Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

ISIS: Ontstaan en Bedoelingen -1-

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

ISIS: Ontstaan en Bedoelingen -1-

31 minuten leestijd Arcering uitzetten

In dit artikel zullen allereerst een tweetal vragen beantwoord worden, namelijk wat een kalifaat is en wat het verschil is tussen soennieten en sjiieten. Daarna gaan we in op het ontstaan en de bedoelingen van de mohammedaanse terreurbeweging ISIS en haar zelfverklaarde staat, de ‘Islamitische Staat’ of veelal kortweg IS.

In 2014 is ISIS als een komeet op het wereldtoneel verschenen. Eerder had bijna niemand van deze terroristen gehoord en nu zijn ze bijna dagelijks in het nieuws, terwijl ze bij velen door hun barbaarse, gewelddadige opmars en hun afschuwelijke terreur- en bomaanslagen (onder andere in Parijs en Brussel) gevoelens van angst en verbijstering oproepen. In een volgend artikel hopen we hun opzienbarende opmars en het leven binnen het zelfuitgeroepen kalifaat aan de orde te stellen. Daarbij zal dan de in januari verschenen publicatie van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties onder de titel Leven bij ISIS, de mythe ontrafeld 1 betrokken worden.

Kalifaat

Het woord kalifaat is afgeleid van een Arabisch woord dat ‘opvolgerschap’ betekent. Een kalifaat is een staat die geregeerd wordt door een kalief die zichzelf als een opvolger van Mohammed beschouwt en bijna altijd beweert een afstammeling van Mohammed te zijn. Meestal gaat het om erfelijke opvolging (dynastieke monarchie), maar ook is een zogenaamd republikeins kalifaat of ‘kieskalifaat’ mogelijk, waarbij een kleine groep uit zijn midden een nieuwe kalief kiest. Een dergelijke staat claimt de politieke erfenis van Mohammed en wil een thuis bieden aan alle mohammedanen en hen verenigen, kortom het symbool zijn van de mohammedaanse eenheid wereldwijd, de oemma.

Hoofdkalifaten

In de geschiedschrijving wordt wel onderscheid gemaakt tussen hoofdkalifaten en tegenkalifaten. We noemen hier de algemeen erkende vroegere hoofdkalifaten: het kalifaat van de Rashidun, van de Omajjaden, van de Abbasiden, van de Mammeluken en van de Ottomanen.

Het eerste kalifaat is het Rashidun-kalifaat (632-661) direct na de dood van Mohammed met vier kaliefen die volgens de mohammedaanse traditie de ‘rechtgeleiden’ (rashidun) waren. Deze kaliefen werden gekozen zodat dit kalifaat ook het Republikeinse kalifaat wordt genoemd. Het waren vier familieleden van Mohammed: Abu Bakr (schoonvader), Omar (ook schoonvader), Oethman (schoonzoon) en Ali (schoonzoon en neef). Dit mohammedaanse rijk verkreeg door geweld, oorlog en bloed een aanzienlijke omvang.

De vierde kalief Ali werd in 661 vermoord en de familie van de Omajjaden (661-750) greep naar de macht, waarbij Damascus in plaats van Mekka de nieuwe hoofdstad werd. Dit Omajjaden-kalifaat wordt ook wel het Kalifaat van Damascus genoemd, waarbij vanaf nu sprake was van erfelijke opvolging. Eveneens door bloedige oorlogen nam het rijk een enorme omvang aan en dreigden de mohammedanen na verovering van heel Noord-Afrika zich zelfs van Europa meester te maken, totdat ze in Frankrijk bij Poitiers (732) werden teruggedreven.

De Abbasiden kwamen in 750 in opstand tegen de Arabische Omajjaden, vooral omdat zij zich als Perzen minderwaardig behandeld voelden. De mohammedaanse kunst en wetenschap bloeiden in dit Abbasiden-kalifaat (750-1258) en Bagdad werd de nieuwe hoofdstad. Vandaar dat dit rijk ook het Bagdad-kalifaat wordt genoemd. In 1258 verwoestten Turkse slaven in dienst van de Egyptische sultan, de mammeluken, Bagdad. Het Mammeluken-kalifaat (1258-1517) was echter klein in vergelijking met de vorige kalifaten.

In 1517 namen de Ottomanen de macht over van het Mammeluken-kalifaat. In 1453 hadden zij al het Christelijke Constantinopel (Istanboel) ingenomen. Weer dreigde Europa door de mohammedaanse Turken bezet te worden. Maar bij Wenen werden zij in 1529 tegengehouden en in 1683 daar verslagen. Vanaf dit moment zette het verval van het Ottomaanse Rijk in. De Turkse leider Atatürk schafte in 1924 het kalifaat af en voerde de scheiding van kerk en staat in.

Het kalifaat van ISIS

Op 29 juni 2014 wordt door de mohammedaanse terreurbeweging ISIS een kalifaat uitgeroepen, namelijk de Islamitische Staat of kortweg IS. ISIS staat voor Islamitische Staat in Irak en al-Sham, waarbij dit laatste letterlijk betekent Levant (de oude naam voor het gedeelte direct ten oosten van de Middellandse Zee, waarvan Syrië en Irak deel uitmaken). De Amerikanen duiden deze beweging daarom ook aan met de afkorting ISIL, terwijl de Arabische wereld spreekt van Daesh naar de verkorting van de Arabische naam. Toen ISIS in 2014 het kalifaat uitriep, sprak deze terreurgroep van de Islamitische Staat (IS) en wilde ook zo genoemd worden. Echter geen enkel land erkende deze terroristenstaat. Om deze laatste reden heeft de journaliste Judit Neurink, die enigermate als ooggetuige van een en ander kan gelden en een tweetal boeken over haar waarnemingen geschreven heeft 2 , bezwaar om deze intussen gangbare afkorting te gebruiken. Hiertegen kan worden ingebracht dat een staat niet afhankelijk is van algemene, internationale erkenning. 3 De journalist Hans Jaap Melissen, die een bestseller over ISIS schreef, maakt er zich vanaf met de opmerking dat hij voor de duidelijkheid deze terreurgroep met IS aanduidt. 4 Het bezwaar van Neurink is echter niet geheel zonder grond. Ook een officiële instantie als de AIVD alsook verscheidene buitenlandse media maken alleen van de afkorting ISIS gebruik. Wij zullen hen in dit artikel hierin volgen.

