetes of naheffingen zijn opgelegd. En als laatste is onderzocht hoe andere gemeenten zijn omgegaan met de uitkomsten van dit onderzoek. “Er zijn inmiddels zo’n vijftig gemeenten die aan de hand van de eerste drie vragen hun onderzoek hebben vormgegeven. Dat maakt dat je de situatie kunt vergelijken: dit en dit was gebruikelijk, dat en dat wijkt af van het landelijke beeld.’’

“Het is vooraf een bewuste keuze geweest om te gaan voor volledigheid. Dus ik ben alle openbare archieven langs geweest om dingen uit te zoeken. Dit om kritiek achteraf, dat het beeld niet compleet is, te voorkomen. Al weet ik natuurlijk niet wat er nog bij mensen op zolder ligt. Maar ik durf wel te zeggen dat alle openbare informatie geraadpleegd is.’’ Naast het archiefonderzoek is gebruikgemaakt van interviews met nazaten en tijdgenoten.

“Dan krijgt het een persoonlijk gezicht. Het gaat niet over cijfers, maar over mensen. Dat gaf mij ook de motivatie om door te gaan met het onderzoek, al was het soms best zwaar. Bijvoorbeeld als je hele persoonlijke brieven leest of op één dag meerdere overlijdensaktes bestudeert.’’

Transportkosten

Kijkend naar de uitkomsten van het onderzoek valt op dat de vier voormalige gemeenten (heel) ver gingen om de bezetter te helpen. De Joodse zaken werden geregistreerd, vervolgens gesloten, de sleutels ingenomen en ten slotte gecontroleerd of de winkel toch wel echt gesloten was. Ook werd er netjes meegeholpen om de Jodentransporten te organiseren. Bitter detail daarbij is dat Joden via een ingesteld fonds zelf betaalden voor de transportkosten, op weg naar hun vernietiging. “Je leest het met de kennis van nu, dus de eerste dagen schrok ik regelmatig van wat ik las. Er was nog maar nauwelijks een half-Joods kind geboren en de burgermeester geeft dat al aan bij de Duitsers.’’ Uit het onderzoek blijkt dat dat vaak niet zozeer anti-Joods geïnspireerd was, maar uit angst voor de bezetter. “Zo van: ik doe mijn werk als burgemeester goed, mij hoef je niet te ontslaan.’’ Dat is in lijn met het landelijke beeld.

Wel zijn er enkele specifieke gevallen die opvallen. Bijvoorbeeld rondom slager Cohen uit Oude-Tonge. “Daar zit een NSBburgemeester die er doelbewust op uitgaat om de Joodse slager het dorp uit te krijgen. Je merkt dat er een aanleiding gezocht wordt om hem weg te krijgen. Dat lukt. Al in april 1942 – in juli dat jaar zijn pas de eerste Nederlandse deportaties – wordt de slager om onbekende redenen opgepakt en via Rotterdam naar concentratiekamp Mauthausen gebracht. Daar komt hij om. In juni 1942 bereikt het doodsbericht de burgemeester. Hij wéét dus wat de consequenties van zijn handelen zijn geweest. Zijn reactie op het overlijden is echter: ‘En nu zijn zoons.’ Het gezin duikt vervolgens onder.’’ Mevrouw Cohen en zoon Louis worden later alsnog opgepakt en komen om in respectievelijk Auschwitz en Vught. Zoon Jacob overleeft de oorlog.

