Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

‘Mannen van Gods Woord’?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

‘Mannen van Gods Woord’?

22 minuten leestijd Arcering uitzetten

Bij uitgeverij Verloren in Hilversum verscheen in april van dit jaar het boek Mannen van Gods Woord. De Staatkundig Gereformeerde Partij 1918-2018. 1 Het gaat hier om een beschrijving van de veranderingen en constanten in de honderdjarige geschiedenis van deze partij door diverse wetenschappers.

Het boek verdient om meer redenen bespreking in dit blad. In de eerste plaats omdat we juist door de geschiedenis te kennen, leren zien waar we nu staan en hoe dat gekomen is. In de tweede plaats omdat de veranderingen in de SGP destijds de reden geweest zijn voor de oprichting van de Landelijke Stichting tot handhaving - en later tot bevordering - van de Staatkundig Gereformeerde beginselen, alsook voor de uitgave van het blad In het spoor.

Formele beoordeling

De omslag of de cover van het boek is geheel in de kleuren oranje, blauw en wit. Dat zijn de kleuren die ook de SGP gebruikt en die liggen dan ook voor de hand. Op de voorkant van het boek staat een foto van ds. H.G. Abma (1917-1992), zittend met een gesloten Bijbel in zijn hand, waar zijn linkerhand op rust. Deze foto past op zich goed bij de titel van het boek. Toch kan ik me beter voorstellen dat er een van de oprichters van de SGP op de voorkant zou staan. Uit het boek zelf blijkt namelijk dat onder de leiding van ds. Abma de partij in een andere richting begon te verschuiven.

Op de achterzijde staan vier andere foto’s die het boek verder opluisteren, waarvan één een recente. Het betreft een foto in kleur van het drietal Bisschop, Dijkgraaf en Van der Staaij. Alle drie met oranje stropdas om. Onderaan staat een oude foto in zwart-wit met het bekende drietal Zandt, Kersten en Van Dis.

Hieruit blijkt al dat de SGP allang geen partij meer is die door dominees gedomineerd wordt.

Hoewel het boek beslist een aardige titel (Mannen van Gods Woord) draagt en allerlei associaties kan oproepen, is door de redacteuren van het boek helaas niet duidelijk gemaakt waarom het boek deze titel draagt. Het woordje ‘mannen’ kan in elk geval gelden voor de vertegenwoordiging van de SGP in ’s lands vergaderzalen gedurende de meeste tijd van de partij. En ook voor het feit dat lange tijd alleen mannen werden geacht hun stem uit te brengen en ook alleen mannen lid konden worden van de partij. Echter doordat inmiddels zo’n 800 vrouwen lid van de partij zijn en gezien het feit dat het stemmen door vrouwen niet meer wordt afgewezen, kan de partij in dat opzicht niet langer een politieke partij van mannen heten.

En wat ‘Gods Woord’ betreft, is het waar dat de SGP vanaf de oprichting zich gebonden wist alleen aan Gods Woord en aan Gods hele Woord, maar dat ter relativering hier wel bijgevoegd moet worden dat dit zeker de laatste decennia in mindere mate is gaan gelden. Zeker als het gaat om het sola (alleen) en tota scriptura (geheel de Schrift) van de Reformatie.

Het boek is in paperbackuitvoering, wellicht ook om de kosten wat te drukken. Niettemin gaat mijn persoonlijke voorkeur uit naar hardback. Die gaan over het algemeen ook langer mee dan paperbacks.

Bij een eventuele volgende druk acht ik het wenselijk dat in het personenregister (p. 204-205) ook de namen genoemd zullen worden die voorkomen in de voetnoten. Dat zou er direct toe leiden dat bijvoorbeeld ook de namen van A. Verwijs en P. H. op ’t Hof in het personenregister terecht zouden komen. Ook zou een zaakregister de waarde van het boek vergroten. Waardevol vind ik dat er op de bladzijden 205 tot en met 208 meer informatie staat over de diverse auteurs, waaruit blijkt dat de meesten gepromoveerd zijn. We leren hier verder dat er slechts één vrouwelijke scribente (mw. J. den Ridder) heeft meegewerkt aan het boek. Kennelijk wordt dit onderzoek gedomineerd door mannen. Van de scribenten is er één redactievoorzitter van Zicht, orgaan van het Wetenschappelijk Instituut van de SGP, namelijk dr. K. van der Zwaag, die destijds een boek geschreven heeft over artikel 36 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis.