Verscheidenheid

Het was onder anderen de oudvader ds. S. Oomius (1630-1706) die in de zeventiende eeuw in zijn standaardwerk Het Geopende en Wederleyde Muhammedisdom of Turckdom 5 ondanks de gebrekkige toenmalige kennis over het mohammedanisme vaststelde dat er een grote verscheidenheid binnen het mohammedanisme was. Groter dan binnen het toenmalige Christendom 6 . Ook wees hij op de “dodelijke haat” 7 tussen de Turken (soennieten) en de Perzen (sjiieten). Overigens is deze verscheidenheid goed te begrijpen omdat van de koran moet worden vastgesteld dat het een menselijk boek is met de duivel als uiteindelijke auteur. Het staat vol met tegenstrijdigheden, zodat elke ketter zijn letter maar heeft uit te zoeken. Geldt dit laatste van de Bijbel dan niet? In zoverre niet dat de Bijbel zichzelf niet kan tegenspreken omdat God de Heilige Geest als de Auteur de eenheid waarborgt. Zij allen die in waarheid door die Geest geleid worden, zullen toch allereerst op de cruciale hoofdpunten een eenheid kennen die nauwer en sterker zal zijn naar de mate waarin het de Heere behaagt, het licht van Zijn Geest te schenken. Dat is de ware oecumene, de algemeen Christelijke Kerk, waarvan zij alleen lid zijn die door wedergeboorte het licht van die Geest als de derde Persoon in het Goddelijke Wezen zaligmakend hebben mogen ontvangen. Alleen in die Kerk wordt de ware eenheid gevonden, zoals Christus als de tweede Persoon in het Goddelijke Wezen voor hen bij de eerste Persoon, Zijn Vader, in Johannes 17 vers 20 bidt: Opdat zij allen één zijn, gelijkerwijs Gij, Vader, in Mij, en Ik in U, dat ook zij in Ons één zijn, opdat de wereld gelove dat Gij Mij gezonden hebt.

Wanneer we dus nu wat willen schrijven over de twee hoofdstromingen binnen het mohammedanisme, kan dat gezien de enorme verscheidenheid alleen maar zeer algemeen zijn. Dat is daarbij dan ook toegesneden op het vervolg van dit artikel, het kalifaat van ISIS.

De twee grootste stromingen binnen het mohammedanisme zijn het soennisme en het sjiisme. Het soennisme heeft de meeste aanhangers: ongeveer vijfentachtig procent van de anderhalf miljard mohammedanen in de wereld is soenniet. Tien tot vijftien procent van de mohammedanen is sjiiet. ISIS is een salafistische stroming binnen het soennisme.

Soennisme en sjiisme

Deze twee hoofdstromingen ontstonden door onenigheid over de opvolging van Mohammed. Ondanks het feit dat Mohammed negen vrouwen had, had hij geen mannelijke opvolger. Na Mohammeds dood in 632 werd geen directe afstammeling tot opvolger gekozen, maar achtereenvolgens twee van Mohammeds schoonvaders Abu Bakr en Omar en een schoonzoon Oethman. Deze laatste werd in 656 door enige Arabische militairen die Ali als directe afstammeling van Mohammed begeerden, tegen de wil van Ali in vermoord.

Ali was een neef van Mohammed via zijn dochter Fatima Zahra. Hij werd in 656 de vierde opvolger van Mohammed en daarmee de vierde kalief. Een zeer onrustige tijd van scheuringen en burgeroorlogen brak nu echter aan. Ali kreeg veel tegenstand en in 661 werd ook hij weer vermoord. Daarop werd zijn oudste zoon als opvolger vergiftigd, terwijl zijn tweede zoon imam Hoessein in 680 werd onthoofd. Met de moord op imam Hoessein als kleinzoon van Mohammed vond de definitieve scheiding plaats.

De soennieten geloven in vier kaliefen, van wie Ali dus de vierde kalief is, en zij zijn van mening dat een opvolger iemand met kennis en statuur moet zijn. Daarom werd Abu Bakr de eerste opvolger van Mohammed. Deze was een nauwe vriend en raadgever van Mohammed. Het woord ‘soenna’ betekent traditie. Naast de koran is daarom de ‘hadith’, verzameling overleveringen van de uitspraken, daden en goedkeuringen van Mohammed, van groot gezag. De soennieten kennen daarbij ook vier belangrijke rechtsscholen (Hanafi, Hanbali, Maliki en Shafi’i), die over bepaalde vragen aangaande de sharia (mohammedaanse wet) uitspraken doen en daarbij weer van elkaar kunnen afwijken. Al-Qaida en ISIS behoren tot de Hanbali-rechtsschool, die stelt dat iedereen hetzelfde moet geloven. De imam is niet meer dan de leider van het vrijdagse gebed in de moskee en deze mag de koran niet (her)interpreteren. Ook denken zij veelal anders dan de sjiieten over al- Mahdi, die wel zal terugkeren, maar geen kleinzoon van de profeet is. Beide stromingen zien wel uit naar zijn wederkomst voorafgaand aan de oordeelsdag. De Omajjaden en de Abbasiden waren soennitische vorstenhuizen die volgens andere mohammedaanse stromingen te veel invloed op de leer en het leven hebben uitgeoefend, bijvoorbeeld op de keuze van de bronnen voor de hadith.