‘Joodse inhaligheid’

Na de oorlog gaat keren de resterende Joden terug naar Goeree-Overflakkee. Ze worden er niet warm ontvangen. Het rechtsherstel duurt vaak lang en verloopt moeizaam. “Er zijn twee gevallen bekend waarbij het verzoek tot rechtsherstel uiteindelijk wordt ingetrokken, om onbekende redenen. In een derde geval lukt het uiteindelijk wel om rechtsherstel te krijgen. Als enige van het gezin overleeft Eva Gazan-Meuleman uit Dirksland de oorlog. Haar schoonouders uit Sommelsdijk, haar zwagers, schoonzussen en neefjes en nichtjes uit Middelharnis worden allemaal vermoord, net als alle andere Dirkslandse Joden. De auto van het gezin Gazan is in de oorlog in beslag genomen door de Wehrmacht, hun winkel gesloten en hun huis verkocht. Ondanks dat ze de enige erfgenaam is staat pas in 1952 het huis weer op haar naam. Maar voor het schuurtje is een andere rechtszaak nodig, die pas in 1955 wordt afgerond. De oorlogskoper beschuldigt haar dan – tien jaar na de oorlog – van ‘Joodse inhaligheid’. Vrijwel direct na het terugkrijgen van het schuurtje klopt bovendien de gemeente bij haar aan: het schuurtje vormt een gevaar voor de verkeersveiligheid en moet dus worden afgebroken.’’

“Met de ogen van nu is het rechtsherstel kil en bureaucratisch. Er wordt eigenlijk verwacht van de nabestaanden dat zij tot een minnelijke schikking komen. Soms krijgen ze hun pand uiteindelijk terug, in andere gevallen (als ze het pand niet meer terug willen) betaalt de oorlogskoper alsnog voor het pand.’’ De gemeenten hebben zelf geen Joods onroerend goed gekocht in de oorlog.

Wel hebben de gemeenten Middelharnis en Dirksland een aantal Joodse panden gehuurd. Na de oorlog komen er geen boetes of naheffingen van achterstallige belastingen meer. “Om de simpele reden dat dat niet nodig was: alle huren waren voldaan. Bij het rechtsherstel werden de Joodse eigenaren of hun nabestaanden geacht alle belastingen met terugwerkende kracht aan de oorlogskoper te vergoeden. Er was dus niets om na te heffen.’’ Na de oorlog ging alle aandacht uit voor de wederopbouw. Daarbij was weinig oog voor de Joodse terugkeerders en nazaten.

Oordeel vellen

De waarde van het onderzoek ligt volgens Biemond-Boer niet in eventuele financiële consequenties, maar om recht vinden en het rechtdoen. En het gezien worden van het leed, dat de nazaten ook nu nog ervaren. “Zelf kunnen de weggevoerde Joodse eilanders nooit meer spreken.’’

Ze benadrukt dat het doel nadrukkelijk niet is om een oordeel te vellen. “Als ik in die tijd geleefd, had ik het beter gedaan? Het is makkelijk om te focussen op bepaalde personen die dubieus of ronduit verkeerd gehandeld hebben. Maar feit is dat het met elkaar is gebeurd. Van de 63 Joodse eilanders hebben er slechts zes de oorlog overleefd. Een overlevingspercentage dat nog lager ligt dan het toch al lage Nederlandse gemiddelde. Nu zeggen we: onbegrijpelijk, hoe kon dat gebeuren? Maar het ís gebeurd.’’

Nederlandse gemeenten die het onderzoek hebben laten uitvoeren, gaan daar op verschillende manieren mee om. “Sommige richten een herdenkingsplek in, anderen maken een website over het Joodse verleden in de gemeente… Van belang is in ieder geval het verhaal te blijven vertellen. Zelf heb ik me gericht op het historische onderzoek, en ik wil niet de gemeente nu gaan vertellen wat ze moeten doen; ik wil het niet politiek maken. Desgevraagd betrokken zijn en meedenken doe ik wel graag, samen met de klankbordgroep.’’ De gemeente Goeree-Overflakkee heeft aangegeven open te staan voor initiatieven. De bekende nabestaanden van de Joodse inwoners hebben een papieren versie van het boek gehad. Biemond-Boer: “Wat mij betreft komt dit ook in de boekhandel te liggen. Dit hoofdstuk mag nooit vergeten worden.’’

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 oktober 2024

Eilanden-Nieuws | 20 Pagina's

Onderzoek naar behandeling Joden tijdens en vlak na de Tweede Wereldoorlog

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 oktober 2024

Eilanden-Nieuws | 20 Pagina's