Samaria.
De geschiedenis van het rijk der tien Êtammen is zoo diep treurig, dat de lezer, zich smartelijk getroffen, afvraagt: I» dat nu de geschiedenis van 's Heeren uitverkoren volki' Menigmaal zou men meenen het verhaal te lezen van een of ander heidensch koninkrijk, omdat we telkens stuiten op moord en doodslag, ja allerlei ongerechtigheid. En dat alles was het gevolg ran den afval van Jerobeam, die zondigde tegen den Heere en Israël zondigen deed. Daarom is ook de regeering zijner opvolgers eene geschiedenis van bloed en tranen.
Zimri, de vierde Koning na Jerobeam, had slechts zeven dagen geregeerd, toen hij in zijne hoofdstad Thirza belegerd werd door zijn krijgsoverste Omri. Het gansche volk viel Omri bij en weldra was Thirza ingenomen. Wat zal Zimri doen? Zich overgeven? Neen! Liever, dan in handen der overweldigers te vallen, stak bij zijn paleis in brand en kwam bij om in de vlammen. Nu was Omri zonder hoofdstad en besloot hij eenen schoenen heuvel te koopen in de nabijheid der vlakte van Jizreél. Op dien heuvel bouwde hij eene hoofdstad, welke bij naar den vroegeren eigenaar. Semes geheeten, den naam van Samaria gaf. Sinds dien tijd bleef Samaria de hoofdstad van het rijk der tien stammen en was do zetel van het weelderige hof.
Hier troonde de nietswaardige Achab, die er den tempel van Baal stichtte. Nochtans liet de Heere niet af, zijn volk telkens te waarschuwen. Ondanks de ongerechtigheid van Vorst en onderdanen, redde Hij de stad tot tweemaal toe uit de handen van Benhadad, den Syrischen Koning. Toch blijven de Syriërs met verwonderlijke hardnekkigheid Samaria bestoken. Nog eens, in Jorams tj.jd wordt de gansche Syrische krijgsmacht rondom Samaria's heuvel bijeengetrokken. De honger stijgt in de benauwde stad tot eene ontzettende hoogte; in wanhoop doodt eene moeder baar eigen kind en voedt er zich mee. Toen de nood op het hoogst was, gaf God echter redding. Hij verschrikte de Syriërs door een geruisch van naderende strijd wagens en paarden, zoodat zij, hevig ontsteld, heil zochten in eene overhaaste vlucht. Samaria is wonderbaar verlost! Maar de verblinde inwoners werden door de lankmoedigheid Gods niet tot bekeering gebracht. Evenmin luisterden zij naar de waarschuwingen der profeten.
De bedreigingen der profeten waren krachtig genoeg. Zoo zeide Micha in den naam des Heeren: „Ik zal Samaria stellen tot een steenhoop des velds, tot plantingen eens wijngaards, en Ik zal hare steenen in de vallei storten en hare fondamenten ontdekken."
De inwoners wilden echter niet luisteren en zoo werd eindeUjk door Salmanasser, die de afgodische stad innam en de bewoners wegvoerde, het strafgericht des Heeren voltrokken.
M lar zie nu eens, h oe nog na eeuwen de vervulling van Micha's profetie voor ieder duidelijk in 't oog springt. Wat is er van het oude Samaria overgebleven ? Ofschoon Israels Koningen hier éénmaal den scepter zwaaiden. Herodes hier beerschte en braste en ongekende weelde ten toon spreidde, is nochtans Samaria verwoest. De schepter is verbri-jzeld, de maaltijden zijn vergeten, de pra'-ht is verdwenen en Samaria is een steenhoop geworden en als een plantinge eens wijngaards. Werkelijk zijn hare steenen in het dal geworpen — nog liggen zij daar als eene getuigenis van Gods rechtvaardigheid. En aan den voet van den heuvel, waarop eens het schoone Samaria stond, ligt nog een ellendig gehucht, Sebaste geheeten. uit eenige armzalige hutten bestaande.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 8 oktober 1904
Kerkblaadje | 4 Pagina's