De sjiieten zijn voor erfelijke opvolging in de lijn van Mohammed. Daarom had in hun visie Ali als echte afstammeling van Mohammed de eerste kalief moeten zijn. Zij verwerpen dus de eerste drie kaliefen omdat zij geen directe afstammelingen van Mohammed zijn. Mohammed zelf zou Ali als zijn opvolger aangewezen hebben. Ali zou ook de enige persoon zijn die in Mekka in de Kaäba geboren zou zijn. Sjiisme betekent letterlijk volgeling van Ali. Hij behoort volgens hen samen met Mohammed en zijn dochter Fatima Zahra en de twaalf opvolgers van Ali, de twaalf imams, als afstammelingen van Mohammed tot de veertien ‘Onfeilbaren’, die zondeloos zouden zijn. De imam kent een hoge positie en mag de koran wel (her)interpreteren. Daarom moet iedere sjiiet een imam kiezen en hem volgen. Ook de sjiieten kennen aan de soenna (traditie) groot gezag toe, maar zij hebben weer veelal een eigen bronnenkeuze voor de hadith en hechten minder waarde aan de vroege teksten van de koran. De ayatollah als priester heeft een sterke positie zodat de sjiieten wel de rooms-katholieken binnen het mohammedanisme worden genoemd. In oktober wordt tien dagen lang de martelaarsdood van imam Hoessein in 680 herdacht, wat soms met zelfkastijding gepaard gaat om het lijden van Hoessein mee te helpen dragen. Alle imams zijn de marteldood gestorven behalve de twaalfde imam al-Mahdi, die plotseling is verdwenen. De imam en het martelaarschap spelen daarom ook een belangrijke rol binnen het sjiisme. Men gelooft dat al-Mahdi als kleinzoon van Mohammed samen met de profeet Isa (Jezus) eens zal terugkeren om de vrede en gerechtigheid op aarde te brengen. Binnen het sjiisme zijn ook verschillende rechtsscholen en allerhande onderstromingen. Sjiieten hebben een meerderheid in Iran, Irak, Libanon, Azerbeidzjan en Bahrein.

Salafisme

Het salafisme is een radicale, fundamentalistische stroming binnen het soennisme. Het Arabische woord ‘salaf’ betekent voorganger of voorouders. Zij willen onvoorwaardelijk terugkeren tot het oorspronkelijke mohammedanisme van Mohammed en zijn metgezellen en de twee generaties daarna. Daarom heeft de huidige leider van de salafistische terreurgroep ISIS de naam van de eerste kalief Abu Bakr, die een vertrouweling en adviseur van Mohammed was, ook overgenomen: Abu Bakr al-Baghdadi. Zo letterlijk als mogelijk volgen zij de koran en soenna na in de scheiding tussen mannen en vrouwen en in de voorschriften op alle gebied, zoals kleding, voedsel, gebed en economie. Een zeer strikte naleving van de wetten zoals de bedoelde voorgangers die zouden hebben ingezet, is het gevolg. Mensverheerlijking is verboden en foto’s van mensen worden daarom meestal niet toegestaan. Het vieren van verjaardagen en allerlei niet godsdienstige feesten is verboden, terwijl de democratie als strijdig met het mohammedanisme wordt beschouwd. Iedereen die hiervan afwijkt, is een ongelovige, zodat sjiieten of liberale soennieten als afvalligen worden gezien. Men kan deze stroming beschouwen als de meest orthodoxe binnen het mohammedanisme. ISIS is er een duidelijke exponent van. Hierbij gaat het dan weer om zogenaamde jihadistische salafisten, de meest gewelddadige onderstroming die het als een heilige plicht ziet zich te verdedigen tegen elke aanval, waartoe beledigingen bijvoorbeeld door middel van spotprenten ook behoren. Geweld ter verbreiding van het mohammedanisme is veelal geoorloofd. Jihad betekent letterlijk ‘inspanning gericht op het bereiken van een bepaald doel’. Men onderscheidt een innerlijke of grote jihad en een uiterlijke of kleine jihad. De grote jihad is de innerlijke strijd tegen de verleidingen en het eigen ik, terwijl de kleine jihad niet alleen de defensieve oorlog omvat, maar volgens sommige rechtsscholen in navolging van de eerste kaliefen ook de offensieve aanval ter verbreiding van het mohammedanisme onder verantwoordelijkheid van een imam of kalief. Het jihadistische salafisme van ISIS predikt de kleine jihad als een plicht voor elke rechtgeaarde mohammedaan.

Het wahabisme dat in Saoedi-Arabië en sommige Golfstaten wordt aangehangen, wil ook terug naar de koran en de soenna en is weer een andere stroming binnen het salafisme. Het hoeft niet gewelddadig te zijn, maar stelt zich wel vijandig op tegen het Westen en tegen het sjiitische Iran. Het probeert via financiële steun aan mohammedaanse instellingen en aan de bouw van moskeeën het mohammedanisme in het Westen te verbreiden.

Als afsplitsing van het sjiisme moeten nog genoemd worden de Arabische alawieten of alavieten, genoemd naar Ali (niet te verwarren met de Turkse alevieten). Zij vormen een belangrijke minderheid in Syrië omdat de militaire en bestuurlijke elite daartoe behoort, bijvoorbeeld de Syrische president Bashar al-Assad. Zij erkennen de twaalf imams, maar zien de sharia voor hen als afgeschaft en geloven in een wederkeer van Ali. Zij kunnen zich zeer goed aanpassen.