De prijs van 25 euro voor dit boek is niet te veel als men bedenkt dat het boek geschreven is door academisch geschoolden en acht wetenschappelijke bijdragen van niveau bevat.

Inhoudelijke beoordeling

In het algemeen ben ik positief over het boek Mannen van Gods Woord, in die zin dat de geschiedenis van de partij meestentijds redelijk objectief, voor zover dat mogelijk is natuurlijk, beschreven wordt. Bij de interpretatie zijn naar mijn waarneming de historische feiten steeds het uitgangspunt van de scribenten geweest. Ook is het een plus dat diverse schrijvers verschillende invalshoeken hebben gebruikt die elkaar aanvullen. Voor wie deze materie interesseert, verveelt het boek beslist niet. De auteurs zijn allemaal ter zake kundig en verstaan de kunst om een goed leesbaar wetenschappelijk verantwoord artikel te schrijven. Dit alles heeft geresulteerd in een boek dat niet alleen een aanvulling biedt op de bestaande literatuur over de Staatkundig Gereformeerde Partij, maar dat ook voor sommige aspecten een nieuwe en eerste beschrijving geeft naar aanleiding van de honderdjarige geschiedenis van de partij.

Wat ik persoonlijk jammer vind, is dat bij een (bijna alleen maar) wetenschappelijke benadering een persoonlijke duiding veelal achterwege blijft. Een persoonlijke duiding van zaken lijkt mij zeer wel mogelijk te zijn mits dat ook goed duidelijk aangegeven wordt als zijnde de mening van de auteur en niet een objectief feit. Ik denk aan wat ik las van historica dr. A.A. Kluveld in de bijlage bij het RD, die de titel droeg: ‘100 jaar SGP’. Hierin geeft ze onomwonden aan dat de partij niet duidelijk is, maar wel gebaat is bij duidelijkheid als het gaat om het vrouwenstandpunt en het stemmen voor de bouw van een moskee. Zij constateert spanning tussen het beginselprogramma en de praktijk. Ook ziet ze dat de SGP nu een ander standpunt inneemt dan eerder. De SGP refereert ‘helaas’ veel minder dan vroeger aan de Heere, zo schrijft ze. Daarom heeft ze wel eens de angst dat de SGP zal opgaan in een algemene Christelijke partij. 2

Er mogen dus best kritische en stevige vragen gesteld worden. Het komt echt niet in mindering op de wetenschappelijkheid van iemands bijdrage als er naast een aantal constateringen ook persoonlijke kwalificaties en waardeoordelen worden uitgesproken. Ik verwijs hier nog naar de kritische, maar veelvuldig gelezen bijdrage van P.H. op ’t Hof in de al genoemde bijlage bij het RD, waar hij veranderingen binnen de partij duidt als afwijking van Gods Woord. Gelukkig was er voor deze bijdrage ook plaats in het RD en werden daar zaken persoonlijk, maar ook bij een geopende Bijbel inhoudsvol geduid. 3

Inhoud

We komen nu toe aan een inhoudelijke bespreking van het boek. Het boek bevat acht hoofdstukken. Ik licht er een aantal relevante zaken uit voor dit blad. Het is niet doenlijk om in het kader van een recensie heel het boek weer te geven en alle bijdragen daaraan helemaal recht te doen. Dat zou te veel ruimte in beslag nemen. Daarom zou ik van dit boek willen zeggen: tolle lege, neem en lees. Het is zeker de moeite waard om dit boek te bestuderen.

