Psalm 72.
Vervolg van no. 9.
IV.
Wij hebben reedg daarop gewezen, dat het koninkrijk, waarvftn David in onzen psalm profeteert, niet door de macht van bet vleesch uitgebreid wordt, maar door den Geest Gods. Dit bewijst nu de vierde afdeeling van den psalm (VS. 12—15); want dit is het ambt van den zoon Davids als koning, dat hij don ellendige verlost en voor hem borg is. Deze verzen zijn, als het ware het middenpuut, het merg van den geheelea psalm.
Vs. 12. Want hij zal den nooddruftige redden, die daar roept, mitsgaders den ellendige, en die geen helper heeft.
De nooddruftige is degene, die aan alles gebrek heeft, die geen brood heeft om te eten, die krank en amechtig is, die onder den last van zijne schulden gebukt gaat. David kende zoodanigen uit ondervinding, want toen hij door Saul vervolgd werd, leed hij honger en vroeg den priester Abimelech voor zich en zijne vijf jongelingen om brood. (1 Saai. 21 vs. 3). En toen hij zich in de spelonk Adullam moest verbergen, vergaderde tot hem alle man, die benauwd was, en alle man, die eenen schuldeischer had, en alle man, wiens ziel bitterlijk bedroefd was. (1 Sam. 22 vs. 3). Zulke nooddruftigen roepen anderen om hulp en redding aan. Zij zijn ellendig, d. i. nedergedrukt en hebben geen kracht en geen moed, om zich zelf te heipen; zij zijn dikwijls in doodsgevaar, ja den dood nabij. En een anderen helper vinden zij niet; alle deuren zijn voor hen gesloten. Veel meer dan de lichamelijk nooddruftigen, zijn degene die het naar den geest zijn, er ellendig aan toe. Zij zijn verloren. Hunne zonden kwellen hen, zij hebben eene schuld voor God die ze nooit kunnen afbetalen. De Wet eischt van hen betaling, voldoening, of zij verdoemt en vervloekt hen. Gods vreeselijke toorn verschrikt hen, en Hij verbergt Zijn aangezicht voor hen. Als Hij ze straft naar dal zij verdiend hebben, varen zij in de hel; en de angsten der hel benauwen hen reeds nu. De duivel laat hun geen rust, hij houdt hun al hun zonden voor en zegt bovendien: zoekt geen uitkomst bij den Heere God, Hij verhoort u toch niet. Ook dit heeft David ondervonden, want hij roept dikwijls in de psalmen: Straf mij niet in Uwen grooten toorn en^ kastijd mij niet in Uwe grimmigheid. Daarom kon hij ook van de nooddruftigen en neerge-Ibogenen spreken. Maar nu verj troost hij hen ook. De zoon, die üit mijn geslacht zal voortkomen, en aan wie God Zijne rechten geeft, die zal hen redden, eigenlijk er uitrukken uit hun ellende en hun nood. Dit moet voorwaar een goddelijke Helper zijn, die dat doet. David zou deze ellendigen dikwijls gaarne geholpen hebben, maar hij was zelf in nood, en als de Heere hem niet gered had, zou hij met al die ellendigen die tot hem gekomen waren, verloren zijn gegaan. Daarentegen zou die Koning de nooddruftigen zóó redden, dat zij uit al hun armoe, ellende, krankheid, verdrukking, vervolging, dood, uit al hun zonde, schuld, vervloeking, verdoemenis en hel verlost zullen zijn. Hij zal hun volkomene Zaligmaker zijn, en zij zullen in rust en vrede bij Hem wonen, bevrijd van alle smart.
Vs. 13. y>Hij zal den arme e nooddruftige verschoonen en de zielen der nooddruftigen verlossend.; dat is: Hij zal ajs het ware een oog toedrukken over den ellendigen staat des nooddruftigen; want deze is niet te groot dat liij zou zeggen : neen, dat is te erg, en te walgelijk, dat Ik op hem zou zien. Zoo doet wel de wereld, en zoo handelt dé eigengerechtige; maar onze Koning gaat in al onze ellende in, en hoe klageiijker wij tot Hem schreien, zoo denkt Hij niet aan Zichzelf en aan Zijne' heerlijkheid, maar aan ons. En zoo zal Hij onze zielen verlossen, d. i. uit de diepe benauwdheid in lie ruimte zetten. Hier gebruikt David het woord, hetwelk gewoonlijk vertaald wordt: zalig maken. Hij maakt hunne zielen zalig, Hij bevrijdt ze dus van allen nood, dood, ellende en zonde en brengt ze lot God terug. Vs. 14. D Hij zal hunne zielen van
Vs. 14. D Hij zal hunne zielen van list en geweld bevrijden, en hun bloed zal dierbaar zijn in Zijne oogena. Het woord, hetwelk met »list« vertaald is, beteekent eigenlijk: «vertrapt zijncc. Dit kan door list of door geweld geschieden. Want heeft niet de Satan onze zielen in het Paradijs door zijn bedrog en list vertrapt, zoodat zij in den dood zonken? Alzoo doet hij altijd. Hij heeft Christus willen vertrappen, dat Hij niet meer z(Tu opstaan, en ook al Zijn volk vertrapt hij, en werpt het op den grond; en dat doet hij bij ons door bedrog en list, doordat hij ons verleidt en het onze eigen schuld wordt, wanneer wij ter neer geworpen worden. En kan hij ons niet verleiden, zoo komt hij met geweld; en in 't bijzonder vervolgt en doodt bij degenen,- die Gods waarheid en belofte vasthouden. Maar onze Koning, zoo [irofeteert David, zal onze zielen van dat vertrapt zijn en van alle gewelddaad bevrijden. Hij zal onze Goël, onze bloedverwant zijn, die gehouden is, ons bloed te wreken aan onze vijanden, ons van den dood te verlossen, want ons bloed is dierbaar in Zijne oogen. Hij heeft dus ontferming over ons, en wat ons geschied is en nog geschiedt, beschouwt Hij als aan Hem zelf geschied. Wij zijn als de oogappel in Zijne oogen. Van degenen die Hem van den Vader gegeven zijn, zal Hij geen enkele verliezen; hun namen zijn in Zijne handpalmen ingegraveerd. Höe kan Hij dan anders dan in hunne benauwdheden Zelf benauwd zijn? Maar gij zegt: Wederhouden Hem dan onze zonden niet, om onze Goël te zijn'? Ja, naar het recht der Wet, die onze zonden straft en vervloekt, hebben wij geen recht, iets anders te verwachten. Veeleer hebben wij verdiend, dat Hij het bloed dat wij vergoten hebhen, aan ons zou wreken. Maar naar het recht van Christus, Die onze zonden aan het kruis gedragen en aan de vervloekende Wet voldaan heeft, kan Hij in waarheid onze Verlosser en Bevrijder zijn, en is Hij het ook.
's Gr.m. G. W. L.
Wordt vervolgd.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 3 juni 1916
Kerkblaadje | 6 Pagina's