Het ontstaan van ISIS: Sykes-Picotverdrag

Om het huidige, uiterst ingewikkelde conflictgebied van het Midden-Oosten en het ontstaan van ISIS daarin enigszins te kunnen begrijpen, moeten we terug naar de tijd van de Eerste Wereldoorlog. De Britten hadden aan de Arabieren zelfstandigheid beloofd als zij bereid waren om tegen het Ottomaanse Rijk in opstand te komen. Tegelijk hadden zij de Joden zelfstandigheid in Palestina beloofd. Wat gebeurde echter? Groot-Brittannië en Frankrijk besloten in 1916 in het geheim het Midden-Oosten onder elkaar te verdelen, waarmee Italië en Rusland akkoord gingen. In 1920 kwam deze verdeling bij de conferentie van San Remo in Italië grotendeels tot stand in het zogenaamde Sykes-Picotverdrag, dat met de gedane beloften aan beide partijen weinig rekening hield. Frankrijk kreeg de kuststrook van Noord Syrië en Libanon met de steden Beiroet, Aleppo en Damascus, terwijl de Britten de kop van de Perzische Golf (Irak) kregen met de grote steden Mosoel, Bagdad en Basra. Een groot deel van het Midden-Oosten werd opgedeeld in Engelse en Franse invloedssferen, waarbij beide landen de controle wilden houden over de toegang tot de olievelden. Engeland had de toegang tot de olie in de Perzische Golf en Frankrijk kreeg de controle over Syrië en een meerderheidsaandeel in de Turkse Aardolie Maatschappij. Palestina kwam onder internationaal bestuur. Tot aan de dag van vandaag is na het Arabisch in Jordanië, Saoedi-Arabië en Irak het Engels en in Libanon en Syrië het Frans de belangrijkste taal. De onafhankelijkheid van de Arabische staten werd niet erkend. Officiële bekrachtiging door de Volkenbond van deze regeling vond in 1922 plaats. Een zeer dubieus koloniaal bewind volgde, waarbij opstanden bloedig werden neergeslagen.

Een andere zaak was dat bij het vaststellen van de grenzen door de betreffende mogendheden nauwelijks rekening was gehouden met bestaande aardrijkskundige grenzen en de verschillen tussen de Arabische stammen en volkeren. Het ging om een zuiver kunstmatige verdeling en oprichting van staten. Zo bestond er voor de Eerste Wereldoorlog geen Irak, maar wel drie provincies in het Ottomaanse Rijk, namelijk Mosoel, Bagdad en Basra. In het noorden vormden de Koerden de meerderheid, in het midden soennitische Arabieren en in het zuiden sjiitische Arabieren. De bekende Saddam Hoessein (1937-2006) was van 1979 tot 2003 president van Irak, maar onderdrukte als soennitische dictator de Koerden en sjiieten. De regering van de latere sjiitische premier Nouri al-Maliki (2006-2014) deed niet veel beter en onderdrukte op haar beurt de Koerden en soennieten. Dit dreef vele soennieten in hun oppositie tegen Maliki in de armen van ISIS.

Het koloniale bewind en de kunstmatige verdeling, die de etnische verschillen en de bestaande grenzen miskende, werden de bron voor eindeloze conflic-ten en een steeds groter wordende afkeer tegen het Westen. Dit bijna honderdjaar oude verdrag heeft tot aan de dag van vandaag zeer ingrijpende gevolgen gehad voor het huidige Midden-Oosten. Een van de doelstellingen van ISIS is het om dit verdrag teniet te doen. Bij zijn eerste openbare toespraak op vrijdag 4 juli 2014, vijf dagen na het uitroepen van het kalifaat, zwoer Abu Bakr al-Baghdadi in de Grote Moskee in Mosoel openlijk dat dit gezegende offensief niet zal stoppen voor de laatste nagel in de doodskist van de Sykes-Picotsamenzwering geslagen is. 8

Het jaar 1979

Het jaar 1979 is een zeer ingrijpend jaar geweest. In dit jaar ondertekende de Egyptische president Anwar Sadat de Camp Davidakkoorden (1978) in Washington. Egypte sloot daarmee als eerste Arabische land vrede met Israël. Twee jaar later werd hij vermoord tijdens een militaire parade door leden van de Egyptische Islamitische Jihad (een soennitische terreurgroep).

In 1979 werd de sjah van Perzië, die zeer westers was ingesteld, van de troon gestoten nadat de Perzische bevolking per referendum voor een mohammedaanse republiek had gekozen met aan het hoofd de sjiitische ayatollah Khomeini, die de nieuwe Islamitische Republiek Iran in een streng mohammedaans land veranderde, een zogenaamde mohammedaanse theocratie.

In 1979 trok in Irak de soenniet Saddam Hoessein de absolute macht naar zich toe en werd president. Hij was een vooraanstaand lid van de Ba’ath-partij en werd haar leider; een overigens seculiere, nationalistische en socialistische partij. Hij bouwde het leger op en onderdrukte door middel van een schrikbewind elke tegenstand, vooral die van de Koerden en sjiieten. Van 1980 tot 1988 volgde een bloedige, mohammedaanse ‘broederoorlog’ met het sjiitische Iran van Khomeini. In 1990 bezette hij Koeweit, waaruit hij door een internationale coalitie onder leiding van Amerika weer snel werd verdreven (Golfoorlog 1990-1991).

Eind 1979 viel Rusland Afghanistan binnen, maar het moest zich tien jaar later verslagen weer uit het land terugtrekken. De mohammedaanse verzetsstrijders hielden staande; zij heten ‘moedjahedien’, wat betekent: mensen die jihad deden ter redding van het mohammedanisme. Het waren diverse groepen die de ‘goddeloze’ bezetters uit Afghanistan wilden verdrijven. Amerika hielp deze Afghaanse strijders aan wapens. Een van de leiders was een rijke, radicale Saoediër met de naam Osama bin Laden (1957- 2011). Hij was als terrorist verantwoordelijk voor de aanslagen in Amerika in 2001 en werd de oprichter van de soennitische terreurorganisatie al-Qaida. Al- Qaida betekent ‘basis’ en die ligt dus oorspronkelijk in Afghanistan (officieel opgericht in 1988 bij het vertrek van de Russen).