Hoofdstuk 1

Het eerste hoofdstuk heeft als titel: ‘De SGP: een religieuze partij in een democratie’. Het betreft een inleiding van prof. G. Voerman en dr. H. Vollaard. Het gaat om een aantal inleidende opmerkingen die bedoeld zijn om de partij bij buitenstaanders wat meer op de kaart te zetten. Opvallende kenmerken van de SGP worden genoemd: electorale stabiliteit, het beginselprogramma (waarbij veel opvattingen uit 1918 nog terugkomen in de meest recente versie uit 2000), het is een religieuze partij en het is de oudste partij in Nederland.

Een opvallende constatering naar aanleiding van de ontwikkeling van de partij is de volgende: “Naar de structuur van een klassieke gereformeerde preek is haar ontwikkeling in drie punten te schetsen: 1. Oordeel, 2. Genade en 3. Toepassing.” In de beginjaren, de jaren van ds. G.H. Kersten en ds. P. Zandt, klonken vooral de waarschuwingen voor Gods oordeel over Nederland. Vanaf de jaren zestig stelde de SGP zich minder oordelend en meer ‘genadig’ op. Het woord ‘genade’ betekent hier vooral menselijk mild zijn naar anderen. Een kritische vraag van mij daarbij is: is dat een genade door het recht of ten koste van het recht?

Onder de ingenieurs H. van Rossum en B.J. van der Vlies maakt de partij de derde stap in haar evolutie, dat wil zeggen een stap naar praktische toepassing en meer samenwerking met andere partijen, ook niet Christelijke.

Deze ontwikkeling droeg in de tweede fase bij aan de oprichting van de Landelijke Stichting die als doel had de klassieke staatkundig gereformeerde beginselen te handhaven. 4

Een vraag die in het wetenschappelijke en maatschappelijke debat is opgeworpen, is hoe er omgegaan moet worden met religieuze partijen die ondemocratische principes huldigen. Moeten zij verboden worden of zouden zij juist door deelname aan de democratie hun religieuze opstelling matigen en de democratie aanvaarden? De stap om aan het politiek-bestuurlijke speelveld mee te doen is in elk geval een aanvaarding van de democratie als regeringsvorm, niet als norm. De SGP heeft die stap genomen en er ook voor gezorgd dat burgers die zich tot dan toe afzijdig hielden van de politiek, een stem kregen. 5 Bij de SGP is die matiging van de religieuze opstelling helaas ook te zien. Ik citeer:

De SGP is nog niet zover als de ARP dat zij niet meer gelooft dat haar politiek program direct is af te leiden uit Gods Woord, althans niet op papier. Maar in de praktijk blijkt dat de partij zich al veel langer laat leiden door meerdere bronnen van kennis zoals waterbouwkunde. Dat betekent dat het belang en de zeggenschap van Gods Woord voor het dagelijks handelen van bestuurders en politici is verminderd. In die zin is het leven niet langer één, zoals Kersten zo vaak benadrukte. Bovendien heeft de SGP ook al lang geaccepteerd dat Nederland niet een gereformeerde natie kan worden.6

Het is een feit dat de SGP inzake diverse beginselen en in diverse situaties het best haalbare tot (voorlopig) uitgangspunt heeft genomen in plaats van de eis van Gods Woord.

Hoofdstuk 2

In dit hoofdstuk, dat als titel heeft: ‘Staatkundig gereformeerd verleden. Ontstaan en overleven van een protestpartij’, gaat prof. F. van Lieburg in op de beginperiode van de SGP. Hoe de partij van de grond kwam en zich continueerde door de tijd. Daarbij gaat hij ook in op de inhoudelijke geschiedenis van de SGP en relativeert hij - mijns inziens terecht - de ideologische continuïteit van de SGP. Hij betoogt bijvoorbeeld dat ds. Abma weliswaar geen leerling was van prof. A.A. van Ruler, maar wel door hem beïnvloed is in zijn begrip van de theocratie. Van Ruler bedoelde met theocratie niet de beperkte, historische aanduiding van een Oudtestamentische orde, maar in het algemeen de eeuwige regering van God die altijd geldt, ook in het hier en nu.

Voor de vernieuwingsgezinden in de SGP was dit een vertolking van het beginsel dat paste in een tijd van deconfessionalisering en democratisering van de samenleving. 7 Van Lieburg spreekt zelfs van polarisatie binnen de partij met een kamp Abma en een kamp Zandt, waarbij voorkeursacties plaatsvonden bij Tweede Kamerverkiezingen voor de verschillende kampen. ‘Het roer is naar links gegooid, riep in 1969 het Comité van Bezwaarden (niet te verwarren met de in 1977 opgerichte Landelijke Stichting tot handhaving van de Staatkundig Gereformeerde beginselen). 8

Hoofdstuk 3

Onder de titel ‘Kerk, school en partij. De SGP als politieke representatie van de bevindelijk gereformeerden’ laat dr. J. Exalto zien dat de SGP meer is dan een partij, namelijk een politieke representatie van de bevindelijk gereformeerden. 9 Terecht legt Exalto de vinger erbij dat wie de SGP wil begrijpen, ook breder moet kijken dan wat er aan het Binnenhof gebeurt. De reformatorische zuil is namelijk de voedingsbodem van de partij en wordt als zodanig gedragen door kerk, school en partij. 10

Hoofdstuk 4

Dit hoofdstuk is geschreven door dr. K. van der Zwaag. Als titel heeft hij hierboven geplaatst: ‘Van theocratie naar godsdienstvrijheid. De SGP over religie en politiek’. Hij laat zien wat er in de loop van het bestaan van de SGP gebeurd is met de theocratische pretenties van de SGP. De titel van het hoofdstuk geeft dat al aan. Hij maakt heel duidelijk zichtbaar de steeds sterker wordende tendens naar volledige aanvaarding van godsdienstvrijheid. Hij onderscheidt daarbij drie tijdvakken, namelijk de oprichtingsfase onder ds. G.H. Kersten en ds. P. Zandt, de tweede periode vanaf ds. H.G. Abma, waarin er een meer praktische invulling kwam van de Christelijke politiek. En ten slotte de periode van B.J. van der Vlies en C.G. van der Staaij met volledige participatie in de democratie. 11

Eerder was er nog sprake van kritiek op vrijheid van godsdienst, democratie en tolerantie, maar de SGP is hierin steeds ruimer gaan denken. 12 In de nota Gerechtigheid verhoogt een volk staat dat een basale godsdienstvrijheid, waarvan gewetensvrijheid én belijdenisvrijheid de kern vormen, voor eenieder “een waardevol rechtsgoed” is. 13

Van der Zwaag spreekt van duidelijke accentverschillen tussen Kersten en Abma in de interpretatie van de Bijbel en de waardering en acceptatie van het leven van de niet-Christen. Ook is de huidige acceptatie van de vrijheid van godsdienst ondenkbaar geweest in de beginperiode waarin Kersten leidinggaf aan de partij. 14 Er is een ontwikkeling geweest van theocratie naar tolerantie. 15 Waar er in 2008 nog veel commotie was toen hoofdbestuurslid ds. W. Visscher stelde dat de SGP de neutrale staat moest accepteren, is zijn mening in 2018 in de praktijk in grote lijnen aanvaard. 16 We kunnen gerust stellen dat waar de SGP zich op dit punt eerder scherp afzette tegen de Antirevolutionaire Partij van dr. A. Kuyper, zij in de loop van de tijd steeds meer op deze partij is gaan lijken.

Hoofdstuk 5

Dr. H. Post schrijft in dit hoofdstuk over ‘Een gespannen relatie. De SGP en de vrouw’. 17 Hij schetst de ontwikkeling van het vrouwenstandpunt in de SGP. Voor veel lezers van In het spoor zal zijn bijdrage wel weinig nieuws bevatten. Elke stap die de SGP op dit punt genomen heeft, is wel becommentarieerd in dit blad. Post zet goed het hellende vlak van beginselafwijking uiteen. Eerst de opening naar actief kiesrecht voor vrouwen, daarna het buitengewoon lidmaatschap voor vrouwen, vervolgens gewoon lidmaatschap voor vrouwen en ten slotte de opening naar het passief kiesrecht voor vrouwen in de SGP.

De toegevoegde waarde van de bijdrage van Post vind ik dat hij het standpunt plaatst in zijn histo-rische context en het vergelijkt met het standpunt van andere partijen uit de begintijd van de SGP. Het blijkt dat de SGP na de aanvaarding van het algemeen kiesrecht, als enige partij vasthield aan, zeg maar, het oorspronkelijke ARP-standpunt: geen (zowel passief als actief) kiesrecht voor vrouwen. De ARP en de andere Christelijke partijen gaven al snel niet alleen opening aan vrouwen om te gaan stemmen, maar riepen ook op om actief te participeren in de politiek. 18

Bijzonder is dat vóór 1917 er in heel Nederland nog geen sprake was van vrouwenkiesrecht, hetzij passief of actief. Bijzonder is ook dat, toen er politiek geluiden opgingen om het algemeen kiesrecht in te voeren, er niet alleen door de Christelijke partijen bezwaar gemaakt werd dat dit indruiste tegen de aard en roeping van de vrouw, maar dat er ook een adres bij de Tweede Kamer werd ingediend, ondertekend door ruim 43.000 vrouwen, dat dezelfde teneur had. Dit alles kon echter niet voorkomen dat de zogeheten Wet-Marchant van 9 augustus 1919 de vrouwen stemrecht bracht. De wet werd door beide kamers met overgrote meerderheid aangenomen. 19

De these die ik hierboven lanceerde bij de bespreking van het vorige hoofdstuk, namelijk dat de SGP zich eerder profileerde ten aanzien van de ARP en de puntjes op de i zette, geldt ook hier. De SGP was in het vrouwenstandpunt behoorlijk radicaler dan de ARP, die het vrouwenstandpunt in de praktijk en ook formeel al snel weer opgaf. Maar ook op dit punt, zij het dat het veel langer geduurd heeft, heeft de SGP een inhaalslag gemaakt in de richting van de ARP van dr. Kuyper.

Al met al is het een droevig verhaal geworden. De SGP en haar vrouwenstandpunt. Terecht constateert Post dat druk van buiten het proces van de aanvaarding van het volledige kiesrecht voor vrouwen heeft versneld. Maar van binnenuit was er ook druk doordat de meeste ‘SGP’ers’ bepaald niet immuun bleken te zijn voor de geest van de tijd. 20 Het is dan ook niet terecht om een feministische organisatie er de schuld van te geven dat het zo gelopen is. De schuld moet de SGP bij zichzelf zoeken. Het eerder zo ‘onopgeefbare’ beginsel leeft kennelijk niet meer zo sterk in de SGP, wordt onvoldoende gedragen en er is geen kracht meer om het nog voor te staan in weerwil van politieke, financiële en mogelijk ook andere sancties.

Hoofdstuk 6

Het zesde hoofdstuk is onder de titel: ‘Meebewegende stabiliteit. Organisatie en aanhang van de SGP’ 21 , geschreven door maar liefst drie auteurs: prof. J. van Holsteyn, prof. R. Koole en dr. J. den Ridder. Naast aandacht voor de partijorganisatie is er in dit hoofdstuk ook aandacht voor de SGP-leden en -kiezers. Verscheidene grafieken illustreren de onderzoeken die er gedaan zijn naar de aanhang van de SGP. In het begin van het hoofdstuk worden ook weer inhoudelijke bewegingen die de partij gemaakt heeft, besproken. Gedeeltelijk is er overlap, namelijk wat betreft het partijstandpunt over artikel 36 NGB en het vrouwenstandpunt.

Hoofdstuk 7

Dit hoofdstuk heeft als titel: ‘De SGP ingetekend. De geografische spreiding van de staatkundig gereformeerde kiezers tussen 1918 en 2017’. 22 In deze bijdrage beschrijft de heer R. de Jong de electorale geschiedenis van de SGP en legt daarbij ook een verband met de zogeheten refoband (biblebelt). Uiteraard haalt de SGP in deze band de beste uitslagen. Mensen die van cijfers houden, kunnen in dit hoofdstuk hun hart ophalen. Al zijn er mijns inziens weinig opzienbarende gebeurtenissen te melden.

Hoofdstuk 8

De auteurs H. Vollaard en R. van Well schrijven over het onderwerp: ‘Getuigen of samenwerken? De SGP in de politieke praktijk’. 23 Zij geven een overzicht van de opstelling van de SGP in de politieke praktijk. Ze letten daarbij bijvoorbeeld op het stemgedrag in de Tweede Kamer, Eerste Kamer, maar ook in gemeenteraden, Provinciale Staten en het Europees Parlement. De scribenten onderscheiden drie tijdvakken: getuigende dominees (1918-1967), een meer praktische oriëntatie en samenwerking (1967-2001) en ten slotte die van politiek medespeler (sinds 2002).

Aandacht voor de Landelijke Stichting

Het is opvallend dat er in het boek Mannen van Gods Woord in de meeste hoofdstukken - zij het met enkele zinnen - aandacht is voor de Landelijke Stichting tot handhaving van de Staatkundig Gereformeerde beginselen. Wat er in de hoofdstukken 1 en 2 over de Landelijke Stichting staat, heb ik ter plaatse in deze recensie al genoemd.

In hoofdstuk 3 maakt dr. Exalto eerst melding van de oprichting van de Landelijke Stichting om er vervolgens zijn inschatting aangaande de invloed van de Landelijke Stichting in de partij aan toe te voegen. Hij schrijft:

De rechtse verontrusten richtten in 1977 de Landelijke Stichting tot handhaving van de Staatkundig Gereformeerde beginselen op, die met het tijdschrift ‘In het spoor’ nog steeds de rol van ‘rechtsbuiten’ vervult, zij het dat ze een marginale rol speelt en nooit een serieuze bedreiging voor de eenheid van de partij heeft gevormd.24

Dr. Van der Zwaag gaat in het vierde hoofdstuk duidelijk de mist in als hij het over de Landelijke Stichting heeft. Hij schrijft namelijk:

De in 1969 opgerichte Landelijke Vereniging van Bezwaarden in de Staatkundig Gereformeerde Partij leidde in 1977 tot de Landelijke Stichting tot handhaving van de Staatkundig Gereformeerde beginselen. Het innemen van een ander standpunt dan door Kersten en Zandt werd beschouwd als het verlaten van de beginselen. Met name op de uiterste rechterflank van de gereformeerde gezindte blijft men tot op de dag van vandaag voortdurend moeite hebben met veranderingen in de samenleving en in de kerk.25

Met de ‘Landelijke Vereniging van Bezwaarden’ bedoelt hij kennelijk het Comité van Bezwaarden. De Landelijke Stichting is echter geen opvolger van dat Comité. En de Landelijke Stichting heeft niet gesteld dat het innemen van een ander standpunt dan ds. Kersten en ds. Zandt beginselverzaking is, maar dat het innemen van een ander standpunt dan Gods Woord ons voorschrijft, beginselverzaking is. Wel heeft zij er meermalen op gewezen dat ds. Kersten en ds. Zandt onverkort aan Gods Woord wilden vasthouden. Niet wat haalbaar is, maar wat eis van beginsel is, was voor hen bepalend.

In een voetnoot wordt door Van der Zwaag nog het Reformatorisch Dagblad (16 mei 2017) geciteerd waarin drs. P.H. op ’t Hof zich kritisch heeft uitgelaten over het feit dat de overheid zowel het bijzonder als het openbaar onderwijs financiert. Vanwege het alleenrecht van God zou de overheid alleen gereformeerde scholen moeten bekostigen. 26 En even later wordt A. Verwijs in een voetnoot geciteerd uit In het spoor (2016, p. 248). Hij stelde dat het SGP-hoofdbestuur met de nota Gerechtigheid verhoogt een volk

op een zeer wezenlijk punt het Bijbelse spoor heeft verlaten, artikel 36 verminkt en Gods eer schendt. Er is nu bestaansrecht voor een voluit gereformeerde partij naast de SGP, zo schrijft hij. 27

In hoofdstuk 5 wordt nogmaals de Landelijke Stichting genoemd in het kader van het vrouwenkiesrecht. Hierbij wordt nog genoemd dat de Landelijke Stichting steun kreeg van het kerkblad De Wachter Sions dat het SGP-hoofdbestuur op het punt van het vrouwenkiesrecht kritiseerde. Het hoofdbestuur had namelijk beweerd dat het niet consequent was de vrouw uit te sluiten van het bijwonen van politieke vergaderingen wanneer men meisjes wel voortgezet onderwijs liet volgen en studeren. Gods Woord kende de vrouw echter een andere plaats toe dan in de regering van het land, de staatkunde en het politieke bedrijf, aldus scribent Boeder. 28

In hoofdstuk 6 staat het standpunt vermeld van In het SGPoor. Toen de voorlichter van de SGP-fractie in de Tweede Kamer, de heer M. de Bruyne, in 1992 een lans brak voor het beter benutten van de massamedia voor het uitdragen van SGP-standpunten, reageerde de Landelijke Stichting bij monde van dr. L.J. Molenaar direct hierop door te pleiten tegen elke vorm van radio- of televisiegebruik. 29

Ten slotte staat in hoofdstuk 8 dat de electorale samenwerking van de SGP met GPV en RPF door de Landelijke Stichting werd bestreden. Ook de Barneveldse SGP-wethouder L.M. Verhoeks achtte in 1995 een lijstineenschuiving met die partijen niet aanvaard

baar. Het verzet tegen vrouwelijke kandidaten van RPF en GPV resulteerde in diverse gemeenten tot stopzetting van soms langdurige onderlinge samenwerking. 30

De verschillende scribenten van Mannen van Gods Woord hebben, zo blijkt uit deze verwijzingen naar de Landelijke Stichting, het conservatieve SGP-geluid niet genegeerd. Dit alles draagt bij aan een evenwichtige geschiedschrijving.

Persoonlijke noot

De momenteel oudste partij van Nederland gaat helaas langzaam maar zeker voort in de trein van de verdergaande modernisering en secularisatie, hier en daar eerder ‘onopgeefbare’ Bijbelse beginselen achter zich latend, zoals opnieuw ook uit dit boek blijkt. Dit bleek mij ook heel duidelijk uit de bijdrage van drs. J. Schippers aan het boek: Een versplinterd landschap. Bijdragen over geschiedenis en actualiteit van Nederlandse politieke partijen, waarin hij schrijft over de SGP en de ontwikkelingen die ze doorgemaakt heeft. 31 Steeds meer en meer wordt door SGP-bestuurders gedacht in termen van politieke haalbaarheid in plaats van het absolute alleenrecht van God op Nederland, alle woordkunst van Bijbels genormeerde politiek ten spijt.

En als we letten op de laatstgehouden partijdag van de Staatkundig Gereformeerde Partij (21 april 2018), dan wordt deze voortgaande ontwikkeling ten diepste slechts bevestigd. Kritische reflectie, laat staan een wederkeer tot de oude paden en de rechte sporen, wordt helaas gemist. In de partijrede van C.G. van der Staaij 32 werd naast ds. Abma nog wel twee keer ds. Zandt geciteerd, maar verscheidene beginselen waar ds. Zandt voor stond, zijn inmiddels verdwenen in de partijhistorie en lijken verder nu niet meer actueel.

Het lijkt erop dat de portretten en namen van Godzalige predikanten zoals Kersten, Zandt, Mieras en anderen steeds meer een soort nostalgie van de traditie van de partij dienen en dat hun stem, daarmee bedoel ik de beginselvaste, zekere en heldere stem van Gods Woord, al meer en meer gaat zwijgen.

Bij het lezen van dit boek werd ik bepaald bij Psalm 74 vers 9 (berijmd). Daarom eindig ik deze recensie met dit vers uitgeschreven in de berijming van Petrus Datheen:

Ach, wij zien geen tekenen meer voortaan

Uwer gunst; de profeten ons ontbreken;

Niemand wil voor ons nog strijden, noch spreken;

Wanneer zal Uwe toorn van ons toch gaan?


Noten:

1) H. Vollaard e.a., Mannen van Gods Woord. De Staatkundig Gereformeerde Partij 1918-2018, Hilversum 2018, pp. 208, ISBN 9789087047177, prijs: 25 euro. Hierna: Mannen van Gods Woord.

2) A.A. Kluveld, ‘Partij gebaat bij duidelijkheid’, in: Reformatorisch Dagblad - SGP 100 jaar, maandag 16 april 2018, p. 33

3) P.H. op ’t Hof, ‘Keer terug naar Woord en Wet’, in: Reformatorisch Dagblad - SGP 100 jaar, maandag 16 april 2018, p. 17

4) G. Voerman en H. Vollaard, ‘De SGP: een religieuze partij in een democratie’, in: Mannen van Gods Woord, p. 11 (hierna: Voerman en Vollaard)

5) Voerman en Vollaard, p. 12

6) Voerman en Vollaard, p. 15

7) F. van Lieburg, ‘Staatkundig gereformeerd verleden. Ontstaan en overleven van een protestpartij’, in: Mannen van Gods Woord, p. 40 (hierna: Van Lieburg)

8) Van Lieburg, p. 40-41

9) J. Exalto, ‘Kerk, school en partij. De SGP als politieke representatie van de bevindelijk gereformeerden’, in: Mannen van Gods Woord, p. 48 (hierna: Exalto)

10) Exalto, p. 67

11) K. van der Zwaag, ‘Van theocratie naar godsdienstvrijheid. De SGP over religie en politiek’, in: Mannen van Gods Woord, p. 69 (hierna: Van der Zwaag)

12) Van der Zwaag, p. 70

13) Van der Zwaag, p. 87

14) Van der Zwaag, p. 88

15) Van der Zwaag, p. 89-90

16) Van der Zwaag, p. 90

17) H. Post, ‘Een gespannen relatie: De SGP en de vrouw’, in: Mannen van Gods Woord, p. 93-117 (hierna: Post)

18) Post, p. 93-98

19) Post, p. 93-95

20) Post, 114-117

21) J. van Holstein e.a., ‘Meebewegende stabiliteit. Organisatie en aanhang van de SGP’, in: Mannen van Gods Woord, p. 119-148 (hierna: Van Holstein e.a.)

22) R. de Jong, ‘De SGP ingetekend. De geografische spreiding van de staatkundig gereformeerde kiezers tussen 1918 en 2017’, in: Mannen van Gods Woord, p. 149-165

23) H. Vollaard en R. van Well, ‘Getuigen of samenwerken? De SGP in de politieke praktijk’, in: Mannen van Gods Woord, p. 167-194 (hierna: Vollaard en Van Well)

24) Exalto, p. 60

25) Van der Zwaag, p. 79

26) Van der Zwaag, p. 79

27) Van der Zwaag, p. 90

28) Post, p. 101

29) Van Holstein e.a., p. 131. Zie ook: L.J. Molenaar, ‘Mediaschik of media-schrik: wat nu, SGP?’, in: In het spoor, augustusnummer 1992, p. 65-69

30) Vollaard en Van Well, p. 179

31) J. Schippers, ‘De SGP: Een karakteristieke eik in een Hollands Weidelandschap’, in: Een versplinterd landschap. Bijdragen over geschiedenis en actualiteit van Nederlandse politieke partijen, Amsterdam 2018, p. 167- 183

32) C. G. van der Staaij, ‘Geloofd zij de Heere’. Partijrede uitgesproken tijdens de partijdag 21 april 2018 in Nieuwegein. Digitaal te raadplegen: https://www.sgp.nl/ actueel/partijrede-kees-van-der-staaij-geloofd-zij-deheere/8999.

Fotoverantwoording:

a) Beeld uit besproken boek.

Dit artikel werd u aangeboden door: In het spoor

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 juli 2018

In het spoor | 68 Pagina's

‘Mannen van Gods Woord’?

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 juli 2018

In het spoor | 68 Pagina's