Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De doopvragen,

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De doopvragen,

D(? inleiding

5 minuten leestijd

Wanneer een doopvader zijn kind komt aangeven, krijgt hij een kaart mee naar huis. Daar staan de vragen op, waarop hij en zijn vrouw op de dag van de doop „ja" zullen zeggen. ,,Lees die vragen eerst nog eens rustig met elkaar door", zegt de voorzitter van de „doop-commissie".

Het is inderdaad van de grootste betekenis, dat we weten, waarop we „ja" zeggen. In het dagelijks leven zeggen we ook geen „ja", als we niet precies weten, wat er aan ons gevraagd wordt. Evetmiin als we onze handtekening zetten onder een stuk dat we niet gelezen hebben.

Het leek mij daarom goed, die drie vragen, die bij de doop aan de ouders gesteld worden, eens stuk voor stuk te bespreken.

Wanneer het gebed voor de doop is uitgesproken, richt de bedienaar van het sacrament zich tot de ouders met de volgende woorden: Geliefden in de Heere Christus! Gij hebt gehoord, dat

Geliefden in de Heere Christus! Gij hebt gehoord, dat de doop een ordening van God is om ons en onze kin deren Zijn verhond te verzegelen.

Ja, dat heeft het formulier, dat zo even gelezen is, wel zo duidelijk mogelijk doen uitkomen. De doop is door God verordend, ingezet, als een verzegeling, een bevestiging, van Zijn verbond met ons en onze kinderen. Daarvan zal de gemeente straks zingen: 't Verbond met Abraham, Zijn vrind, bevestigt Hij van kind tot kind.

Dat mogen we nooit uit het oog verliezen. Dan blijven we bewaard voor de dwaling alsof de doop zo iets zou wezen als het wijden en opdragen van onze kinderen aan God. Dat moge in bepaalde kringen voor de doop in de plaats zijn gekomen, — onze kerk ziet de doop in de eerste plaats als een teken van Gods genadeverbond. En bij het verbond Gods komt—anders dan bij een verbond van mensen onder elkaar — alles van één kant: van Zijn kant. Vooral bij de kinderdoop komt dat wel heel helder uit: wat kan er nu komen van de kant van een klein kind? Het „ja", dat de ouders straks zullen spreken, is dus wel van grote betekenis, doch het „ja", dat God gesproken heeft tot het kind, is belangrijker en beslissender. Want dat God Zijn verbond verzegelt, wÜ zeggen, dat Hij ook tot dit kind „ja" zegt. Dat Hij Zijn hand op dit kind legt. „Ik heb u bij uw naam geroepen; gij zijt Mijn". Geliefden ia de Heere Christus! Gij hebt gehoord, dat de doop een ordening van God is om ons en onze kinderen Zijn verbond te verzegelen. Daarom moeten wij de doop tot dat einde en niet uit gewoonte o/ bijgelovigheid gebruiken.

Wij moeten van het sacrament van de doop gebruik maken tot dat einde, dat wil zeggen, met de begeerte, dat ook aan onze kinderen dat genadeverbond Gods bevestigd moge worden. Dat ook onze kinderen dat teken en zegel mogen dragen. Met andere woorden: dat ons kind, zo klein als het is, tot de kerk moge behoren. Want kerk en verbond hangen ten nauwste samen. Spreken we niet van de kerk of gemeente des Nieuwen Verbonds?

Ach, er zitten zo vaak allerlei andere motieven achter, waarom men zijn kind wil laten dopen. Dat het, als het later nog eens tot belijdenis mocht komen, tenminste niet als volwassen jongen of meisje midden in die grote kerk nog gedoopt moet worden. Of — de grotere kinderen zijn allemaal gedoopt en nu wil men dit nakomertje toch niet bij de anderen laten achterstaan, hoewel men zelf in die jaren hoe langer hoe verder van de kerk af is komen staan. Of — men vindt een ongedoopt kind toch wel iets heel ergs: we zijn geen heidenen.

In al deze spreekwijzen schemert iets door van de waarheid. Een ongedoopt kind is inderdaad erg. En dat jongste kindje van u heeft recht op de doop, evenals uw grotere jongens en meisjes. En u moet uw kind besparen, dat het tegelijk met zijn belijdenis nog gedoopt zou moeten worden. Niet omdat dat een „schande" is. Daar zit niets schandelijks in. Maar het spreekt wel van een verzuim van u als vader en moe­ der. Er ligt dus ongetwijfeld waarheid zelfs in de meest wonderlijke motieven, die sommigen er toe brengen, hun kind te laten dopen.

Maar we moeten toch verder en heel wat dieper. Wij moeten de doop tot dat einde: ziende op de verbonds- trouw des Heren over ons en onze kinderen, en mei uit gewoonte of bijgelovigheid gebruiken.

Niet uit gewoonte. Wel is het natuurlijk een goede gewoonte, onze kinderen te laten dopen. Evenals het een goede gewoonte is, naar de kerk te gaan. Doch als het alleen maar uit gewoonte gebeurt, zonder dat ei over de betekenis van het sacrament wordt nagedacht, is het niet goed.

Ook niet uit bijgelovigheid. Is bijgeloof inderdaad verouderd? Komt dat nooit meer voor? Wordt met betrekking tot de doop bijvoorbeeld nog wel niet eens de opvatting aangetroffen, dat 't water op zichzelf iets aan het kind verandert? Of dat het kind, dat het laatst gedoopt is en waarmee moeder vlak bij het doopvont en bij de dominee bleef staan, terwijl de gemeente zong, „meer krijgt" dan de andere kinderen?

Opdat het dan openbaar worde, dat gij alzo gezind zijt, zult gij van uwentwege op de volgende vragen ongeveinsd antwoorden.

Nu moeten de doopouders opstaan. Want het moet duidelijk in het midden der gemeente uitgesproken worden, dat zij iets van de diepere en eigenlijke betekenis van de doop verstaan. Ongeveinsd, dat is zondei te huichelen, moeten zij antwoorden op drie vragen, die hun gesteld worden.

Maar daarmee zijn we voor vandaag aan ons eindpunt, Volgende keer bespreken we bij leven en welzijn de eerste doopvraag.

Dit artikel werd u aangeboden door: Stichting Vrienden van dr. H.F. Kohlbrugge

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 september 1962

Kerkblaadje | 8 Pagina's

De doopvragen,

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 september 1962

Kerkblaadje | 8 Pagina's