Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Zalig.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zalig.

4 minuten leestijd

I.

Zalig zijn de armen van g^est; want

hunner is het Koninkrijk der hemelen.

Zalig zijn die treuren; want zij zul

len vertroost worden.

Zalig zijn de zachtmoedigen; want

zij zullen het aardrijk beerven.

Matth. 5 : 3—5.

Het Evangelie is de blijde boodschap van behoudenis eener verlorene wereld uit louter genade Gods door de verlossing, die in Christus Jezus is. Met dit Evangelie is de Heere Jezus voor het volk opgetreden. Om die blijde boiodschap te verkondigen aan de^armen, de zachtmoedigen, is Hij gezalfd met den Geest des Heeren Heeren. (Jes. 61). Volgens Matth 5—7, de bergrede, heeft Hij dat Evangelie doen hoonen aan een groote schare. En als Hij Zijnen mond opende, was het eerste, wat van Zijne lippen vloeide, genade. Geen vloek, maar ziegen. En in Zijne zaligsprekingen heeft Hij de eigenschappen Zijner geloovigen aangewezen.

'De eerste eigenschap is: arm van geest zijn. Bij Lucas heet het: Zalig zijt gij armen, .Jondir de toevoeging ,,van geest''. Dat heeft beteekenis. Daarmede wordt ons gepredikt, dat het oog des Heeren het eerst over den armen stand gaat. Evenals de geboorte des Heilands het eerst aan artne herders werd bekend gemaakt, wa'arvan wij ook bij den apostel Jacobus lezen: ,,Heeft God niet uitverkoren de armen dezer wereld, om rijk te zijn in het geloof, en erfgenamen des Koninkrijks, hetwelk Hij beloofd heeft dengenen, die Hem liefhebben'' (Jac. 2 : 5). En de apostel Paulus schrijft : ,,Ma,ar het dwaze der wereld heeft God uitverkoren, opdat Hij' de wijïen beschamen zou ; en het zwakke der wereld heeft God uitverkoren, opdat Hij het sterke zou beschamen; en het onedele der wereld, en het verachte heeft God uitverkoren, en hetgeen niet is, opdat Hij hetgeen iets is, te niet zoude maken; opdat geen vleesch zou rojmon voor Hem.'' (1 Cor. 1 : 27—29). Evenwtel niet alle armen, maar de armen van geest, d. i. de waarlijk geestelijk armen, worden zalig gesproken. Een arme, die niet arm van geest is, die zich zelve helpt, op wellte wijze dan ook, — en hoevelen zijn dat! — wordt niet zaliggesproken. En wederom: «en rijke naar de wereld, die arm van geest is, geldt het woord des Heeren: Zalig zijt gij. Zooals b. v., de wijzen uit het oosten, die rijTc naar de wereld, als armen van gfeest voor het Kindeken Jezus nedervallende, ' heïaeJve hebben aangebeden. (Matth. 2 : 11).

Allen dus, die arm van geest zijn, hetzij zij rijk of arm zijn naar de wereld, geldt dit hail.

Wat is arm van geest ? De arme naar ds wereld heeft geen eigen bezit, waarop zijn welstand gebouwd is, hij is afhankelijk van zijn weldoener, van zijn werkgever. Zoo heeft de arme van geest geen grond van behoud voor God en zichzelvien, maar hangt geheel af van Gods ontfermen. Aan alles gebrek hebbende, wat voor God doet bestaan, is hij een bedelaar aan Gods troon. De armen van geest zijn dat volk, waarvan wij in Ps. 72 : 66 (berijmd) zinden:

,.'t Behoeftig volk, in hunne nooden,

In hun ellend' en pijn,

Gansch hulpveloos tot Hem gevloden,

Zal Hij ten redder zijn,''

Zulke armen van geest, zijn ook treurende (VS, 4). Zij hebben een verbroken hart en verslagen geest. Waarover treuren zij,? O, er is allerlei treuren, dat vertroosting vindt bij God. droefenis in zooveel leed en smart. Maar hier is bedoeld het treuren over de zonde als zonde tegen God. Het om Zijn troost verlegen zijn, om den eenigen troost in leven en sterven. Men mist God, Zijne gemeenschap. Met God moet men verzoend zijn, Zijn vriendelijk aangezicht ontnioeten. Men moet vergiffenis van zonde, vrede bij God hebben. De verdiende straf wnl men wel vragen, als God maar vergeeft. Evenals een kind, dat bedroefd is, omdat het zijn lieve ouders gegriefd heeft. Zulk een droefheid was er^ bij David en bij Petrus, als zij tot erkentenis van huime zonde gekomen waren.

Die armen van geest nu, deze treurigen naar •<3od, zijn ook zachtmoedig (vs. 5). Wat is zachtmoedig? De zachtmoedige is niet hard, stout, trotsch, maar zacht, bescheiden, klein, nederig van hart. Als het om den Naam des Heeren gaat, moedig, maar raakt het zijn eigene eer, dan is hij veeleer bedeesd; er is geen zelfhandhaving. De wereld gaat groot op hare macht en wijsheid, en kan alles trotseeren, gelijk zij meent, is hooggevoelende, v-ol goeden dank van zich zelve. De zachtmoedige daarentegen vermag zonder den Heere niets, kan geen trots tegenover trots stellen, maar gaal den ondersten weg. Mozes, hoewel de meest geplaagde, was zeer zachtmoedig. (.Exod. 12:3\ Maar, de zachtmoedige is tegenover God en m^schen klein. Tegenover God en Zijn doen legt hij de hand op den mond, zonder tegenspreken en morren, in verbrijzeling des geestes. Er is geen zelï-rechtvaardiging voor den Heere. En zoo lijdt hij tegenover den naaste lievei onrechtj dan dat hij zich in bitterheid en kwaadheid tegen h^sm stelt.