Algemeen wordt het jaar 1979 als de geboorte van het huidige mohammedaanse radicalisme en jihadisme beschouwd, waaruit ISIS zou ontstaan.

Al-Qaida: Osama bin Laden en al-Zarqawi

De meeste Afghaanse verzetsstrijders waren afkomstig van verschillende stammen in Afghanistan, maar ook kwamen ze uit andere mohammedaanse landen. Osama bin Laden was de zoon van een rijke Saoedische zakenman. Hij sluisde geld en wapens naar Afghanistan. Na de verdrijving van de Russen belandde het land in een chaos vanwege de elkaar bevechtende lokale krijgsheren van de verschillende stammen. Het gelukte de taliban (betekenis: ‘studenten’) aan de macht te komen. Dit waren jonge mensen die in het buurland Pakistan op mohammedaanse scholen in een zeer orthodox mohammedanisme waren opgeleid. Leider werd Mohammed Omar (1960-2013?; moellah Omar), die het land Islamitisch Emiraat Afghanistan (1996-2001) noemde en zich zelf tot emir van de nieuwe staat verhief. Osama bin Laden zwoer in 2001 trouw aan Mohammed Omar, die weigerde om hem aan Amerika uit te leveren na de terreuraanvallen van 11 september 2001. Moham-med Omar werd na de inval van Amerika in Afghanistan van 2001 gedwongen ondergronds te gaan en is waarschijnlijk in 2013 aan een ziekte gestorven.

Toen Saddam Hoessein Koeweit vanwege zijn oliereserves binnenviel (1990) en teruggedreven werd door een coalitie van Saoedi-Arabië en Amerika beschouwde Osama bin Laden dit als de zoveelste invasie van westerse, naar olie dorstende kruisvaarders. In Saoedi-Arabië bouwde hij al-Qaida verder op. Hij werd echter gedwongen om naar Sudan te vluchten (1992), van waaruit hij tevergeefs probeerde de Egyptische president te vermoorden. Hij moest weer verder vluchten en keerde terug naar Afghanistan.

In 1998 liet hij een fatwa (een religieuze verordening) uitgaan dat elke mohammedaan de plicht had de Amerikanen te vermoorden. Dit leidde onder andere tot de afschuwelijke aanvallen op de Twin Towers van het World Trade Center (11 september 2001), zodat nu iedereen wist van Osama bin Laden en al-Qaida. Vooral na de inval van Amerika in Afghanistan vestigde al-Qaida zich in vele delen van de wereld. Osama bin Laden werd in 2011 door Amerikaanse elitetroepen gedood.

In 2003 werd de soennitische dictator Saddam Hoessein door Amerika ten val gebracht en kregen de sjiieten de macht in Irak in handen. De Amerikanen begingen de fout om alle leden van de Ba’ath-partij te ontslaan en iets later het hele Iraakse leger. De ontevredenheid onder de soennieten tegen de Amerikanen en later ook tegen de nieuwe regering van de sjiitische premier Maliki groeide. Maliki deed qua corruptie en onderdrukking voor Saddam Hoessein niet veel onder, zodat vele ontevreden soennieten en leden van de Ba’ath-partij zich bij de tak van al-Qaida in Irak aansloten. Deze tak stond onder leiding van de uiterst meedogenloze Abu Musab al-Zarqawi (1966-2006), die in 2004 trouw zwoer aan Bin Laden. Al-Zarqawi wilde allereerst de Amerikanen en daarna de sjiitische regering verdrijven en een ‘zuivere’ mohammedaanse staat in Irak vestigen. Niet alleen niet-mohammedanen, maar ook de sjiieten als afvalligen bracht hij om het leven door vernietigende zelfmoordaanslagen waarbij burgers niet ontzien werden, en door de invoering van executies door middel van onthoofding. Zeker is dat hij minimaal één onthoofding eigenhandig uitvoerde. In 2006 werd hij door een gerichte Amerikaanse luchtaanval gedood.

ISIS: Abu Bakr al-Baghdadi

Na een periode van betrekkelijke rust door het verblijf van de Amerikanen in Irak nam na hun vertrek (2010) de onderdrukking van de soennieten in Irak verder toe en daarmee hun ontevredenheid. Na de dood van twee topmannen van al-Qaida werd Abu Bakr al-Baghdadi in 2010 de opvolger van al-Zarqawi. Hij noemde de Iraakse al-Qaida de Islamitische Staat in Irak.

In Syrië begonnen er protesten tegen de nauw aan het sjiisme verwante, alawitische regering van Bashar al-Assad, die gesteund werd door Iran en Rusland. Dit leidde in maart 2011 tot een burgeroorlog, die tot aan de dag van vandaag voortduurt. Het vrije Syrische leger ontstond en bestaat uit ex-militairen en alle burgers en studenten die Assad willen bestrijden. Verder is er de Iraakse tak van al-Qaida, zijn er losse, elkaar soms bestrijdende verzetsgroepen, terwijl menige jihadist uit het buitenland zich meldt en bij een bepaalde partij onderdak vindt. Het goed bewapende regeringsleger van Assad had de handen vol, zodat al-Baghdadi zijn kans schoon zag en troepen naar het noorden van Syrië bracht. Met verhoudingsgewijs weinig strijders kon hij nu in een soort ‘Blitzkrieg’ daar grote terreinwinst boeken. De afschuwelijke strijdmethoden van al-Zarqawi werden meegenomen: haat tegen iedereen die zijn interpretatie van het ‘mohammedanisme’ niet volgt gepaardmet zelfmoordaanslagen en onthoofdingen. Langs de Syrische grens van Irak ontstond een eigen staatje. In 2013 volgde er een breuk met al-Qaida. De officiële tak van al-Qaida in Syrië heet Jabhat al-Nusra. Eigenmachtig kondigde al-Baghdadi een fusie aan met deze tak en noemde hij de nieuwe groep Islamitische Staat in Irak en al-Sham (ISIS). Zo werd op 8 april 2013 ISIS officieel opgericht. Maar het al- Nusra front ging hierin niet mee. De opvolger van Osa ma bin-Laden berispte al-Baghdadi en stootte ISIS uit al-Qaida (februari 2014), waarop deze definitief een eigen weg ging en op 29 juni 2014 de afkondiging deed van een kalifaat, waarbij hij zich zelf tot kalief benoemde.

