De Jansenisten.
De wijding van een „Jansenistisch of Oud- Katholiek" bisschop te Haarlem deed één onzer lezers vragen naar nadere inlichtingen over het Kerkgenootschap, waartoe deze bisschop behoort. Gaarne geven wij die.
Niet alleen de Hervormers hebben de Pausen tegengestaan. In den loop der tijden zijn er ook anderen in den boezem der Roomsche Kerk tegen de Pauselijke heerschappij opgekomen ; vooral wanneer deze in verbond was met de Jezuïeten.
De orde der Jezuïeten had in het midden van de zeventiende eeuw groote macht en aanzien verkregen; overal waren de jezuïeten als biechtvaders gewild, vooral daar zij de kunst verstonden, toegefelijk te zijn tegen de zonden der wereld. Juist doordien zij de leer van den vrijen wil op den voorgrond plaatsten, wisten zij bij menige zonde iets te vinden, waardoor de vrije wil niet ten volle werkzaam was geweest, en stempelden zóó vele zware zonden tot lichte. Hunne zedeleer en hunne biechtpraktijk zijn voor alletijden berucht geworden.
Ernstige mannen in de Roomsche Kerk traden daar tegen op. Zóó de Nederlander Jansenius, bisschop van IJperen, zijn vriend de abt van St. Cyran, Anton Arnould en diens zuster Angelica, priores van Port Royal. Het waren personen van strengen levenswandel, aanhangers van den kerkvader Augustinus, uit wiens geschriften zij de leer der verkiezing en der genade opdiepten, die alléén den mensch van zonde vrij maakt. Hun aanhang was groot. Bij hun kring voegde zich ook Pascal, die de gemakkelijke zedeleer der Jezuïeten op schrikkelijke wijze he kelde. Geen wonder, dat de Jezuïeten dezen kring haatten en trachtten veroordeeld te krijgen. Paus Innocentius X veroordeelde 5 stellingen uit het werk van Jansenius, die>t inmiddels was gestorven. Zijne vrienden beweerden, dat jansenius die stellingen nooit zóó bedoeld had als ze daar lagen ; de Paus zeide, dat die stellingen daar wel zoo bedoeld waren, waarop de vrienden van Jansenius antwoordden, dat de Paus in deze historische kwestie niet onfeilbaar was. Later kwamen de Pausen een tijdlang aan de Jansenisten tegemoet. Doch in 1713 ontbrandde de strijd opnieuw en uit de verklaring van het Nieuwe Testament door den Jansenist Paschasius Quesnell, werden op aandringen van Lodewijk XIV 101 stellingen veroordeeld door Paus Clemens XI Wie zich daartegen verzette, werd in Frankrijk vervolgd. De meeste Jansenisten vluchtten naar Nederland en werden hier door de Regeering beschermd. Zij hielden zich staande onder den naam van de Oud-blsschoppelijke Clerizie en hebben een aartsbisschop in Utrecht en bisschoppen in Haarlem en Deventer.
Toen in 1870 de Pauselijke onfeilbaarheid op het Vaticaansche concilie was doorgedreven, waren er vooral in Duitschland velen, die daar geen vrede mede hadden en onder den naam van Oud-Katholieken een eigen Kerk vormden; dezen hebben zich met de Nederlandsche Oud-Katholieken verbonden.
Wat is nu hunne verhouding tot de Hervormde Kerken ? Hoewel de mannen van Port Royal veel dichter bij de Hervormers staan dan de Jezuïeten en de officieele Roomsche Kerk, wilden ze toch van gemeenschap met hen niets weten. Zij zijn dan ook bij de oude Kerkvaders blijven staan en niet geheel tot de Schrift teruggekeerd. Van de leer der genade weten ze veel meer dan de Roomsche Kerk; toch hebben ze het Evangelie der rechtvaardiging door het geloof nooit goed begrepen; waarom zij zich dan ook niet losgemaakt hebben van het concilie van Trente, waar de Hervormde en Schriftmatige leer der rechtvaardigmaking wordt veroordeeld. Ook blijven zij de Roomsche leer van de Sacramenten en de bisschoppelijke kerkregeering aanhouden. En hoewel wij bij hun strijd tegen de Jezuïeten en den Paus geheel op hunne zijde staan, moeten wij daarop letten, dat ze niet verder zijn doorgedrongen. Het waren edele en eerbiedwaardige mannen, maar ze bleven halverwege staan.
Een eigenaardig voorbeeld levert hun strijd met Rome daarvan, dat dikwijls juist bij de mannen van den vrijen wil de laksche opvatting, bij hen, die den onvrijen wil leerenjde strenge opvatting van den wandel wordt gevonden, een verschijnsel dat ook in de Kerken der Hervorming meermalen is waargenomen. Wie den vrijen wil leert, die maakt het moeten van het kunnen afhankelijk en is bang om te veel te eischen. Juist wie den onvrijen wil leert, kan Gods gebod onvoorwaardelijk toepassen.
W. L.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 2 november 1912
Kerkblaadje | 4 Pagina's