Arm van geest, treurende naar God, zachtmoedig zijn, dit zijn kostelijke eigenschappen der geloovigen. Deze hebben zij echter niet van zichzelven, maar 'de Heere bereidt hen alzoo door Zijn Geest en Woord. Dit blijkt er uit, dat des Heeren geloovigen behoeftige menschen zijn, in zich zelve ledig aan alles, wat voor God goed is, maar uit Zijne volheid hebben zij ontvangen ook genade voor genade, (Joh. 1 : 16),

n.

Wat wordt aan des Heeren geloovigen beloofd '^ Aan de armen van geest, dat noodriiftig en behoeftig volk wordt toegezegd het Koninkrijk der hemelen. Dat is een goddelijk, hemelsch, een eeuwig blijvend genot, In het Koninkrijk der hemelen is God Koning, dï Heere des hemels en der aarde. Daarin regeert God, de Vader, alle dingen door Zijnen lieven Zoon Jezus Christus, Daarin he'oben de onderdanen deel aan alles, wat God voor de Zijnen is en heeft, deel aan al de schatten en gaven, \velke hun door Jezus Christus verworven zijn, Daarm hebben zij gemeenschap • mei den ^'ade^ en den Zoon door den Heiligen Geest; deelen in de liefde van den volzaligcfn God, Wiens oog in welgevallen op hen rust. Zoo hebben dan de armen van geest een rijken God, bij wien het hun aan niets kan ontbreken; zij bezitten schatten m den hemel, welke door niets en door niemand kunnen g'eroofd worden, zij hebben een heil, dat nooit vergaat, O, bij die hemelsche schatten is al het goed der wereld niet te vergelijken.

En waar de armen van geest, door zoo groote goedertierenheid Gods over hen, te dieper gevoelen, hoe zeer zij wegens hunne zonden al die weldaden onwaardig zijn, ja, het tegendeel van Gods gunst \erdiend hebben. — zijn zij te meer er \an doordrongen, hoezeer God waardig is gevreesd en gediend te worden. Daardoor komt het, dat zij bij de ervaring, dat zij dag bij dag Gods heilige g^eboden overtreden, treuren voor God over hun verkeerd en verdraaid hart, en voortdurend hehoefte hebben aan den troost van de vergeving hunner zonden. En dat weet de Heere. Hij weet, dat zij zichzelven niet kunnen troosten en bij de wereld geen troost vinden, daarom laat Hij hun Zijnen troost toeroepen. Weest -«"elgemocd! gij treurigen, zegt de Heere: Ik zal u troosten. Zijt met versaagd, want Ik de Heere ben uw gienadige Heiland, Ik zal u leeren en leiden, sterken en bewaren. Zalig zijt gij in Mijne hoede (vgl. Jesaia 40 : 1—2).

F,n zoo ontvangen ook de zachtmoedigen, die met den overmoed, de driestheid dei- wereld niet kunnen meedoen, maar door haaj. gekweld worden, de belofte, d^t toch aj het aardrijk zullen beerven, d. i. dat zij een veilig doorkomen door de wereld zullen hebben, zoodat zij èn voor het toekomende èn voor hst tegenwoordige leven en allen behouden zijn. Want niet de wereld, maar God is Richter op de aarde. Groot is dan het goed, dat de Heere weggelegd heeft voor degenen, die Hem vreezen. In waarheid gelukkig zijn zijne geloovigen, ofschoon zij door de wereld als ongelukkigiMi worden aangezien. Zalig, zalig zijn de armsn van geest, de treurenden naar God, de zachtmoedigen. Zij zijn van zonde, dood en verderf verlost, zij hebben bij God genade, gerechtigheid en leeuwig le\'en. liet moge dan met hen in deze wereld gaan door lijden en strijd, nochtans gaat het tot overwirmirLg en heerlijkheid. Intusschen moeten wij er acht op geven, dat zij niet zalig zijn, omdat zij arm van geest zijn, omdat zij treuren en zachtmoedig zijn; neen, maar m de belofte des Heeren Jezus, Zijne belofte vaji heil en leven, ligt de grond en hoop hunner zaligheid. Een arme is gelukkig, niet omdat hij arm is, maar omdat hij goed verzorgd wordt. Een treurige is gelukkig, niet omdat hij treurt, maar omdat hij recht vertroost wordt, enz. De geloovigen worden dus niet zaliggesprokcn wegens de eigenschappen, die hen kenmerken, maar omd2,t rij des Heeren Jezus' beloften des heils ontvangen hebben. Daarom hebben die behoeftigen en nooddniftigen, in zich zalven arme en verlorene zondaren, te zien op des Heeren Woord en be loften. Ja, daarop mogen zij zich verlaten voor tijd en eeuwigheid. Al wie dan den Heerc klaagt, dat hem alles ontbreekt wat hij toch in Hem hebben moet, ontvangt Zijn troostrijk antwoord: ,,Doe uwen mond wijd open en Ik zal hem vervullen.'' A. E.

Dit artikel werd u aangeboden door: Stichting Vrienden van dr. H.F. Kohlbrugge

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 8 februari 1908

Kerkblaadje | 4 Pagina's

Zalig.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 8 februari 1908

Kerkblaadje | 4 Pagina's