Een moderne Geloofsbelijdenis.
Van de modernen wist men zoo tamelijk wat zij niet geloofden; moeilijker werd de vraag te beantwoorden, wat zij dan nu wel geloofden. Daar waren zij het trouwens volstrekt niet over eens. Nu zendt ons de firma Van Gorcum &Comp. N.V. Uitgevers, Assen, een geloofsbelijdenis van een kring, dien men «rechts-modernen» zou kunnen noemen. Hij heet: Werkverband-Roessingh, en sluit zich dan ook vrijwel bij den indertijd overleden hoogleeraar Roessingh aan. Dat is niet meer het platte modernisme van deugd- en zedepreekjes. Men erkent daar het bederf der zonde, men heeft behoefte aan vergeving; men weet, dat men er niet enkel komt uit eigen kracht. Men gebruikt uitdrukkingen, die ook in de orthodoxe wereld gangbaar zijn. Men spreekt van God als den Schepper en Onderhouder van alle dingen, als den Heilige, voor Wiens oordeel niets wat onheilig is, stand kan houden, als den Vader, Wiens wezen liefde is, waarin wij ook door genade zijn opgenomen. God openbaart Zich; maar aan alle tijden en volken, zoodat Zijn openbaring niet aan eenig heilig schriftuur, aan eenige leer of ambt zoodanig mag worden gebonden geacht, dat iemand verhinderd zou worden Zijn levend Woord te verstaan. Dat is niet zoo heel duidelijk gezegd; maar toch voelen wij, dat eene openbaring door de Schrift in dien zin, zooals wij die erkennen, niet wordt erkend. God openbaart Zich, door het innerlijke licht, in de natuur door het wonder der schepping, in het geheimenis van het leven, in den mensch door het wonder der persoonlijkheid, in de geschiedenis, bovenal in den opbouw der cultuur, waarvan het godsdienstig-zedelijk leven de kern is; maar de volheid Zijner openbaring geeft God in Jezus Christus, Die gekend wordt uit den Bijbel en uit het Christelijk geloofsleven van verleden en heden — maar zóó, dat zij de methode en de resultaten van het wetenschappelijk onderzoek ten volle aanvaarden. Jezus Christus is voor hen de gestalte waarin zij de heerlijkheid des Vaders aanschouwen, het licht der wereld, waarin zij de waarheid Gods ontvangen en de heilige macht, die mensch en menschheid voert op den weg van den goddelijken wil; maar niet degene Die ons verzoent door Zijn bloed. Dat wordt niet opzettelijk met zooveel woorden ontkend, maar toch missen wij dat groote punt. Het is ook niet te vinden in de volgende stelling: God openbaart ons de diepten van zijn oordeel en de rijkdom Zijner liefde nergens zoo klaar als in het evangelie van hem, wiens leven en prediking, wiens kruis en overwinning verlossende kracht zijn voor mensch en gemeenschap.
Het is overal een naderen, maar dat waar we juist onzen eenigen houvast vinden, wordt toch gemist. L.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 7 februari 1937
Kerkblaadje | 4 Pagina's