Discussie over zondagopenstelling winkels laait weer op

Eerder dit jaar kreeg de gemeente een verzoek van de Albert Heijn in Ouddorp om de winkeltijdenverordening aan te passen zodat de winkel ook op zondag open kan. De gemeente zou niet eenduidig omgaan met het verlenen van vrijstellingen, aldus de jurist van de supermarkteigenaar. De jurist vraagt zich af waarom de zondagsrust zwaarder weegt voor de Albert Heijn of een schoenenwinkel in het centrum dan voor andere winkels, die wel vrijstelling krijgen om op zondag open te zijn, bijvoorbeeld winkels in de kustzone, snackbars, musea en winkels in verzorgingstehuizen. Een grotere supermarkt aan de Westerweg is op zondag geopend. Die ligt dan wel weer in de toeristische kustzone. De franchisenemer van Albert Heijn dreigt de schade die zij lijdt door het niet verlenen van de ontheffing te verhalen op de gemeente.

Na een eerste afwijzing ging AH in beroep, waarna de gemeente BRO Adviseurs inschakelde voor advies. Die concludeerde in haar rapport: "De winkeltijdenregeling voldoet aan de eisen van de Dienstenrichtlijn. Ze discrimineert niet naar nationaliteit, ze streeft dwingende redenen van algemeen belang na (noodzakelijkheid) en ze is effectief (evenredigheid)."

Statement

Hoewel dus de mening werd gevraagd over het verzoek van de Albert Heijn en de reactie van de gemeente hierop, greep Weydema (VVD) de gelegenheid om het VVD-standpunt in te brengen over de zondagopenstelling van winkels op het eiland. Hij sprak van een "fundamentele onrechtvaardigheid in het verbieden van zondagopenstelling voor sommige ondernemers, terwijl anderen wél op zondag open mogen zijn". De VVD vindt dat de keuze om een winkel op zondag te openen bij de ondernemer zelf hoort te liggen. "Het gemeentebestuur dient een gelijk speelveld te creëren voor alle ondernemers op Goeree-Overflakkee. Het onderscheid dat nu wordt gemaakt tussen kustgebied, toerisme en het centrum van Ouddorp, is in onze ogen kunstmatig en niet langer houdbaar." Weydema sprak van Goeree-Overflakkee als "de laatste der Mohikanen" als het over zondagopenstelling gaat. Daarbij verwees hij naar een publicatie van het Reformatorisch Dagblad, waarin werd beschreven dat van de 355 gemeenten in Nederland maar liefst 322 een zondagopenstelling of koopzondag hebben ingevoerd. Van den Berg (ChristenUnie) haakte hierop in: "Ik ben blij dat we de laatste der Mohikanen zijn. Veel mensen waarderen de zondagsrust juist. Als er één winkel open gaat, dan gaan er een heleboel open, dat heeft gevolgen. Wat ons betreft koesteren we de zondagsrust nog zo lang mogelijk."

Niet de discussie

Verlegh (D66) miste de onderbouwing voor die dwingende reden, volgens hem was in gesprek gaan met belanghebbenden een betere stap geweest. Daarmee verlegde hij net als Weydema de discussie naar de achterliggende nota zondagsrust, die niet ter discussie stond. Daar werden beide heren op gewezen door Kasteleijn (SGP). "Het gaat hier om een juridisch vraagstuk en in de bijdrage van Weydema en Verlegh leek het ineens te gaan over of we de zondagsrust wel of niet gaan respecteren. We moeten ons beperken tot het agendapunt: de technische vraag of de winkeltijdenverordening in strijd is met de dienstenrichtlijn, ja of nee. Volgens mij ligt er nu een gedegen advies waarbij gesteld wordt dat dit niet zo is."

Verlegh merkte op dat hij zijn bijdrage eindigde met het proces hoe tot dit besluit is gekomen en herhaalde zijn oproep aan de gemeente om met alle belanghebbenden aan tafel te gaan om tot een gedragen compromis te komen. Kasteleijn: "De stelling van Albert Heijn is dat de winkeltijdenverordening in strijd zou zijn met de dienstenrichtlijn. Daar gaat het nu over. Wat de heer Verlegh bedoelt, is een fundamenteel ander debat, namelijk hoe willen wij in deze gemeente omgaan met zondagsrust. Aan het begin van deze coalitieperiode hebben we besloten dat de nota zondagsrust onverkort in stand blijft, dus ik zie geen aanleiding voor dat debat. Het zal ongetwijfeld zorgen voor verkiezingsretoriek, maar dat zien we in 2026 wel weer." Keijzer-Westhoeve (CDA) sloot zich daarbij aan: "Het advies is klipen-klaar, wij zien geen noodzaak om zondagsrust nu ter discussie te stellen."

Wethouder Van Putten liet weten dat de juridische route is bewandeld "omdat er een juridische vraag is gesteld. We zijn ervan overtuigd dat de verordening die wij gehanteerd hebben op basis van de besluiten die u eerder heeft genomen juist en correct is." De wethouder erkende dat er tegelijk een vraagstuk achter ligt. Hoe dat verder gaat "zal de toekomst uitwijzen".

D66 wilde toch stemming over het voorstel. Naast D66 stemden ook SDP en de VVD tegen, waarmee het voorstel met een ruime meerderheid werd aangenomen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen