Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Luther en de Joden

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Luther en de Joden

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hieronder treft u een integrale vertaling aan van het artikel ‘Luther en de Joden’, geschreven door de in 1934 in Duitsland geboren prof. dr. jur. dr. theol. h.c. Axel Freiherr von Campenhausen uit Hannover.

Hij is doctor in de rechten, maar ook doctor honoris causa (h.c.) in de theologie, dat wil zeggen iemand die de doctorsgraad als eerbewijs gekregen heeft. Het woord ‘Freiherr’ (baron) duidt erop dat hij van adel is.

De lezer bedenke dat er in Duitsland geen soort van Hervormingsdag (meer) is. Het artikel stond in het oktobernummer van de ‘Informationsbrief’ van de Duitse beweging ‘Kein anderes Evangelium’ en is met toestemming van de auteur door mij uit het Duits vertaald. Daaraan zijn alleen enkele noten ter toelichting toegevoegd.

Drs. P.H. op ’t Hof

‘Luther en de Joden’

De Reformatie is de belangrijkste gebeurtenis in de kerkgeschiedenis van het Avondland 1 met gevolgen in kerken, maatschappij en staat tot op de dag van vandaag. Daarom is de (her)invoering van een gedenkdag goed te rechtvaardigen. Daartegen wordt altijd weer ingebracht dat Luther een antisemiet geweest is en dat een ideëel spoor van bloed door de geschiedenis van Luther naar de nazimisdaden getrokken kan worden.

Afgezien dat de geplande dag geen Lutherdag moet zijn (hij is in november geboren!), maar een Hervormingsdag (Reformationsfest), is het verwijt zo niet juist, is het een politiek gemotiveerd verzinsel van de naoorlogse tijd en is het in de geschiedeniswetenschappen in de laatste tijd herhaaldelijk weerlegd. Natuurlijk was Luther een kind van zijn tijd en van de kerk. Beide stonden vanzelfsprekend vijandig tegenover de Joden. Voordat Luther leefde, waren de Joden uit verscheidene Europese landen wreed verdreven. Tijdens zijn leven werden de Joden in bepaalde streken ook in Duitsland verdreven, bijvoorbeeld in Saksen door het vorstenhuis van Wettin of in Maagdenburg, Erfurt of Regensburg.

Met zijn geschrift Dass Jesus Christus ein geborner Jude sei (1523) deed hij daaraan niet mee. Hij wilde met de Joden in gesprek komen en verwachtte hen met de herontdekte boodschap van het Evangelie ook te kunnen winnen.

Mooi was de religieus gemotiveerde Jodenhaat van die tijd natuurlijk niet. Maar in strijd met de moderne beweringen had dit anti-judaïsme met het moderne racistische antisemitisme van de 19 e en 20 e eeuw weinig gemeen. Het was een afwijzing van de Joden die gebaseerd is op godsdienstige redenen, namelijk het doden van Jezus. Dat gold voor de hele toenmalige kerk evengoed zoals voor zo verstandige mensen als Erasmus van Rotterdam (ca. 1466-1536) met zijn verbazingwekkende beschimpingen van de Joden.

Luther heeft echter toen hij oud en ziek was en door zorgen bezwaard werd ten aanzien van het overleven van de Reformatie, met het geschrift Von den Juden und ihren Lügen (1543) op beschamende wijze misgegrepen. Dat moet niet goedgepraat worden. Maar het is niet de bron van het moderne antisemitisme, maar een buitensporigheid van het middeleeuwse, op de godsdienst gebaseerde anti-judaïsme. Sinds de Dertigjarige Oorlog (1618-1648) was de ‘Evangelische Kirche’ voor haar verhouding met de Joden op Luthers vroege, Joodvriendelijke geschrift Dass Jesus Christus ein geborner Jude sei (1523) afgestemd. Het anti-judaïstisch geschrift van 1543, die van generatie op generatie in de gangbare Luthergeschriften niet werd afgedrukt, had men niet voor ogen of men wees het als van niet toonaangevende betekenis af.

Het moderne racistische antisemitisme putte uit andere bronnen. Kenmerkend daarvoor zijn (behalve de latere nationaalsocialisten) in de 19 e eeuw namen als Richard Wagner 3 en vooral Houston Stewart Chamberlain 4 of Adolf Stoecker 5 (1835-1909).

Opmerkelijk genoeg komt de naam van Maarten Luther in dit verband en in de omvangrijke desbetreffende literatuur niet voor, en wel daarom omdat zijn anti-judaïstisch geschrift niet bekend was. In de ‘Evangelische Kirche’ was het hoogstens bij vakmensen bekend. Maar de kerk erkende het niet als haar boodschap en liet het generatieslang in de gangbare talrijke uitgaven van Luthers geschriften eenvoudig weg. Generatieslang werd het niet gedrukt. Ook de ijverige antisemieten van de 19 e eeuw kenden het niet. Daarom konden de nationaalsocialisten de kerk verwijten dat de ‘Evangelische Kirche’ zo’n belangrijk geschrift voor het Duitse volk geheim had gehouden. Inderdaad hebben pas de nationale antisemieten van de 20 e eeuw Luthers late Jodengeschrift weer ontdekt.

Een wetenschappelijk onderzoek heeft onlangs aangetoond dat Luthers naam in de letterkundige heksenkeuken van het moderne antisemitisme geen enkele maal verschijnt en in de desbetreffende vakbibliotheken niet is te vinden. Dat geldt zelfs voor Hitlers Mein Kampf: Hij wist van Luthers geschrift niets af en had zijn antisemitisme uit andere, vooral Weense bronnen. 6 Daar was overal niet Luther, maar Houston Stewart Chamberlain de autoriteit die de richting bepaalde.

In zijn hoofdwerk Die Grundlagen des Neunzehnten Jahrhunderts (1899) ontwikkelde hij een rassentheorie die het nationaalsocialisme wezenlijk beïnvloedde. Zelfs in Das Dritte Reich und die Juden (2008) van Saul Friedländer, een autoriteit binnen het antisemitisme-onderzoek, komt de naam van Luther in het register weliswaar herhaaldelijk voor, maar daar wordt niet de hervormer bedoeld. Het gaat daar om de staatssecretaris van het Ministerie van Buitenlandse Zaken en deelnemer aan de Wannseeconferentie met dezelfde naam. 7

De ondanks betere kennis steeds herhaalde stelling aangaande de continuïteit van het antisemitisch gedachtegoed van de Reformatie van Luther tot op Hitler is een onhistorische, politiek gemotiveerde constructie. Het problematische Jodengeschrift van Luther weerspiegelt het godsdienstig bepaalde antijudaïsme dat in de hele Christenheid van toen verbreid was. Invloed op het racistisch antisemitisme van de late 19 e en 20 e eeuw moet uitgesloten worden.


Noten:

1) Hiermee wordt Europa bedoeld.

2) A. Freiherr von Campenhausen, ‘Luther und die Juden’, in: Informationsbrief, oktober 2018, nr. 312, p. 13-14

3) De Duitser Richard Wagner (1813-1883) is nog steeds bekend als componist, maar was daarnaast ook politiek actief. Hij ageerde sterk tegen Joden en heeft een lang antisemitisch artikel Das Judenthum in der Musik (1850) geschreven.

4) Houston Stewart Chamberlain (1855-1927) was een Engels- Duitse schrijver van talrijke populair-wetenschappelijke werken, onder andere over Richard Wagner, Immanuel Kant en Johann Wolfgang von Goethe. Verder was hij een verdediger van het nationalisme en antisemitisme. Zijn bekendste werk is Die Grundlagen des Neunzehnten Jahrhunderts (2 delen, 1899), dat het standaardwerk werd voor het racistische en ideologische antisemitisme in Duitsland. 5) Adolf Stoecker (1835-1909) is hofkapelaan geweest van de

5) Adolf Stoecker (1835-1909) is hofkapelaan geweest van de Duitse keizer Wilhelm I (1797-1888). Vanwege zijn positie als hofkapelaan (tussen 1874 en 1890) was hij een van de meest invloedrijke Lutherse geestelijken van de 19 e eeuw. Hij verkondigde dat de Joden een ras waren en geen religie, en beklemtoonde dat liefde voor een Jood vijandschap was tegen het ware Christendom. Het antisemitisme van Stoecker beïnvloedde Duitsland tot diep in de 20ste eeuw.

6) Zie: J. Wallmann, ‘Ein Vermächtnis Kaiser Wilhelms II. Was hat Walter Grundmanns Eisenacher ‘Entjudungsinstitut’ mit Martin Luther zu tun?’, in: Zeitschrift für Theologie und Kirche, jrg. 114, nr. 3, 2017, p. 289-314

7) Martin Franz Julius Luther (1895-1945) was een Duitse (onder)staatssecretaris voor Buitenlandse Zaken. Hij was een gerenommeerd lid van de Nationaalsocialistische Duitse Arbeiderspartij in Duitsland. Luther diende als adviseur van de minister van Buitenlandse Zaken Joachim von Ribbentrop. Hij was een van de 15 hoge ambtenaren die aanwezig waren bij de Wannseeconferentie in 1942, waar de nazi’s de ‘Endlösung der Judenfrage’ oftewel de ‘definitieve oplossing voor het Jodenvraagstuk’ gestalte wilden geven.

Fotoverantwoording:

a) Bernd Schwabe [CC BY-SA 3.0] via Wikimedia Commons

Dit artikel werd u aangeboden door: In het spoor

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 december 2018

In het spoor | 68 Pagina's

Luther en de Joden

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 december 2018

In het spoor | 68 Pagina's