Strijders van al-Nusra liepen onder andere vanwege betere betaling over naar ISIS. Uit het stadstaatje Raqqa in Syrië waren door ISIS al-Nusra en alle andere verzetsgroepen weggejaagd en zo kon een nieuwe staat in Irak en Syrië met een eigen hoofdstad Raqqa worden uitgeroepen. Hij wordt Islamitische Staat of IS genoemd. Het doel van de nieuwe ‘staat’ ging verder dan al-Qaida wilde. Al-Qaida wees de verwerkelijking van een eigen staat nog af. ISIS wilde eveneens de regeringen van Irak en Syrië ten val brengen, maar ook direct een ideale mohammedaanse staat scheppen, waarin de wetten van koran en soenna op een uiterst radicale wijze met miskenning van de gewetensvrijheid gestalte dienden te krijgen. Een staat zonder ongelovigen, zonder sjiieten, Christenen, jezidi’s, druzen en alawieten. De staat werd overigens nergens erkend. Alle mohammedanen werden opgeroepen de eed van trouw aan ‘kalief’ Abu Bakr al- Baghdadi te zweren en zich in de zelfverklaarde staat te vestigen om deze op te bouwen en uit te breiden. Met veel propaganda lukte het om zogenaamde jihadisten uit de hele wereld aan zich te binden. Het ISISleger bestaat dus uit strijders van al-Qaida (velen zijn vroegere strijders uit Afghanistan), uit jihadisten uit de hele wereld, uit soennitische soldaten en hoge officieren uit het leger van Saddam Hoessein die lid waren geweest van de Ba’ath-partij. De laatsten spelen waarschijnlijk een belangrijke rol in de oorlogvoering van ISIS, maar werden eerder niet door een godsdienstig extremisme gedreven.

Abu Bakr al-Baghdadi, de nieuwe Bin-Laden, is geen religieuze leek zoals Bin-Laden. Hij is geboren in 1971 te Samarra, 125 km ten oorden van Bagdad, en gepromoveerd aan de Islamitische Universiteit van Bagdad en gespecialiseerd in de mohammedaanse cultuur, geschiedenis en de sharia. In bijna heel 2004 en volgens sommigen nog tot 2009 zat hij gevangen in het Amerikaanse Camp Bucca, in het zuiden van Irak, waar hij grote invloed zou hebben gehad op medegevangenen en dat wel de geboorteplaats van ISIS wordt genoemd. Jihadisten en voormalige Ba’ath-leden zouden door hem hier bijeen zijn gebracht. Het was een detentiecentrum, maar werd een rekruteringscentrum. Na zijn vrijlating bouwde hij de organisatie verder op om na het uitbreken van de opstand tegen Assad zijn terrein uit te breiden naar Syrië. Hij zou afstammeling zijn van de dochter van Mohammed. In 2010 werd hij leider van de Iraakse al-Qaida en vanaf 8 april 2013 leider van ISIS om bij het uitroepen van het kalifaat op 29 juni 2014 ‘kalief Ibrahim’ te worden.

Dabiq en abrogatie

ISIS heeft een eigen internettijdschrift Dabiq, waarin opvattingen en beleid worden verdedigd. Het is in het Engels gesteld zodat het tegelijk een belangrijk onderdeel van de propaganda van deze terroristen uitmaakt. Overwinningen worden hier met fotomateriaal nadrukkelijk bejubeld en artikelen behandelen hier aan de hand van citaten uit de koran en soenna hun opvattingen. Hier wordt de rechtvaardigheid en plicht van zaken als slavernij en het buitengewone geweld met teksten uit koran en soenna verdedigd. Als salafistische groepering grijpt men terug op de latere Mohammed en zijn eerste opvolgers. Men hanteert bij de uitleg de zogenaamde leer van de abrogatie of herroeping: het afschaffen van sommige verzen door andere. Orthodoxe koranuitleggers gaan er vanuit dat bij twee elkaar tegensprekende teksten, waarvan de koran vol staat, de latere in de plaats van de vroegere zijn gekomen. De latere, veelal gewelddadige en radicale teksten uit de tijd van Medina, vervangen de vreedzame en goedwillende uit de eerste tijd van Mekka. De meest radicale teksten gelden voor de ‘Schriftvervalsers’ en ‘genotengevers’, dat wil zeggen voor hen die Christus als de Zoon van God belijden. Dat latere teksten vroegere vervangen is wel logisch, maar gezien het feit dat de hoofdstukken in de koran niet chronologisch staan en op grond van de tekst nauwelijks in de tijd te plaatsen zijn, houdt dat een grote mate van willekeur in. Zo zijn bijvoorbeeld de laatste en strengste hoofdstukken niet de soera’s 112 en 113 (van de 114), maar volgens de meeste koranuitleggers de soera’s 5 en 9. Hiermee is verklaard waarom de koran een zeer warrig en op vele punten zichzelf tegensprekend boek is, waarvan in het bijzonder geldt dat elke ketter zijn letter erin lezen kan. Daarmee is ook verklaard waarom kritisch, zelfstandig onderzoek een van de grootste bedreigingen van het mohammedanisme is en veelal gelijkgesteld wordt met ‘shirk’ of geloofsafval. Een parallel met de roomse kerk ligt hier overigens voor de hand. De uitleg van liberale of gematigde mohammedanen is met het oog op de bloedige oorlogen van Mohammed in de tijd na Mekka en van zijn directe opvolgers bij de verbreiding van het mohammedanisme moeilijk houdbaar. Toegegeven zal moeten worden dat ISIS veel meer recht heeft op het predicaat ‘zuiver’ of ‘orthodox’ mohammedanisme.

In Dabiq wordt daarom om begrijpelijke redenen een rooskleurig, roemrijk beeld van het begin van het mohammedaanse rijk geschetst, dat alleszins nastrevenswaardig zou zijn. Een heilige oorlog is plicht van elke rechtgeaarde mohammedaan om dit nieuwe kalifaat met de sharia als grondslag als uiteindelijk wereldrijk gestalte te geven. Van verwereldlijking en een vrije levensstijl met seks, film, bioscoop enz. alsook van de democratie als regeringsvorm moet men niets hebben, hoewel internet als propagandamiddel wel volop benut wordt. Zij die het hiermee niet eens zijn, behoren tot de ongelovigen (‘kaffir’; een ongelovige). Hieronder vallen dus ook liberale mohammedanen en sjiieten. Door buitengewoon geweld probeert men de ‘ongelovige’ wereld angst aan te jagen, het kalifaat zuiver te houden en te vergroten. Beelden van martelingen, executies door onthoofdingen, gekruisigde dieven, dode kinderen en massagraven van Syrische soldaten worden in Dabiq geplaatst of op internet gezet.

Dabiq is overigens een dorp in Syrië waar volgens vele mohammedanen de strijd tussen hen en de Christenen aan het eind der tijden zijn laatste ontknoping zal vinden. Vanzelf zullen de mohammedanen de overwinning behalen en zal de mohammedaanse verlosser ‘al-Mahdi’ dan verschijnen om de ware mohammedanen naar het paradijs te voeren (een verbastering van de strijd tussen de Gog en Magog in Openbaring 20!). Met de naamgeving Dabiq wordt nadrukkelijk door ISIS naar de eindoverwinning en verwezenlijking van de doelstellingen verwezen.

Jodenhaat

De vele stromingen binnen het mohammedanisme hebben bijna allemaal een haat tegen de Joden en Israël gemeen. Die haat is niet zozeer te verklaren uit de bouw van nederzettingen op zogenaamd Palestijns gebied, maar is van oudere datum. Eigenlijk moet die herleid worden tot Mohammed zelf. Toen hij naar Medina vluchtte en de Joden en Christenen aldaar zijn fantasiedromen niet geloofden, veranderde Mohammeds sympathie voor ‘de mensen van het Boek’ in vijandschap en haat. Zo veranderde hij de gebedsrichting van Jeruzalem naar Mekka, werd de speciale gebedsdag vrijdag en liet hij de Joodse spijswetten los behalve het verbod op het eten van varkensvlees. Na de slag van de Gracht (627) liet hij zelfs alle mannen van de Joodse stam Qurayza onthoofden (ongeveer 900) omdat zij zich niet ‘bekeerden’, en maakte hij hun vrouwen en kinderen tot slaven, terwijl hun bezittingen in beslag genomen werden. Een afschuwelijke strategie die door zijn eerste opvolgers bij de verbreiding van het mohammedanisme werd nagevolgd en nu weer door ISIS bij de vestiging van het kalifaat nadrukkelijk is ingevoerd. Deze haat, die zijn weerslag op vele plaatsen in de koran en in de hadith gevonden heeft, is de grondoorzaak waarom de mohammedaans-Arabische wereld een Joodse staat in zijn midden niet duldt. 9 Joden en Christenen betreft deze haat, maar de Joden nog meer omdat zij het land bezet hebben waarop de mohammeda-nen recht zouden hebben. Mohammed zou immers in Jeruzalem geweest zijn en daarmee zou het in de wereld van het mohammedanisme zijn ingelijfd. Bovendien zouden Adam, Abraham en Mozes volgens de koran al mohammedanen zijn geweest en zou de koran de Thora verbeterd hebben. Hier hebben we de reden waarom Israël als land moet verdwijnen en het volgens de huidige president Khamenei van Iran een ‘kankergezwel’ is dat uit het Midden-Oosten weggesneden moet worden.

Ten besluite

In eerdere artikelen 10 hebben we het gewelddadige en antichristelijke karakter van het orthodoxe mohammedanisme aangetoond. Van onze oudvaders hebben we geleerd dat het een sektarische godsdienst is die door de geesteszieke Mohammed met toevoeging van heidense en Joodse elementen van de Christelijke leer is afgeweken 11 . Daarbij is het onderscheid in het oog te houden tussen de mohammedaan als persoon en de religie. Zijn religie dient onomwonden als valse godsdienst afgewezen en aan de uitoefening en verbreiding ervan in het openbaar door de overheid op generlei wijze ruimte gegeven te worden. In de persoonlijke ontmoeting behoren wij echter met liefde en medelijden vervuld te zijn en de mohammedaan als een door een ziekelijke fantast verleide en verblinde landgenoot en als gevallen Adamskind te benaderen. Deze houding kan ons vrijwaren voor een overdreven angst voor wat men tegenwoordig noemt: islamofobie. Anderzijds moet het onze ogen niet doen sluiten voor het feit dat deze godsdienst in wezen er een is van geweld, bloed, oorlog, wraak en haat: een godsdienst van het (krom)zwaard. Een godsdienst die gewetensvrijheid miskent en daarmee het terrein van Gods Heilige Geest aantast. In dit verband moet ook gewezen worden op de onderscheiding binnen het mohammedanisme van de ‘dar al-islam’ en de ‘dar al-har’: het huis van de islam en het huis van de oorlog. Het huis van de islam dient de hele wereld te zijn, waarmee het grootste deel van de wereld tot het huis van de oorlog wordt verklaard. We hopen in een volgend artikel verder in te gaan op de razendsnelle opmars van ISIS en het leven binnen het kalifaat. Hoeveel goede zaken op ethisch gebied binnen het kalifaat ook gevonden zouden mogen worden, oorlog en geweld ter uitbreiding van de waarheid en miskenning van de gewetensvrijheid, die overigens wel in een Bijbelse zin uitgelegd moet worden, vinden geen enkele grond in Gods Woord. Hierin ligt het grote en wezenlijke verschil tussen het ware Christendom en het mohammedanisme.

De afschuwelijke aanslagen in Parijs en Brussel leveren alleen al het bewijs dat ISIS een typische verschijningsvorm van het orthodoxe mohammedanisme is, waarvan het gewelddadige en antichristelijke karakter de grondzuilen zijn. Dit laatste zal ook Deo volente in een volgend artikel zonneklaar blijken.


Noten:

1) Leven bij ISIS, de mythe ontrafeld, Den Haag januari 2016, 16 pagina’s. Een uitgave van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD). De uitgave is op 12 januari 2016 gepubliceerd en gratis te downloaden van de site www.aivd.nl.

2) Judit Neurink woont sinds 2008 in Iraaks Koerdistan en is daarmee enigermate als ooggetuige te beschouwen voor de slangenkuil van het Midden-Oosten. Zij is journaliste en schrijft voor Trouw en het Vlaamse dagblad De Standaard. Ze schreef twee belangwekkende boeken over dit onderwerp. Judit Neurink, De oorlog van ISIS, Uitgeverij Conserve 2015 en Judit Neurink, De vrouwen van het kalifaat. Slavinnen, moeders en jihadbruiden, Uitgeverij Jurgen Maas 2015 3 . Het eerste is zeer informatief en beschrijft de geschiedenis van het ontstaan, de doelstellingen en de opkomst van ISIS. Wij hebben hiervan gebruikgemaakt. Het tweede boek, dat in een jaar tijd al aan de derde druk toe was, beschrijft de relatie tussen vrouwen en het kalifaat en schildert in schrille kleuren de duistere kant van ISIS aan de hand van dit thema.

3) Met dit argument komen Dyer en Tobey. Charles H. Dyer en Mark Tobey, Wat je zeker moet weten over de ISIS-crisis, Grace Publishing House 2015, p. 75. Een eenvoudig en zeer informatief boekje dat wij intensief gebruikt hebben, maar vanaf hoofdstuk 8 nogal dubieus wordt vanwege de uitleg van sommige Bijbelteksten en de invulling van de toekomst.

4) H.J. Melissen, IS - Tot alles in staat. De opmars van een terreurbeweging, Amsterdam 2015, p. 163. Melissen is freelancejournalist en werkt in het oorlogsgebied. Hij kan uit eigen ervaringen spreken. In 2012 is hij tot ‘Journalist van het Jaar’ uitgeroepen.

5) S. Oomius, Het Geopende en Wederleyde Muhammedisdom of Turckdom, Amsterdam 1663, II afdeling, hoofdstuk 2, p. 91-107 (voortaan Het Muhammedisdom). Dit werk is als reprint nog te verkrijgen: zie de advertentie hieronder. Voor een samenvatting van dit werk en de opvattingen van prof. Voetius en Hoornbeeck verwijzen we hier naar de artikelenserie van mijn hand onder de titel ‘Het mohammedanisme in de visie van enige oudvaders’ in: In het spoor, 26 e jrg., nr. 5, december 2002, p. 184-191; 27 e jrg., nr. 1, februari 2003, p. 37-44; nr. 3, februari 2003, p. 130-137; nr. 4, oktober 2003, p. 168-177; nr. 5, december 2003, p. 213 -221; 28 e jrg., nr. 1, februari 2004, p. 34-43; nr. 4, oktober 2004, p. 170-180; nr. 3, juli 2004, p. 134-143 en 29 e jrg., nr. 3, juli 2005, p. 134-143. Een samenvatting staat in het laatste artikel: 30 e jrg., nr. 2, mei 2006, p. 93-100.

6) Zie: Het Muhammedanisdom, II afdeling, hoofdstuk 2, p. 107

7) Het Muhammedisdom, II afdeling, hoofdstuk 2, p. 91

8) Zie voor dit citaat: https://nl.wikipedia.org/wiki/Sykes- Picotverdrag

9) Zie hierover in het bijzonder het artikel van mijn hand onder de titel ‘Oprukkend mohammedanisme 1 . Ook op kousenvoeten!’ in: In het spoor, 32 e jrg., nr. 5, december 2008, p. 231-239. Verder de eerste pagina’s van het vervolgartikel: 33 e jrg., nr.1, februari 2009, p. 34 en 35.

10) Zie het eerste artikel van mijn hand in de serie met de titel ‘De breuk op het lichtst genezen 1 ’ in: In het spoor, 30 e jrg., nr. 5, december 2006, p. 212 -220 en het eerste artikel van de serie: ‘Oprukkend mohammedanisme. Ook op kousenvoeten!’ in: In het spoor, 32 e jrg., nr. 5, december 2008, p. 231-239

11) Zie noot 5

Fotoverantwoording:

a) By Skunk nl [CC BY-SA 3.0] via Wikimedia Commons

b) Door Hamid Mir [CC BY-SA 3.0] via Wikimedia Commons

c) By TGabou [CC BY-SA 4.0] via Wikimedia Commons

d) By Nerika [CC BY-SA 3.0] via Wikimedia Commons

e) By seyyed shabodin vajedi [CC BY 4.0] via Wikimedia

Dit artikel werd u aangeboden door: In het spoor

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 mei 2016

In het spoor | 76 Pagina's

ISIS: Ontstaan en Bedoelingen -1-

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 mei 2016

In het spoor | 76 Pagina's