Huichelaars.
Er zijn menschen, die zich zóó in hun ongeloof, hun vijandschap tegen al wat ernstige godsdienst is, hebben ingewerkt, dat ze zich niet kunnen voorstellen, hoe iemand te goeder trouw een orthodox Christen zou kunnen zijn, zou kunnen belijden wat de Schrift zegt van Gods genade, van Christus Jezus, van den ernst van onze zonde en van de ervaringen, die er gemaakt worden op den weg des Heeren. Dat zou alles huichelarij, aanstellerij zijn. Daarmee maakt men zich af van de bestraffing die men voelt door het geloof en den wandel van hen, die waarlijk God vreezen; en men zoekt naar vlekken op hun karakter en naar verkeerde daden, om te kunnen zeggen : Ziet ge wel, dat zij 't niet meenen, dat het alles huichelarij is ?
We moeten erkennen, dat ook zulke veronderstellingen veelal geuit worden ten opzichte van hen, die anders gelooven, die eene andere richting zijn toegedaan, door hen, die «geloovig» zijn.
Daartegenover staat de uitspraak die ik eens van een moderne gehoord heb : Ik heb nog nooit een volkomen huichelaar gezien.
Het is echter waar, de Schrift spreekt van geveinsden, van huichelaars. Zij bedoelt daarmee vooral de Schriftgeleerden en Farizeën, die hunne goede werken deden, om van de menschen gezien te worden. Hen vergelijkt de Heere met witgepleisterde graven, die van buiten wel schoon schijnen, maar van binnen vol zijn van doodsbeenderen en allerlei onreinigheid. Nu moeten wij ons goed in die Schriftgeleerden trachten intedenken. Wanneer zij zoo op die uiterlijke dingen konden letten, met voorbij-zien van de hoofdzaak van de Wet, de liefde, dan was dat niet altijd bewuste huichelarij in den groven zin van het woord. Zij zouden wellicht van woede opgestoven zijn als ze dat verwijt gehoord hadden. Wij menschen zijn meestal van onze geveinsdheid niet ten volle bewust. Zij drongen zichzelf op, dat zij de Wet hielden, wanneer zij in al die kleine puntjes nauwgezet waren. Ze sloten de oogen daarvoor, dat ze toch zelf de liefde tot God uit geheel het hart en de liefde tot den naaste als het voornaamste, de hoofdsom der Wet erkenden. En een mensch bedriegt gewoonlijk eerst zichzelf met zijn drogredenen en daarna de anderen, terwijl hij zelf nu gelooft wat hij anderen voorliegt.
De Heere noemt ook «geveinsde» hem, die wel den splinter ziet in zijns broeders oog, maar niet den balk in eigen oog. Ziet hij dien balk in eigen oog niet ? Hij wil de vrome man zijn, hij wil dien balk niet zien en nu ziet hij hem niet. Maar heel zijn doen is onoprecht.
Onoprecht is de valsche heiligmaking met haar vruchten. Men wil toch iets zijn voor God, al meer voorstellen, terwijl men het niet is. Men doet allerlei werken ; men geeft zich moeite om nog meer te doen; men wil niet den Heere God en Zijn getuigenis en de aanklacht van het beschuldigde geweten gelijk geven, dat men niets is, dat men vleeschelijk is, verkocht onder de zonde. Men wil die stemmen daarbinnen en daarbuiten logenstraffen. Dan raakt onwillekeurig het gelaat in een vromen plooi, de stem wordt onnatuurlijk.
Kohlbrugge stelt in zijn vragen en antwoorden tot opheldering en bevestiging van den Catechismus, de vraag: Waaraan kan ik weten, dat ik geen huichelaar ben? Hij antwoordt: «Een huichelaar houdt zich voor den oprechtsten mensch in het Koninkrijk der hemelen. Een huichelaar houdt met zijn hart vast aan twee wegen, en is er op uit, die twee wegen voor God en zijn hem beschuldigend geweten te rechtvaardigen ; beide wegen wil hij goed genoemd hebben, ofschoon hij zeer goed weet, dat een van beide niet deugt. De oprechte belijdt voor God zijne huichelarij.»
Hoe zeer zijn we geneigd, meetedoen met den kring waarin we verkeeren, zoodat we ons in den grond der zaak anders doen voorkomen, dan we zijn. We hebben als gezalfde profeten, priesters en koningen een hoogen stand optehouden. Hoe licht komt men er toe, zich te versieren met iets wat ons niet toekomt! Dat we zulks voor God erkennen. Hij alleen geeft het, waarlijk eenvoudig en oprecht te zijn. L.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 17 november 1935
Kerkblaadje | 4 Pagina's